Deel 2, college 5: Specifieke theorieën over het zelf

Question 1

De theorieën

Answer 1

• Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
• Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
• Narratieve theorie over het zelf
• Metzingers fenomenale zelfmodel

Question 2

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf

Answer 2

Het zelf is een breinproces of komt overeen met een breinfunctie of functioneel hersengebied.

Question 3

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
Gazzaniga

Answer 3

Het zelf is fysiek aanwezig in het brein. Het is de interpretator.
Egotheorie: Er is een zelf

Question 4

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
MacKay

Answer 4

Het zelf bestaat uit zelfcontrolerende (self-supervisory) breinprocessen.
Egotheorie

Question 5

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf

Answer 5

Bewustzijn ontstaat in interactie tussen organisme en omgeving (ook ons gevoel van zelf)

Question 6

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
Gallagher

Answer 6

Het zelf ontstaat in onze belichaamde interactie met de wereld.

Question 7

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
Optie 2

Answer 7

Het zelf is een sociaal construct: het ontstaat in sociale relaties, en vanuit specifieke rollen binnen sociale instituten en groepen.
–> herinterpretatie van het zelf

Question 8

Narratieve theorie over het zelf

Answer 8

Daniel Dennett: Het zelf ontstaat in onze praktijk van verhalen vertellen.

Question 9

Metzingers fenomenale zelfmodel

Answer 9

Onze fenomenologie van het zelf is een gevolg van de manier waarop we de wereld en onszelf representeren in ons bewustzijn.