College 7: De natuurlijke methode Flashcards

1
Q

Fenomenaal bewustzijn

A

Je subjectieve, persoonlijke ervaring (“What it’s likeness” of qualia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fenomenologie

A

Hoe iemand iets ervaart,
Introspectie/rapporteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fenomenologie: Introspectie

A

Stilstaan bij de fenomenologie van jouw ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fenomenologie: Rapporteren

A

Iemand anders vertelt je over de fenomenologie
van hun ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De explanatory gap/verklaringskloof (Joseph Levine)

A

Er lijkt iets te ontbreken als we een puur fysieke verklaring geven van bewustzijn, door te verwijzen naar de werking van het fysieke brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Twee interpretaties van het probleem van de explanatory gap

A

Epistemologisch probleem
Metafysisch probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Epistemologisch probleem

A

Een probleem met de manier waarop wij over de wereld nadenken.
Een materialistische verklaring voor het fenomenale is misschien wel mogelijk, maar wij hebben er (nog) niet de cognitieve capaciteiten voor.
De nodige kennis ontbreekt voorlopig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Metafysisch probleem

A

De kloof ontstaat door hoe de wereld werkelijk in elkaar zit, dat is: qualia zijn simpelweg niet fysiek!
Een materialistische theorie, die uitgaat van het feit dat alles fysiek is, zal dus nooit qualia kunnen verklaren, want materialisme is simpelweg fout!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Explanatory gap: Chalmers

A

Makkelijke vs moeilijke problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Makkelijke problemen

A

Problemen over bewuste mentale toestanden waarvan we perfect kunnen zeggen wat de functie of causale rol ervan is (breinstructuren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Moeilijke problemen

A

Het subjectieve gevoel van bewustzijn kan niet zomaar verklaard worden door te verwijzen naar breinstructuren of ‘neurale correlaten’.
Moeilijk te verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gedachte achter de makkelijke en moeilijke problemen

A

Door eerst de makkelijke problemen aan te pakken, kunnen we misschien later ook de moeilijke oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Argumenten tegen materialisme

A
  • What is it like to be a bat
  • Mary de superwetenschapper
  • Fenomenale zombies
  • We zijn gewoon niet slim genoeg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Thomas Nagel: What is it like to be a bat

A

Bewustzijn zelf blijft uit de wetenschappelijke verklaring weg.
Het subjectieve karakter, het ‘hoe het is’, kan niet in objectieve termen worden uitgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is Thomas Nagel’s argument problematisch voor materialisme?

A

Niet echt.
Het is enkel een epistemologisch probleem, we hebben (nog) niet de nodige kennis
(optimistisch: misschien hebben we die ooit wel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Frank Jackson: Mary de superwetenschapper
Experiment:

A

Mary leeft in een hypothetische toekomst, waarin we alles over kleur en licht weten, de volledige materialistische kennis. Maar mary heeft nog nooit in haar leven kleur gezien.
Op een dag mag Mary eindelijk haar zwart-wit ruimte uit, de kleur wereld in. Leert ze dan iets nieuws over bijvoorbeeld geel? Zou mary bij een blauwe banaan weten dat dit fout is?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gedachte-experiment

A

Een hypothetische situatie wordt voorgesteld om de waarschijnlijkheid en de gevolgen van een bepaald idee of een theorie te overdenken.

18
Q

Intuitiepomp (Daniel Dennett)

A

Een gedachte-experiment dat is opgesteld om een intuïtie op te wekken en te onthullen

19
Q

Frank Jackson: Mary de superwetenschapper
Het kennisargument:

A

Mary leert iets nieuws, wat ze leert door haar subjectieve ervaring.
Dus: als je gelooft dat Mary iets nieuws leert, dan geloof je dat qualia niet-materiële / niet- fysieke fenomenen zijn.

20
Q

Is Frank Jackson’s argument problematisch voor materialisme? (1)

A

Op eerste zicht wel: als qualia / fenomenaal bewuste ervaringen niet-materieel zijn, dan kunnen ze nooit op materialistische wijze worden beschreven, uitgelegd, of verklaard.

21
Q

Is Frank Jackson’s argument problematisch voor materialisme? (2)

A

Niet echt, zijn argumentatie was zelf problematisch:
- Intuïties kunnen fout zijn
- Jackson stelt te hoge eisen aan de materialistische theorie

22
Q

David Chalmers: Fenomenale zombies

A

Als fenomenale zombies kunnen bestaan (fysiek identiek, zonder qualia) dan betekent dit dat fenomenale eigenschappen geen fysieke eigenschappen zijn.
Dus kan de materialistische theorie dit niet verklaren

23
Q

Is David Chalmers’ argument problematisch voor materialisme?

A

Niet echt, zijn argumentatie was zelf problematisch:
- Wie zegt dat fenomenale zombies kunnen bestaan?
- Chalmers begint met de aanname dat materialisme incorrect is.

24
Q

Waarom zijn fenomenale zombies wel interessant?

A
  • Ze wekken intuïties op tegen dualisme
  • Ze zijn een belangrijke uitdaging voor materialisme
  • Omdat er weleens zombie-achtige ervaringen zijn in het echte leven
25
Q

Zombie-achtige gevallen in het echte leven

A
  • Homicidal somnambulism (moorddadig slaapwandelen)
  • Blindsight (blindzien)
26
Q

Homicidal somnambulism (moorddadig slaapwandelen)
Kenneth Parks

A

Vermoord in slaap schoonouders, geeft zichzelf aan ‘‘Ik denk dat ik net twee mensen heb vermoord’’.
Wordt vrijgesproken omdat blijkt dat hij de hele tijd aan het slaapwandelen was

27
Q

Blindsight (blindzien)
Graham Young

A

Heeft jong een fietsongeluk en beschadigd de linkerkant van de visuele cortex ‘corticaal blind’
Later blijkt hij blindziend, niet bewust van visuele stimuli maar toch (meestal) correcte reactie als ze gevraagd worden te gokken

28
Q

Zijn Kenneth en Graham echt zombies?

A

Nee
- Fysieke verschillen hebben geleid tot verschil in bewuste ervaringen!
- Ze functioneren niet zoals ‘normaal bewuste’ mensen

29
Q

Conclusie uit de fenomenale zombies

A

Fenomenaal bewustzijn heeft wel iets te maken met het materiele brein en heeft ook een functie.

30
Q

Colin McGinn: We zijn gewoon niet slim genoeg
Standpunt

A

mensen hebben simpelweg niet de nodige cognitieve capaciteiten om het lichaam-geest debat op te lossen, of om te zien hoe materialisme correct kan zijn
‘explanatory gap’ is een epistemologisch probleem

31
Q

Colin McGinn: We zijn gewoon niet slim genoeg
idee

A

We hebben twee manieren om de lichaam-geest relatie te onderzoeken:
- Het brein als startpunt nemen
- De geest als startpunt nemen

32
Q

Het brein als startpunt nemen

A

In dit geval hoeven we nooit mentale concepten te introduceren. Alles kan worden verklaard zonder te refereren naar bewustzijn!
neurowetenschap

33
Q

De geest als startpunt nemen

A

In dit geval hoeven we nooit fysieke elementen te introduceren. We hoeven niet te refereren naar het brein of het lichaam!
Introspectie

34
Q

Colin McGinn: We zijn gewoon niet slim genoeg
Conclusie

A

Beide methodes falen om de relaties tussen geest en lichaam te beschrijven en te verklaren
We zullen het lichaam-geest probleem nooit kunnen oplossen

35
Q

Is Colin McGinn’s argument problematisch voor materialisme? (1)

A

Enerzijds niet:
Volgens McGinn is er geen metafysisch probleem voor materialisme: het kan goed zijn dat de wereld in elkaar zit zoals materialisme aanneemt, en alles fysiek is.

36
Q

Is Colin McGinn’s argument problematisch voor materialisme? (2)

A

Anderzijds wel:
Volgens McGinn zullen we fenomenaal bewustzijn en het lichaam-geest probleem nooit op materialistische wijze kunnen verklaren omdat we simpelweg niet over de nodige cognitieve capaciteiten beschikken.
Er lijkt dus een groot (en onoverkomelijk) epistemologisch probleem te zijn.

37
Q

De natuurlijke methode (Owen Flanagan)

A

Wat als we interdisciplinair werken? Disciplines combineren
Je vergaart zo kennis die je niet had kunnen vergaren met één ervan

38
Q

De natuurlijke methode toepassen

A
  • De ‘Penfield Homunculus’
  • Depressie
39
Q

De ‘Penfield Homunculus’

A

Welke delen van het menselijke brein gewijd zijn aan het verwerken van motorische en zintuiglijke functies,
gevonden met hersenonderzoek en de fenomenologie van zijn patiënten

40
Q

Depressie

A

Het fenomenologisch karakter is neurologisch onderzocht om behandeling te vinden.