Deel 4 Investeringsanalyse Flashcards

1
Q

Wat is een investering?

A
  1. De aanwending van middelen van de organisatie die op lange termijn in de organisatie aanwezig blijven en op de balans geboekt staan als vaste activa.
  2. Het betreft een uitgave die men doet voor een bepaald goed of dienst waarvan verwacht wordt dat het gedurende een LT kan ingezet worden ter realisatie van doel organisatie
  3. Elke aanwending van middelen die bijdraagt tot het doel van de organisatie waarbij een ruil ontstaat tussen een huidige zeker offer (waarde) en een reeks van toekomstige, onzekere ontvangsten of niet monetaire resultaten en dit in de verwachting dat de geactualiseerde verwachte inkomsten/voordelen het huidige offer overtreffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het belang van investeringen?

A
  1. Investeringsbeslissingen belangrijke taak voor financieel manager
  2. Neemt groot deel van vermogen op, als je grote uitgave wilt doen dan nood aan voldoende liquiditeiten
  3. Opportuniteitskosten, gebruik van toekomstige werkmiddelen. Elke keer dat je een middel gebruikt kan je het voor iets anders gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het beslissingsconcept voor investeringen?

A
  1. Private sector:
    1. obv financieel economische parameters
    2. investeringen zinvol als ze zorgen voor
      • meer inkomende geldstromen dan uitgaande geldstromen. Dus investeringen worden terugverdiend
  2. Non profit:
    1. past investering in het realiseren van haar maatschappelijke doelstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het beslissingsconcept voor investeringen?

A
  1. Private sector:
    1. obv financieel economische parameters
    2. investeringen zinvol als ze zorgen voor
      • meer inkomende geldstromen dan uitgaande geldstromen. Dus investeringen worden terugverdiend
  2. Non profit:
    1. past investering in het realiseren van haar maatschappelijke doelstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het stappenplan voor een investering?

A
  1. Investeringsmodel:
    - bijdrage tot maatschappelijke doelstelling en impact op financiën. Er wordt gekeken naar bv omvang investeringsuitgave en of er financieringsbronnen beschikbaar zijn
    - impact op de werking, en op personeel. Moeten er aanwervingen gebeuren en opleidingen?
  2. Eerste selectie:
    - binnen het realiseren van maatschappelijke doelstelling, dus beschikbare middelen, past het in LT plan, rol van noodzaak
  3. Financieel-economische analyse:
    - impact investering op geldstromen, dus wordt het terugverdiend
    - private sector: de belangrijkste element
    - non profit: niet prioritair, maatschappelijk belang investering even belangrijk
  4. Beslissing:
    - passend binnen de doelstelling
    - passend binnen LT strategie
    - met behoud van financiele gezondheid, globaal financieel beeld nodig (impact JR en ratio-analyse)
    - formuleren verwachtingen > evaluatie
  5. Financiering:
    - eigen middelen > beschikbaar, kapitaalsubsidie, kapitaalverhoging
    - aantrekken vreemde middelen
  6. Uitvoering investering
  7. Evaluatie
    - financieel-economisch
    - maatschappelijk
    - criteria bij aanvang vastleggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de financiële impact van een financiering op JR?

A
  1. Investering op zich: sterk toename vaste active en impact verhouding vast en vlottend
  2. Financiering met beschikbare liquiditeiten; daling vlottend active, versterkt impact verhouding vlottend en vast, verzwakt liquiditeitspositie
  3. Financiering met VV of subsidies: sterke impact op verhouding EV en VV (extra financiële kosten en periodieke terugbetalingen), kan solvabiliteit versterken of verzwakken, geen impact op liquiditeit
  4. Extra: afschrijvingskosten, geldstromen uit verkopen en aankopen, impact op voorraden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn relevante kasstromen?

A

Nieuwe stromen als gevolg van investering of wijziging in bestaande kasstromen als gevolg van investeringen

  1. relevante operationele kasstromen: volgen uit gebruik van investering
  2. relevante investeringskasstromen: volgen uit initiële investeringsuitgave en/of beëindiging of afsluiting van investering

Kasstromen die niet wijzigen als gevolg van investering zijn geen onderwerp van investeringsanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn positieve en negatieve relevante kasstromen?

A
  1. Positief: bijkomende ontvangen en verminderde uitgaven, bv daling stookolie uitgaven doordat er geïnvesteerd is in zonnepanelen
  2. Negatief: bijkomende uitgaven en verminderde ontvangen, bv investering zelf of personeelsuitgaven voor aanwerven personeel om aan investering te werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de valkuilen van relevante kasstromen?

A
  1. Dat relevante KS = extra KS
    - reeds gemaakt uitgaven zullen nooit en kasstroom zijn je kan het dus niet opnemen
    - personeels uitgaven hangt af van bijkomende aanwerving en ontslag
    - afschrijving kan je niet opnemen
    - opportuniteitskosten opnemen
    - indirecte kasstromen neem je op
    - overheidssubsidie opnemen
    - restwaarde opnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de looptijd in van een investering?

A
  1. Levensduur: denk aan technisch, dus aantal stuks of km. Economisch, zolang het geen nadeel oplevert, commercieel, zolang er vraag is naar de goederen
  2. Maak in analyse gebruik van de kortst verwachte levensduur
  3. Bemerk afschrijvingsduur (is boekhoudkundig gerelateerd en niet relevant voor investeringsanalyse)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet een kasstroomtabel eruit? (voor opgave)

A

In de rij van tabel staan (van links naar rechts)

  • Tijd: van jaar 0 tot aantal jaar
  • Berekening kasstroom: van wat de kosten en opbrengsten van productie zijn dat jaar. Dus opbrengsten verkoop - productiekosten - andere kosten. In het laatste jaar + restwaarde
  • Kasstroom: antwoorden berekeningen
  • Cummulatief: bij eerste jaar doe je jaar 0 + jaar 1 dat is cumulatief. Vervolgens die je dat antwoord + j2 kasstroom en dat antwoord + jaar 3 kasstroom enz.

Interpretatie: als het een positief getal is betekent het dat als gevolg van investering er inbegrepen de aankoop, werking en verkoop, meer middelen naar de organisatie toe zijn gevloeid. Dus investering is terugverdiend. Als negatief is investering niet terug verdiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet een kasstroomtabel eruit? (voor opgave)

A

In de rij van tabel staan (van links naar rechts)

  • Tijd: van jaar 0 tot aantal jaar
  • Berekening kasstroom: van wat de kosten en opbrengsten van productie zijn dat jaar. Dus opbrengsten verkoop - productiekosten - andere kosten. In het laatste jaar + restwaarde
  • Kasstroom: antwoorden berekeningen
  • Cummulatief: bij eerste jaar doe je jaar 0 + jaar 1 dat is cumulatief. Vervolgens die je dat antwoord + j2 kasstroom en dat antwoord + jaar 3 kasstroom enz.

Interpretatie: als het een positief getal is betekent het dat als gevolg van investering er inbegrepen de aankoop, werking en verkoop, meer middelen naar de organisatie toe zijn gevloeid. Dus investering is terugverdiend. Als negatief is investering niet terug verdiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan onzekerheden bij investeringen en wat zijn zekerheden om impact goed in te schatten met een kasstroom?

A
  1. inschatting toekomstige geldstromen is onzeker
  2. Investeringskastroom:
    - timing: kortbij en is dus duidelijk > goed inschatten
    - omvang: vrij duidelijk op basis van offertes > goed inschatten
  3. Operationele kasstroom
    - timing: onzeker, want hoelang duur het voordat investering operationeel is
    - omvang: onzeker, want wat zal de impact op de vraag naar goederen en op de prijzen zijn. Misschien meer/minder personeel/grondstoffen nodig dan gedacht

Werk met scenario’s en inschatting van kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe moet je de gewogen kasstroom berekenen? (Investering)

A
  1. Relevante investeringskasstroom: evolutie heeft er geen impact op dus doe je de aanschafwaarde + restwaarde
  2. Operationele relevante kasstroom: evolutie heeft er impact op. En maakt berekeningen per evolutie. Als het bijv jaarlijks met 20% stijgt doe je er steeds jaarlijks 20%. Vervolgens bereken je per jaar de kans dat het had om te gebeuren en tel je de evolutie in dat jaar bij elkaar op.

De som van de gewogen KS geeft de verwachte KS indien er rekening wordt gehouden met de kans op verschillende scenarios.

Vervolgens om na te gaan of het zinvol is om te investeren moet de relevante investeringskasstroom en operationele relevante kasstroom met elkaar genomen. Dan wordt uitkomst van relevante investeringskasstroom - operationele relevante kasstroom gedaan. Bij positief zinvol en negatief niet zinvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kunnen de relevante kasstromen worden geëvalueerd?

A
  1. Pay back methode
  2. Rendementsmethode
  3. NPV
  4. Multicriteria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is payback methode? (Evaluatie kasstroom investering)

A

Wordt gekeken in welk periode investeringskasstroom wordt terugverdiend.

Berekening: relevantie investeringskasstroom (absolute waarde)/jaarlijkse operationele relevante kasstroom

Hoe korter, hoe sneller investering is terugverdiend. Investeren is dan korter dan effectieve gebruiksduur en aanvaardbare maximum > zinvol investeren

15
Q

Wat zin de voor- en nadelen payback methode? (Evaluatie kasstroom investering)

A
  1. Voordelen:
    - eenvoudig in berekening en interpretatie
    - makkelijk en snel voor eenvoudige, kleine investeringen
  2. Nadelen
    - standaardterugverdientijd kan arbitrair vastgelegd zijn
    - beperkt voor complexere investeringen
    - gaat uit van jaarlijkse vaste operationele kasstroom
    - kasstromen na payback hebben geen impact op beslissing
    - geen actualisatie van kasstromen
16
Q

Wat is tijdswaarde van geld? (Nadeel payback periode)

A

Een geldbedrag is nu meer waard dan zelfde toekomstig bedrag. Dus actualiseren, dat is het toekomstig geldbedrag in huidige waarde uitdrukken.

Berekening actuele waarde: toekomstig bedrag/(1+r) tot de macht van n
N= aantal jaar
R= actualisatievoet of disconteringsvoet (uitgedrukt als 0), percentage delen door 100

Interpretatie: dat het geld dat je nu hebt over een aantal jaar zoveel waard is

17
Q

Wat is gemiddelde rendementsmethode (Nadeel payback periode)

A

Geeft verhouding tussen gemiddelde operationele relevante kasstroom en de investering aan

Berekening= (gemiddelde jaarlijkse operationele relevante kasstroom/relevante investeringskasstroom)x100

Operationele relevante kasstroom is als proxy voor resultaat > rendement. Hoe hoger rendement hoe beter evaluatie project.

Private sector: verwachte rendement (winstgevendheid) van investering
Not profit: geen winstmotief

Interpretatie: investering haalt een rendement van …%.

17
Q

Wat is net present value (Nadeel payback periode)

A

Ook wel netto actuele waarde is de optelsom van de actuele waarden van de geldstromen als gevolg van de investering. Dus de som van de geactualiseerde relevante kasstromen

Berekening: KSt0 + KSj1/(1+r)1 + KSj2/(1+r)2 + KSj3/(1+r)3 … + KSjn/(1+r)n
r= geëiste rendementsgraad of actualisatievoet

Privaat: verwachtte winstgevendheid
Non profit: rendement risicovrije belegging, interest% van de lening op afbetaling, inflatievoet

Positief:

  • actuele waarde van toekomstige relevante kasstromen > investeringsuitgave
  • rendement hoger dan verwachte minimumrendement
  • project wordt aanvaard

Negatief:

  • actuele waarde van toekomstige relevante kasstromen < investeringsuitgave
  • rendement lager dan verwachte minimumrendement
  • project niet aanvaard

0:

  • actuele waarde van toekomstige relevante kasstromen = investeringsuitgave
  • verwachte rendement wordt exact behaald
  • project aanvaard

Interpretatie: bv positief, er is bovenop de respectievelijke rendementen nog een meerwaarde van respectievelijk ……. Bij positief zal er geïnvesteerd worden

18
Q

Wat weten we over financieringsananalyse?

A

Financieren investering met:

  1. Eigen beschikbare liquiditeiten
    - impact op balans, geen impact balanstotaal, verschuiving vlottend naar vaste activa, geen impact op passief
    - impact op liquiditeit, verzwakt initieel de liquiditeit
    - impact op resultaat, minder financiële opbrengsten op beschikbare middelen, vermijden interestkosten
    - simulatie van liquiditeit na mogelijke investering noodzakelijk
  2. Intern via kapitaalverhoging door aandeelhouders
    - niet mogelijk in publieke sector
    - impact op balans, balanstotaal stijgt, versterkt EV, kan aangewend worden als kapitaalverhoging meteen volstort wordt, versterkt solvabiliteit
    - impact liquiditeit, geen impact. Nieuwe liquiditeiten worden meteen besteed
    - impact op resultaat, vermijden interestkosten
  3. Extern, zonder schulden
    - subsidie overheid > eigen vermogen
    - bij de leden of fundraising > eigen vermogen
    - impact op balans, balanstotaal stijgt, versterkt EV, kan aangewend worden als kapitaalverhoging meteen volstort wordt, versterkt solvabiliteit
    • impact liquiditeit, geen impact. Nieuwe liquiditeiten worden meteen besteed
  4. Extern met schulden
    - slechts mogelijk indien financieel solide
    - impact op balans, balanstotaal stijgt, versterkt vreemd vermogen, verzwakt solvabiliteit, impact op toekomstige financieringsbeslissingen
    - impact op liquiditeit, toekomstige betaling + interesten hebben continue impact op toekomstige liquiditeit
    - impact op resultaat, meer financiële kosten, financiële hefboom mogelijk
  5. Extern via alternatieven
    - leasing
    - PPS
19
Q

Wat houdt modaliteiten externe financiering in?

A
  1. Termijn: termijn lening is levensduur investering. Stem looptijd van financiering af op verwachte gebruiksduur van de werkmiddelen in organisatie. Impact op tarief langer is dan hoger tarief. Impact op terugbetalingssnelheid korter dus hoger bedrag
  2. Terugbetalingskenmerken: hou rekening met terugbetalingscapaciteit
  3. Lening met vast afbetalingsbedrag; interest + kapitaalaflossing is vast bedrag
  4. Vaste kapitaalaflossing: kapitaalaflossing is vast bedrag + interest op uitstaande schuld