bouwstenen Vlaams actieplan onlinehulp Flashcards
bouwstenen voor een Vlaams actieplan onlinehulp
- algemeen
- snelle evolutie onlinehulpverlening > nood aan globaal kader in Vlaanderen
- bouwstenen = uitgewerkt door Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2014) - drieledige doelstellingen
- onlinehulp definiëren
- overzicht geven van het Vlaamse onlinehulpaanbod
- beleidsaanbevelingen formuleren
het actieplan focust op: 6 welzijns- en gezondheidssectoren
- algemeen welzijnswerk
- bijzondere jeugdbijstand
- gezondheidssector
- welzijnswerk voor personen met een beperking
- Kind & Gezin
- opvoedingsondersteuningsorganisaties
het actieplan focust op: 8 thema’s bij het onlinehulpbeleid
- definitie van onlinehulp
- visie op onlinehulp
- positie van onlinehulp
- kwaliteit van onlinehulp
- deontologische aspecten
- voorwaarden voor onlinehulp
- ondersteunende elementen
- implementeren van onlinehulp
het actieplan focust op 8 actoren
- cliënt - hulpverlener
- medewerker
- organisatie
- organisatie-overstijgend
- koepel of steunpunt
- bedeling expertise
- Vlaamse overheid WVG
- andere beleidsdomeinen
ontstaan onlinehulp voor welzijn en gezondheid
- algemeen
- fenomeen: online communiceren met cliënten en patiënten over welzijn en zorg
- door meervoud van (overlappende) begrippen (E-health, onlinehulp, digitale zorg, welzijn 2.0) - definitie vormen niet eenvoudig:
- verschillende accenten bij invulling van onlinehulp
- grote verscheidenheid onlinehulptoepassingen en hun mogelijkheden
- paradigmaswitch
definitie en beschrijving van onlinehulp
- betekenis
- omvat elke interventie waarbij gebruik gemaakt wordt van informatie- en communicatietechnologie (ICT)
- focus: bestendigen of verhogen van welzijn en gezondheid - interventies
- welbewuste, gerichte beïnvloedingspogingen om het gedrag (en het verloop van gebeurtenissen) in bepaalde gewenste richting te sturen
- altijd situatiegebonden en moeten worden onderbouwd
- op geschikt moment (momentum) en passen bij fase
- ingezette middelen = effectief, efficiënt en gesteund door meewerkende actoren
focus beleidsplan
- algemeen
- op onlinecommunicatie tussen hulpvrager en zorgverstrekker
- essentieel onderdeel ‘hulp en zorg op afstand’
- en complementair aan aandacht die overheid geeft aan digitale communicatie tussen medewerkers onderling of online dossiervorming - belangrijke gegevens
- 7% Vlamingen beschikt huis niet over internet (of weg naar online welzijns- en zorgaanbod)
- digitale kloof = zeker hoger dan 7% en belangrijk aandachtspunt
onlinehulptoepassingen
- algemeen
- onlinehulpverlening = meer dan 30 onlinehulptoepassingen
- zoals informatieve websites, communicatietools zoals chat en e-mail, ondersteunende onlinehulpinstrumenten als zelftest - toepassingen
- op maat van organisatie of sector (focus professionele eigenheden en deontologische aspecten als privacy en veiligheid)
- bestaande generieke onlinetoepassingen (blogs en sociale netwerksites)
belangrijke kenmerken van onlinehulp
- communicatie verloopt via ICT;
- mogelijkheid om anoniem (of via nickname) contact op te nemen;
- kanalenreductie of decontextualisatie treedt op;
- aanbod is plaatsloos en soms tijdloos;
- uitdaging regie tss hulpvrager en hulpverlener te delen;
- nieuwe samenwerkingsverbanden tss geografisch en verspreide organisaties
- meer transparantie (concrete interventies = immers ‘zwart op wit’)
deontologische aspecten van onlinehulp
- algemeen
- communicatiekanaal ook organisatiedoel te realiseren = ethische en juridische vragen in verband hiermee beantwoord aan hand van werkwijzen die ook in reguliere hulp wordt gehanteerd
- transfer van reguliere naar onlinehulp niet altijd evident - verschillen binnen organisaties en medewerkers
- springen verschillend om met deontologische vragen
- twee soorten reacties: 1) geen issue van deontologische aspecten zolang geen fouten en 2) bewust omgaan met deontologische vragen via teamoverleg, aandacht voor ‘informed consent’ en raadplegen experts
- ontstaan expertise door: lerende netwerken, deontologische stappenplannen en draaiboeken
specifieke vragen i.v.m. onlinehulp
- algemeen
- met huidige deontologische kaders in reguliere hulp moeilijk of niet beantwoord kunnen worden - betrekking op:
- (doorbreken) van anonimiteit
- bewaren of beheren van digitale informatie
- inzagerecht door cliënten
- ontwikkelen van onlinehulp en specifieke vragen (vooral bij chathulp, e-mailhulp)
- (gedeeld) beroepsgeheim vs. meldingsplicht
- online hulp met kinderen en jongeren
- aansprakelijkheid van medewerkers als online info ‘zwart op wit’ staat
- vragen i.v.m. contractvorming met ICT-bedrijven (betrekking oneigenlijk gebruik onlinehulp)
vragen i.v.m. deontologie in onlinehulp
- algemeen
- en reeds verworven expertise tot nog toe niet gebundeld
- behoefte: reeds aanwezige expertise gedeeld kan worden en duidelijke stand van zaken opmaken (van deontologische vragen die onopgelost blijven) - kenmerken
- expertise rond onlinehulp vanuit sectoren buiten Vlaams welzijnswerk en Vlaams gezondheidszorg = moeizame vertaalslag naar betrokken organisaties
- werk aan de winkel: bestaande regels extrapoleren naar onlinehulp en hiaten in wetgeving dichten
4 ondersteunende perspectieven voor onlinehulp
- ondersteunende perspectieven
- deskundigheid bevorderen van alle actoren
- knowhow (vakkennis) bundelen over organisaties heen
- onderzoek & ontwikkeling stimuleren
- afstemming met andere beleidssectoren organiseren
deskundigheidsbevordering
- betreft 3 centrale actoren:
- stimuleren van mediawijsheid van cliënten
- basisvorming
- intervisie en supervisie rond 7 specifieke hulpcompetenties
7 hulpcompetenties voor medewerkers
- typ- en schriftelijk vaardig zijn (aandacht schermlezen, -schrijven en schermpathie)
- basale kennis van computers en internet
- onlinehulptoepassingen die relevant zijn voor sector kennen (en mogelijkheden en beperkingen)
- minstens neutrale houding ten aanzien van onlinehulpverlening in sector
- bewust van verschillen tss offline- en onlinecommunicatie
- in staat zijn regie, hulp en zorgproces delen met cliënt
- kunnen omgaan met interne en externe transparantie (eigen aan onlinehulp)
bundeling van knowhow voor kwaliteitsvolle onlinhulp
- algemeen
- organisaties willen kennis over onlinehulp bundelen door snelle evolutie en verspreide expertise - doelstellingen
- volgen van ontwikkeling
- inventariseren en delen van kennis en expertise
- afstemmen, inspireren en stimuleren van dialoog
- bevorderen van kwaliteit en samenwerking - voorstellen voor activiteiten
- kennisopbouw over onlinehulp
- opstarten en verbeteren onlinehulpaanbod
expertisebundeling i.v.m. onlinehulp
- algemeen
- groot draagvlak bij organisaties, koepels en steunpunten
- nood aan structurele omkadering (over doelen, activiteiten en structuren)
- geen consensus = mandaten en opdrachten van koepels en steunpunten sterk verschillen - Vlaamse overheid
- wel consensus in overleg met steunpunten en koepels de doelen, activiteiten en structuur dient te bepalen
onderzoek en ontwikkeling van onlinehulp
- algemeen
- vereist nodige aandacht (2014)
- onderzoeksaandacht = naar inventariseren van bestaande onlinehulp (effectiviteit daarvan en lacunes (= onvolledigheden) in onlinehulpaanbod)
- beleidsmatig vooral aandacht aan faciliteren van vraag en aanbod (onderzoek, ontwikkeling en toegankelijk maken van ontwikkelingsfinancieringsbronnen) - niveau organisatie en beleid
- ontwikkelingsonderzoek: betrekking op uitwerking nieuwe onlinehulptoepassingen en methodieken
afstemming tussen WVG en andere beleidsdomeinen
- algemeen
- overleg tussen verschillende beleidsdomeinen en instanties om onlinehulp te bevorderen
- WVG: Welzijn, Volksgezondheid en Gezin - samenwerking
- tussen het WVG en Onderwijs & Vorming voor mediawijsheid en onlinehulpcompetenties
- tussen het WVG, Onderwijs & Vorming en Jeugd voor onlinehulpaanbod voor jongeren
- tussen WVG en Volksgezondheid over erkenning en terugbetaling
- tussen WVG, Werk & Sociale Economie voor hulp aan personen met een arbeidsbeperking
- tussen WVG en Justitie over deontologie en hulp aan gedetineerden.