College 2: Idealisme en behaviorisme Flashcards

1
Q

Antwoord op het interactieprobleem van George Berkeley

A

Er is maar één substantie: de geestelijke substantie
(monisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Monisme

A

De positie dat er maar één substantie is de geestelijke, de fysische of nog heel wat anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Idealist

A

Denkt: Het materiële is afhankelijk van het geeste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Materialist

A

Denkt: De geest is afhankelijk van het materiele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zijn is waargenomen worden

A

Dingen bestaan in de materiele wereld alleen als je ze waarneemt, ogen dicht, niks, ogen open, het bestaat weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secundaire eigenschappen van GB

A

Eigenschappen die afhankelijk zijn van de waarneming (ook kleuren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Primaire eigenschappen van GB

A

Objectieve eigenschappen, dingen die bestaan zonder dat we die waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Empiristen

A

Gaan af op de waarneming om tot kennis te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Primaire of secundaire eigenschappen?

A

Of iets groot of klein is, is afhankelijk van de waarnemer maar de hoogte/grootte is dat niet;

De temperatuur van water is onafhankelijk van de waarnemer, maar of het warm of koud is niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is het bier als je de koelkast sluit?

A

God moet bestaan om het mogelijk te maken dat dingen los kunnen bestaan

–> Idealisme neemt de wetenschap niet serieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behaviorisme

A

Wil de psychologie wetenschappelijk worden, kunnen we geen onobserveerbare mentale entiteiten accepteren en dus ook geen woorden gebruiken die naar dat soort niet waarneembare zaken verwijzen.

(tegen introspectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Black Box

A

Menselijke geest beschouwen als een black box, een zwarte doos die dicht blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Black Box bestaat uit

A

Input (stimuli) gaat in the black box; (bijv vraag)
Output komt eruit ([talig] gedrag); (bijv antwoord, vaak gedrag)

Wat er hierbinnen gebeurt dat doet er niet toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychologisch behaviorisme (methodologisch behaviorisme)

A

Een objectief, experimenteel deel van natuurlijke wetenschap.
Doel: Voorspelling en controle van gedrag
Gericht op: Het documenteren van stimulus respons correlaties (niks zeggen over de black box)

(Human thought is human behavior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behaviorisme en de geest

A

Soms zeiden ze dat ze niet geïnteresseerd waren in metafysische vragen als ‘wat is de geest?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dilemma

A

Behaviorism was only a refusal to talk about consciousness. Nobody really believed he was not conscious.

17
Q

Filosofisch behaviorisme

A

Ook wel analytisch behaviorisme; Logische redenen
Ook wel linguïstisch behaviorisme. Linguïstische redenen

Filosofen werden behavioristen om logische en linguïstische redenen

18
Q

De mythe van de “ghost in a machine”

A

Wij hebben een geest, maar die kan niemand (anders) waarnemen.

19
Q

Conclusie gehaald uit ‘ghost in a machine’

A

Wel of geen geest verklaart helemaal niks.
Het is dus beter om naar gedrag te kijken dan te accepteren dat er iets is als een immateriële geest

Het gaat enkel om disposities & de geest is niets meer dan een verzameling van disposities, dus als je nog vraagt naar wat de geest is maak je een categoriefout

20
Q

Categoriefout

A

Je deelt iets in in de verkeerde categorie

(voorbeeld) na een rondleiding van de campus vragen, waar is de uni

21
Q

Dispositie

A

Een dispositie is een gedragspatroon dat iets vertoont of zal vertonen onder bepaalde omstandigheden
(ijsklontje)

22
Q

Lichaam-geest probleem volgens Ryle

A

Het is een pseudoprobleem, dit ontstaat doordat mensen een categoriefout maken, wanneer zij denken dat de geest iets anders is dan een verzameling disposities.

23
Q

Logisch Positivisme (kwam erg overeen met Ryle’s ideeën)

A
  • Wetenschappelijk wereldbeeld
  • Verschil tussen wetenschappelijke en onwetenschappelijke zinnen
  • Empiristen
24
Q

Empiristen

A

Elke wetenschappelijke/ betekenisvolle zin moet uiteindelijk gerelateerd kunnen worden aan publiek observeerbare zaken
Anders is het onzin

25
Q

Filosofisch Behaviorisme

A

Elke zin over een mentale staat kan geparafraseerd worden (zonder het verliezen van betekenis) tot een lange en complexe zin over welk waarneembaar gedrag zou resulteren als de persoon in kwestie hierin zou zijn

26
Q

Voorbeeld

A

“Jan heeft kiespijn” Dit zou equivalent zijn aan:

“(1) Als we Jan een pijnstiller aanbieden, dan zou hij deze aan- en innemen; (2) als we aanbieden hem naar de tandarts te brengen zou hij dat accepteren; (3) als Jan zijn hand vrij heeft, wrijft hij over zijn wang, (4) etc.”

27
Q

Problemen met behaviorisme

A

De disposities zijn niet uitputtend te definiëren (en dus heb je altijd betekenis voor iets)

De parafrase heeft wel “loss of meaning”

28
Q

Behaviorisme is dus ook niet goed

A

Dualisme en idealisme nemen wel de geest, maar niet de wetenschap serieus

Behavioristen nemen wel de wetenschap, maar niet de geest serieus.