deel 2. bouwstenen Vlaams actieplan onlinehulp Flashcards
p.122-124 en p.132-133
1
Q
mediawijsheid van hulpvragers vergroten
A
- algemeen
- opdracht voor welzijns- en zorginstellingen
- onderwijs (mediawijsheid als vakoverschrijdende eindterm)
- educatieve sector (basiseducatie, volwassenonderwijs) - aandacht onderwijs
- kennismaking onlinehulpaanbod voor welzijn en gezondheid
- inspirerende voorbeelden rond seks en agressie (Amann-Hechenberger)
2
Q
onlinehulpcompetenties van medewerkers vergoten
A
- algemeen
- organisatie krijgt de kans om te bepalen of en zo ja welk onlinehulpaanbod gerealiseerd zal worden
- dit kan pas als medewerkers zicht hebben op aanbod relevant voor hun sector en meerwaarde daarvan
- uit inputsessies: medewerkers hulp- en zorgsector geen zicht op onlinehulpmogelijkheden - uitdaging
- voor onderwijsinstellingen en vormings-, trainings- en opleidingsaanbod van organisaties
- aandacht besteden aan deze tekortkoming
3
Q
specifieke onlinehulpcompetenties voor onlinehulpmedewerkers
A
- algemeen
- vergroten alleen je mogelijkheden (maken van jou geen betere hulpverlener) - competenties
- professioneel communiceren
- informatie online aanbieden op toegankelijke en professionele wijze (via chat, e-mail, forum, sms)
- werken met onlinedagboeken, genogrammen en andere ondersteunende onlinetoepassingen
- professioneel actief zijn op sociale netwerksites
4
Q
7 (extra) onlinehulpcompetenties voor onlinehulpmedewerkers (1-3)
A
- schermlezen, -schrijven en schermpathie
- redelijk tot goede schriftelijke basisvaardigheden, typesnelheid
- schermlezen, schermschrijven en schermpathie = uitbreiding van basisvaardigheden - basis ICT-kennis en kunnen overdragen;
- kent onlinetoepassingen
- (minstens) basale kennis van computer en internet
- mediawijsheid is hem of haar niet vreemd
- op de hoogte van mogelijkheden en beperkingen van onlinehulptoepassingen
- kent relevante onlinehulpaanbod uit eigen taalgebied en organisatie
5
Q
7 (extra) onlinehulpcompetenties voor onlinehulpmedewerkers (4-7)
A
- minstens neutrale grondhouding tav onlinehulp = neutrale houding tav de mogelijkheden van onlinetoepassingen voor zijn vakgebied
- kan onlinetoepassingen inzetten
- bewust van verschillen tussen online en face-to-facecommunicatie
- kan onlinegespreksmethodieken die organisatie gebruikt professioneel inzetten
- naast onlinebasisvaardigheden, ook omgaan met under- en overdisclosure - kan regie delen met hulpvrager
- op professionele manier regie in hulpverleningsproces te delen met cliënt
- zolang nodig en wenselijk = initiatief aan hulpvrager, indien nodig regie van hulpverleningstraject - kan omgaan met transparantie van onlinecommunicatie = intern en extern adequaat omgaan
6
Q
voorwaarden onlinecompetenties van medewerkers ontwikkelen
A
- nood aan basisvorming op vlak van:
- ICT-kennis- en vaardigheden
- online gespreksvaardigheden / specifieke communicatie
- kennis van specificiteit van onlinehulp
- mediawijsheid - taak voor wie?
- vorming en onderwijs (in welzijns- en gezondheidsorganisaties)
- hoger onderwijsopleidingen in sociale sector (zowel basisopleidingen bachelors en masters, bijscholingsaanbod) = in enkele opleidingen het geval !!
- in ICT-opleidingen = meer aandacht aan degelijke communicatie met niet ICT-actoren
7
Q
digital natives versus ervaren hulpverleners en zorgverstrekkers
A
- algemeen
- investeren en versterken van onlinehulpcompetenties = belang voor alle hulpverleners en zorgverstrekkers
- praktijk: verschil tussen bijbrengen van onlinehulptoepassingen bij oudere hulpverleners en studenten, die meestal digital natives zijn
- studenten = in professionele context mee leren omgaan >< ouderen = (technisch) vertrouwen in onlinecommunicatietools - voordelen
- aandacht voor mediawijsheid
- leren kennen van onlinehulptoepassingen en meerwaarde, specifieke aspecten van schermlezen, schermschrijven en schermpathie
- omgaan met regie delen en transparantie
8
Q
onlinehulpverlening doe je nooit alleen
A
- algemeen
- collegiaal beraad noodzakelijk
- intervisie en supervisie (en aandacht voor opleiding)
- ook via hands-on-trainingen (vb. CAW: afzonderlijke oefen-chatkamer) - binnen de opleiding
- casusgesprekken, supervisie- en intervisiemomenten
- leren uit ervaring van anderen
- organisatiecultuur omtrent onlinehulp en optimaliseren onlinehulpmethodiek
9
Q
meer deskundigheid nodig om onlinehulp goed te ontwikkelen en realiseren
A
- voorstel i.v.m. ondersteunende elementen voor onlinehulp (1)
- organisaties: investeren in vergroten van mediawijsheid van hun hulpvrager
- onlinehulpmedewerkers verwerven onlinehulpcompetenties
- organisaties worden zelf onlinehulpcompetenter
- medewerkers: stimuleren om onlinehulpaanbod en meerwaarde ervan te leren
10
Q
voorstellen i.v.m. ondersteunende elementen voor onlinehulp (2-4)
A
- koepels/steunpunten en bundelingsinitiatief van onlinehulp-expertise = organisatie bijscholingen voor onlinehulpmedewerkers
- draagvlak voor bundelingsinitiatief van onlinehulp-expertise
- Vlaamse overheid: bepaalt in overleg met koepels de opdracht, taak en structuur van bundelingsinitiatief (structureel omkaderd) - organisatie met onlinehulp-expertise gestimuleerd om expertise te delen
11
Q
voorstellen i.v.m. ondersteunende elementen voor onlinehulp (5-7)
A
- organisaties signaleren relevante onderzoek- en ontwikkelingsvragen i.v.m. onlinehulp
- koepels en Vlaamse overheid = stimuleren en faciliteren onderzoek en ontwikkeling i.v.m. onlinehulp
- Vlaamse overheid
- zorgt in functie van de ontwikkeling van onlinehulp voor afstemming tss onder andere beleidsdomeinen ‘WVG’, ‘Onderwijs & Vorming’, ‘Jeugd’, ‘Werk & Sociale economie’
- tussen Vlaamse en federale overheid worden onlinehulpthema’s afgestemd tussen ‘beleidsdomein WVG’ en ‘FOD Volksgezondheid’