Deel 2 Kasstromen Flashcards
Wat zijn kasstromen?
Geven verandering van de beschikbaar geldmiddelen op korte termijn als gevolg van transacties weer. Het zijn de inkomende en uitgaande geldstromen
Wat is de directe methode?
Kasstroom wordt opgesteld als het saldo van de inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode. Niet beschikbaar op jaarrekening wel op info afgeleid uit boekhouding. Het is voor interen
Wat is de indirecte methode?
Kasstroom wordt benaderd obv de beschikbare informatie in de jaarrekening. Berekening start vanaf resultaat (na belastingen), waarna een aantal correcties worden uitgevoerd om de reële cashflow te benaderen. Het bestaat uit operationeel, investering en financiering
Wat zijn operationele kasstromen?
Is de kasstroom die volgt uit de normale/dagdagelijkse werking van de organisatie. Kan organisatie kasmiddelen genereren obv dagdagelijkse operationele activiteiten. Het start bij resultaat.
Rekening houden met niet kasverrichtingen zoals, afschrijving, waardevermindering, voorzieningen. In de resultaat worden ze als kost (6) opgenomen, maar zijn geen kasstroom
Wat zijn werkingsvoorraden? (timingverschillen)
Wanneer deze stijgen betekent het dat een deel van wat je hebt verkocht nog niet betaald is. Het staat wel als omzet in RR. Dus er is geen geldstroom. Deze moet uit de berekeningen van het resultaat worden afgehaald.
Wanneer deze dalen betekent het dat openstaande bedragen bij het begin van de periode ondertussen zijn betaald. De opbrengsten zijn in eerdere periodes geboekt en zitten niet in netto resultaat waarmee gestart wordt. De kasstromen, dus opbrengsten volgen in huidige periode en moeten toegevoegd worden aan de berekening
Wat zijn voorraadwijzigingen?
Wanneer voorraden zijn gestegen op de eindbalans datum vergeleken met beginbalans datum dan is er meer gekocht dan dat er is verkocht. Matching principe zegt dat de kosten aan dezelfde periode moeten worden toegewezen als opbrengsten die volgen van de gemaakte kosten. Dus bij voorraadstijging zullen de gemaakte kosten van opbouw voorraad geneutraliseerd worden op het einde van boekjaar door een kostenrekening bij te schrijven (crediteren). Dit verlaagd eerder geboekte kosten en heeft positief effect op resultaat. Maar doordat cashflow komt vast te zitten dit verminderen uit de cashflow. Dus kosten vermindering
Bij een voorraad daling, dus heb je meer verkocht dan gekocht, komt geld vrij door het afbouwen van voorraad. Cashflow neemt toe, dus optellen bij cashflow. Dus kostenverhogend
Wat is wijziging in leveranciersschuld
Een toename daarvan betekent dat een deel van aankoopkosten niet zijn betaald en zijn dus niet kaskost opgenomen in resultaat, maar heeft geen kasstroom. Dus zorgt voor toevoeging van de berekening en dus gunstig voor kasstroom.
Bij een afname zal je de reeds geboekte schulden terugbetalen in het kasstroom. Je moet het aftrekken, dus negatief voor kasstroom
Wat is de berekening van de operationele kasstroom?
Resultaat na belasting
+ Niet-kaskosten van afschrijving, waardevermindering
- Niet-kasopbrengsten van afschrijving, waardevermindering
+/- Wijziging werkingsvorderingen
+/- Wijziging voorraden
+/- Wijziging leveranciersschulden
= Operationele kasstroom
Wat zijn investeringskasstroom?
De geldstormen als gevolg van investeringen en/of desinvesteringen.
Deze kan je niet rechtstreeks afleiden in balans en resultaat
Wat is de berekening van een investeringskasstroom?
Waarde vaste activa begin boekjaar - Waarde vaste activa einde boekjaar - geboekte afschrijvingen en waarde verminderingen = kasstroom uit investeringen
+ = desinvesteert > krimpende organisatie
- = geïnvesteerd > vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen voor groeiende organisatie
Afschrijvingen en waarde vermindering zijn geen kasverrichtingen dus RR
Wat is de financieringskasstroom?
Alle ontvangsten en uitgaven die samenhangen met de financiering van de activiteiten van de organisatie. Dit kan gebeuren via het eigen vermogen of het vreemd vermogen.
EV: ter beschikking stellen van de middelen zorgt voor inkomende kasstroom. Bijkomend inbreng/kapitaalverhoging. Het is inbreng in natura dus kennis. Investeringssubsidie. Afbouw betaalt vanaf rekening zorgt voor uitgaande kasstroom. Dus uitbreng/kapitaalvermindering en uitkering van winst als dividend
VV: ter beschikking stellen van middelen zorgt voor inkomende kasstroom. Aflossing (terugbetalen) van VV zorgt voor uitgaande kasstroom. Rente op uitstaande schuld is een kost voor de periode. Focus is financiele leningen niet op leveranciersschuld
Wat is de berekening van de financieringskasstroom?
Kapitaalverhoging - kapitaalvermindering - dividenduitkering + nieuwe financiële leningen (KT+LT) - aflossingen financiële leningen (KT-LT) = financieringskasstroom
\+ = financiering van activiteiten heeft positieve impact op de kasstroom (mature organisaties) - = financiering van activiteiten heeft negatieve impact op de kasstroom (groeiende organisatie)
Wat is de berekening van de globale kasstroom?
Dit is een samenvoeging van de deelkasstromen
Operationele kasstroom + investeringskasstroom + financieringskasstroom = globale kasstroom