Deel 1 Inleiding Flashcards
Wat is Financieel Management
Het plannen, effectief uitvoeren, rapporteren, evalueren en eventueel bijsturen van de waardestromen. Geeft nodige informatie om financieel beslissingen te nemen, waardoor het effectief en efficient gebruik van middelen om de doelstelling van organisatie te behalen mogelijk wordt
Wat zijn de kerntaken van een Financieel manager?
- Voeren van betrouwbare financiële administratie
- Analyse en verspreiding financieel info aan managers
- Nemen van beslissingen
- Planning: hoe cash-flow positief houden
- Investeringen: hoe organisatie uitbouwen
- Financiering: hoe investeringen financieren
Doel is cashflow positief en aandeelwaarde verhogen
Wat is een boekhouden?
Aantekenen van feiten van financieel aard die zich in de organisatie voordoen.
Boekhouding is geheel van mensen en middelen waar de feiten van financieel aard worden geregistreerd en verwerkt ter voorziening van informatiebehoeften > valt vaak onder bevoegdheid financieel manager
Wat is het verschil tussen een boekhouder en een financieel manager?
Boekhouder verzamelt en presenteert/rapport cijfers, terwijl financieel manager beslissingen moet nemen.
Financieel manager: positieve cashflow: inkomsten en uitgaven. Zorgen voor voldoende liquiditeit om te voldoen aan KT verplichtingen
Boekhouder: correcte resultaatbepaling, dus kosten en opbrengsten
Wat omvat de cashflow?
- Verandering van beschikbare geldmiddelen
- Ontvangsten (inkomende geldstromen) - uitgaven (uitgaande geldstromen)
- Leidt tot beoordeling liquiditeit
- Rekeningen 55/56/57
Wat omvat de resultaat?
- Beoordeling van de werking van organisatie (KT-perspectief)
- Opbrengen (meerwaarden uit werking) - kosten (offers om tot prestatie te komen)
- Leidt tot beoordeling werking
- Rekeningen 6(kosten) en 7(opbrengsten)
Hoe wordt gekeken naar cashflow vs resultaat mbt kosten, uitgaven, inkomsten en opbrengsten?
Kosten vs uitgaven
- Meeste kosten leiden tot uitgaven, bv huur en energie
- (niet kaskosten) Sommige kosten brengen geen uitgaven met zich mee, bv afschrijvingen, voorraadwijzigingen
- Uitgaven die geen kosten zijn, bv aankoop investeringsgoederen, terugbetaling geleend bedrag.
- Afschrijvingen is jaarlijkse kost om gebruik/slijtage van investeringsgoed > niet kaskost
- Rente is periodieke kost om bedrag te lenen > kaskost
Opbrengsten vs inkomsten
- De meesten opbrengsten leiden tot inkomsten, bv verkopen geproduceerde goederen/diensten
- (niet kasopbrengsten) Sommige opbrengsten leiden niet tot inkomsten, bv verkoop op krediet (nog terug betalen)
- Inkomsten die geen opbrengsten zijn, bv uitgeleend bedrag wordt terug ontvangen
- Rente is de periodieke vergoeding voor het lenen > kasopbrengst
Wat is financiële sturing?
Planning, beheer en analyse van geldstromen (cashflow). Met als gevolg dat organisatie financieel doelen behaald. Op KT cashflow positief en op LT verhogen aandeelwaarde. Slechte sturing heeft gevolgen voor personeel, klanten en leveranciers
Wat is financiële planning en de vormen ervan?
Het vaststellen van de toekomstige omvang en samenstelling van de financieel geldstromen en het vermogen, resulterend uit de toekomstige omvang van het operationele proces. Neemt beslissingen obv toekomstbeeld en meet en beoordeeld het toekomstbeeld.
3 vormen:
- periodeplanning = context, omgeving
- operationele planning = benodigde inputs + capaciteit + outputs
- budget = financiële KT vertaling van operationele plan. Is dus inkomsten en uitgaven
Normen: ratios om de continuïteit te beoordelen
- KT = liquiditeit, dus inkomsten en uitgaven
- LT = rendabiliteit, dus kosten en opbrengsten
Wat is beheer?
Het uitvoeren van de plannen door te beslissen over de oorsprong van de geldmiddelen, de aanwendingen ervan en de bewaking van de uitvoering met het oog op het gestelde doel
Wat is beheer?
Het uitvoeren van de plannen door te beslissen over de oorsprong van de geldmiddelen, de aanwendingen ervan en de bewaking van de uitvoering met het oog op het gestelde doel
Wat is analyse?
Het meten en beoordelen adhv normen van alle voor financieel sturing relevante gegevens in het verleden, maar ook voor het heden (beheer) en toekomst (planning).
Normen = financieel ratios: verhoudingen/sommen/verschillen tussen twee of meer financiële grootheden uit de balans, resultatenrekening of toelichting
Wat is de liquiditeit?
De mate waarin de organisatie in staat is op KT aan haar kortlopende schulden te voldoen.
- Current ratio = vlottend activa/vreemd vermogen KT
- Quick ratio = technische verfijning van current ratio
- Inningstermjn van vorderingen = (werkingsvorderingen/werkingsopbrengsten)x365
- Aantal dagen leverancierskrediet = (leveranciersschulden/aankopen)x365
Wat is solvabiliteit?
De mate waarin de organisatie in geval van liquidatie in staat is volledig alle schulden terug te betalen
- Schuldgraad = (vreemdvermogen/totaal vermogen)x100
- Eigen vermogensgraad = (EV/totaal vermogen)x100
Wat is rendabiliteit?
De mate van winstgevendheid van het gebruikte vermogen.
- Nettoverkoopmarge = (werkingsresultaat/verkopen)x100
- Rentabiliteit EV = (werkingsresultaat/eigen vermogen)x100