College 11: Theorieën over het zelf Flashcards

1
Q

Fenomenologie van het zelf

A

We hebben doorgaans een sterke fenomenologie en sterke intuïties over het feit dat we een bewust, continu, verenigd en ervarend zelf zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

We zijn ons lichaam

A

Materialist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

We zijn onze ziel

A

Substantie-dualist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar komt het gevoel vandaan dat we één continu en verenigd zelf zijn dat bewuste ervaringen heeft?

A

Derek Parfit: Twee mogelijke antwoorden
- Egotheorie
- Bundeltheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Egotheorie (kort)

A

We voelen ons als een zelf omdat er echt een zelf is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bundeltheorie (kort)

A

Het voelt misschien alsof we een zelf hebben, maar dat is een illusie.
Het zelf bestaat niet, ons gevoel moet op een andere manier verklaard worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Egotheorie (uitgebreid)

A

De reden waarom we ons als een zelf voelen, is omdat er echt een continu, verenigd zelf is.
- Het zelf is immaterieel (onwetenschappelijk, interactieprobleem)
- Het zelf is materieel (Richard Double: niet dezelfde materie in ons, ons hele leven –> niet continu)

Dus zowel materiële als immateriële ego-interpretaties van het zelf stuiten op problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bundeltheorie (uitgebreid)

A

Het zelf is een illusie. Het enige wat er echt is, is een serie of verzameling van ervaringen, maar er is geen subject die deze ervaringen heeft.

Parfit: Boeddha is eerste aanhanger bundeltheorie

Hume: Voor zover een persoon bestaat, is deze een verzameling van sensaties, percepties, gedachten etc.
Er is geen onderliggend zelf.
Wat is het zelf? –> categoriefout

Thomas Reid: Er moet wel een zelf zijn, want dat is precies hoe het voor ons lijkt! (intuïtie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zou een bundeltheorie moeten verklaren?

A

Waarom het voor ons voelt alsof we een zelf zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dissociatieve identiteitsstoornis

A

Discontinuïteit in zelfbeleving (meerdere persoonlijkheden) (bijv. Mevr. Beauchamp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Problemen egotheorie

A

Niet iedereen lijkt één bewust zelf te zijn, of het gevoel te hebben dat dit zo is.
Meerdere zelven? Hoeveel?
Wat is een zelf?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Problemen bundeltheorie

A

Als er geen zelf is waarom is het gevoel er dan?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel egotheorie

A

Een degelijke egotheorie specifieert duidelijk
wat het zelf precies is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Doel bundeltheorie

A

Een goede bundeltheorie specifieert waar het gevoel van het zelf/zelven vandaan komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Specifieke theorieën over het zelf

A
  • Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
  • Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
  • Narratieve theorie over het zelf
  • Metzingers fenomenale zelfmodel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf

A

Het zelf is een breinproces of komt overeen met een breinfunctie of functioneel hersengebied.

17
Q

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
Gazzaniga

A

Het zelf is fysiek aanwezig in het brein. Het is de interpretator.
Egotheorie: 1 interpretator = 1 zelf.

(Bundeltheorie: De interpretator is dan wat zorgt voor de illusie een zelf te zijn. Het zelf is zelf confabulatie)

18
Q

Neurowetenschappelijke modellen van het zelf
MacKay

A

Het zelf bestaat uit zelfcontrolerende (self-supervisory) breinprocessen.
Hierbij heb je een uitvoerende breinfunctie en een zelfcontrolerende breinfunctie
Egotheorie: Het gevoel een zelf te zijn wordt hier verklaard door het eigenlijke bestaan van het zelf in het brein

19
Q

Uitvoerende breinfunctie

A

Breinprocessen die (onbewust) doelgerichte activiteiten aansturen en evalueren op basis van huidige criteria en prioriteiten

20
Q

Zelfcontrolerende breinfunctie

A

Breinprocessen die deze criteria en prioriteiten bepalen en updaten

21
Q

Enactivisten

A

Geloven dat het zelf zich niet louter in ons brein of zelfs in ons lichaam bevindt.

22
Q

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf

A

Bewustzijn ontstaat in interactie tussen organisme en omgeving (ook ons gevoel van zelf)

23
Q

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
Gallagher

A

Het zelf ontstaat in onze belichaamde interactie met de wereld.
Ons gevoel een zelf te zijn wordt (ten minste deels) veroorzaakt door het feit dat we de wereld ervaren vanuit ons persoonlijk, belichaamd perspectief.

24
Q

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
Optie 2

A

Het zelf is een sociaal construct: het ontstaat in sociale relaties, en vanuit specifieke rollen binnen sociale instituten en groepen.

25
Q

Enactieve/uitgebreide interpretaties van het zelf
Probleem

A

Het “zelf” wordt hier enorm geherinterpreteerd, de grenzen van het zelf vervagen

26
Q

Andy Clark

A

De informatie op onze telefoon is deel van onze identiteit.

27
Q

Alva Noë

A

Ons zelf zit verspreid in onze acties die ons met de wereld verbinden.

28
Q

Narratieve theorie over het zelf

A

Daniel Dennett: Het zelf ontstaat in onze praktijk van verhalen vertellen.
Het zelf is een (nuttige) abstractie of fictie.

29
Q

Dennetts bundeltheorie

A

Het zelf is het centrum van narratieve zwaartekracht (‘center of narrative gravity’)

30
Q

Metzingers fenomenale zelfmodel

A

Onze fenomenologie van het zelf is een gevolg van de manier waarop we de wereld en onszelf representeren in ons bewustzijn.
Dit zijn werkelijkheidsimulaties van lage kwaliteit.

Dit zelfmodel is transparant→naïef realisme over het zelf.
Dit model van onszelf als continue eenheid is evolutionair voordelig.

31
Q

Metzinger is een representationalist

A

We kennen en ervaren de wereld via representaties van de wereld die we in ons hoofd construeren.
We kunnen de wereld nooit echt kennen zoals die is, maar alleen hoe die aan ons verschijnt in onze ervaring.