Deel 1 Flashcards
Waarin onderscheidde de Griekse wereld in de Oudheid van het Egyptische en Babylonische rijk?
In de grote rijken zoals het Egyptische en Babylonische rijk hebben de wiskundige wetenschappen met praktische toepassingen een centrale rol. In de Griekse wereld speelde de filosofie een grotere rol.
Waarom is het feit dat de Griekse steden veel overzeese handel dreven van belang voor de ontwikkeling van kennis in die steden?
Dit zorgt voor een hoog welvaartsniveau wat deze steden tot grote bloei laat komen, daarin zie je voor het eerst dat filosofie ontstaat en het begrip natuur doet daar ook voor het eerst opgang.
Welke drie fasen onderscheidt men doorgaans in de Griekse cultuur en meer specifiek in de Griekse wetenschap? Geef een korte karakterisering van elk van deze drie fasen met betrekking tot de klassieke wetenschap.
Pre socratische periode 600-400 v. Chr.: Kenmerkend zijn de Ionische natuurfilosofen en hun ontdekking van de natuur. Zij namen hierdoor afstand van de goden om natuurprocessen te verklaren.
Atheense scholen 400-300 v. Chr.: In het machtsbolwerk Athene waren er vier scholen waarin de denkwijzen van de grote denkers werden onderwezen: Plato’s academie, het Lyceum van Aristoteles, de Stoa van Zeno & de tuin van Epicurus. Ze hadden alle vier verschillende denkbeelden op het gebied van natuurwetenschap, filosofie en politiek.
Alexandrijnse wetenschap 300 v. Chr. -400. In deze periode van het Romeinse rijk werd veel wiskunde bedreven en voornamelijk in de astronomie. Kenmerkend zijn Ptolemaeus’ theorieën met bijcirkels en vereffeningpunten en de opkomst van de geografie.
Noem enkele factoren die een rol speelden in de opkomst van de Griekse filosofie en licht die rol toe.
Ten eerste heeft toename van Griekse burgers in het bestuur en de rechtspraak een rol gespeeld in de opkomst van de Griekse filosofie. Logica en retorica was zeer belangrijk in de politiek waardoor er een grote toename was van studenten bij de Atheense scholen. Daarnaast was er ook een steeds sterkere stroming die opzoek was naar de waarheid over levensvragen en was er een zoektocht naar verklaringen voor de natuur. .
Waaruit blijkt het rationalistische karakter van de Griekse filosofie? Licht dit toe.
De Grieken hebben de neiging om hun verstand veel meer te vertrouwen dan hun zintuigen. Zij zijn hier zeer radicaal in en zijn van mening dat alleen zekere kennis echte kennis is.
Wat bedoelen we precies als we spreken van de ontdekking van de natuur door de Ionische natuurfilosofen?
Zij hebben het begrip natuur als eerste vormgegeven. Zij koppelde de natuur aan het begrip fusis wat overeenkomst met onze huidige definitie van natuur. Namelijk dat de natuur zelfstandig is en dat er een universele verklaring is voor natuurverschijnselen.
Geef een korte beschrijving van het preklassieke (Babylonische) wereldbeeld.
Men dacht dat de platte aarde dreef op de wereldoceaan, deze is omgeven door de hemelkoepel. Boven de hemelkoepel vind je weer water. Onder de aarde bestaat nog een soort onderwereld. Natuurverschijnselen werden individueel verklaard aan de hand van voorafgaande gebeurtenissen en uit de goddelijke wil.
Waarin verschilt het denken over de natuur van de zogenaamde Ionische natuurfilosofen (Thales, Anaximander, Anaximenes) van dat van hun voorgangers? Illustreer dit verschil aan de hand van enkele voorbeelden.
Voorgangers verklaarde natuurverschijnselen aan de hand van de gemoedstoestand van goden. Zo was traditioneel de verklaring voor onweer dat het de woede van Zeus was, Anaximander verklaarde het aan de hand van dat het de wind is die de wolken split. Aardbevingen werden veroorzaakt door Woede van Poseidon, Thales van Milete verklaarde dit door verstoringen in de oceaan waarop de Aarde drijft. Ionische natuurfilosofen vinden de natuur zelfstandig en verschijnselen moeten altijd een universele verklaring hebben, de gemoedstoestanden van de goden spelen hier geen rol bij.
Hoe kunnen we de grote verscheidenheid aan opvattingen in de Griekse filosofie over de aard van de werkelijkheid verklaren?
De filosofen probeerde fundamentele levensvragen te beantwoorden Zij hadden hierbij de neiging om tegengestelde standpunten in te nemen. Een voorbeeld is Aristoteles die ook al was hij een leerling van Plato hij een compleet ander wereldbeeld had. Deze tegenstellingen leiden tot een grote verscheidenheid aan opvattingen over de aard van de werkelijkheid. Mogelijke verklaring is de verscheidenheid van stadstaatjes met verschillende bestuursvormen wat ook leidt tot verscheidenheid in verklaringen in de natuurwetenschap.
Wat kenmerkt het beeld van de werkelijkheid van de Pythagoreeërs?
De essentie van alles was te vinden in onveranderlijke getallen. 4 = gerechtigheid, 5 = huwelijk, 7 = gezondheid en 10 = volmaaktheid. Ook geloofden ze in een ziel die gezuiverd moest worden zodat verheffing naar het goddelijke kon plaatsvinden na de dood.
Hoe dachten de Hippocratici over gezondheid? Waarom is het onwaarschijnlijk dat de hippocratische geschriften op een enkel auteur teruggaan?
Ziekten was niet gevolg van bovennatuurlijke, goddelijke oorzaken, maar van disbalans in de essentiële lichaamssappen (bloed, speeksel, zwarte en gele gal).
Hippocrati Corpus, een verzameling van medische teksten sterk geassocieerd met Hippocrates, verschilt in context, leeftijd, stijl en methode waardoor ze mogelijk niet door een auteur zijn geschreven.
Geef een korte karakterisering van de vier Atheense scholen uit de vierde eeuw voor Christus.
- Academie: leer van Plato. Kenmerken: Ideeënwereld, ethiek, politiek.
- Lyceum: leer van Aristoteles. Kenmerken: doelmatige natuur, ethiek, logica, natuurfilosofie.
- Stoa: Leer van Zeno. Kenmerken: materie, pneuma, deugd, ascetisch leven.
- Tuin: Leer van Epicurus. Kenmerken: Hedonisme, Atomisme, genot hoogste goed.
Op welke gronden kende men in de Oudheid (Pythagoreeërs, Aristoteles) de aarde een bolvorm toe? Hoe bepaalde Eratosthenes de omtrek van de aarde?
De aarde kreeg een bolvorm toebedeeld omdat dit de perfecte wiskundige en goddelijke vorm was. Daarnaast beweegt het element aarde van nature naar het middelpunt van de wereld, dus bolvorm. Verder veranderen bij noord-zuid-reizen de sterrenbeelden aan de hemel. Tenslotte werpt de aarde bij een maansverduistering een cirkelvormige schaduw op de maan en komt het topje van een berg als eerste inzicht.
Eratosthenes wist de omtrek van de aarde te bepalen door in Syene en Alexandrië (zelfde breedtegraad) te kijken op 12 uur 21 juni. Als in Syene de zon loodrecht in een put valt, op hetzelfde moment is in Alexandrië een schaduw te zien van een paal. Uit de lengte van de schaduw en de hoek tussen de zon en de verticaal kon hij de omtrek berekenen, de hoek bleek 7.2 graden, de omtrek van de aarde was dus 50 maal de afstand tussen de twee plaatsen. (zie nog afbeelding!)
Welke vakgebieden rekenden de Alexandrijnen tot de wiskunde? (5 dingen)
Geometrie Optica Statica Geografie Astronomie
In de wiskundige theorie van Ptolemaeus bewegen de planeten niet in eenparige cirkelbewegingen rond het middelpunt van de wereld (de aarde). Welke drie soorten aanpassingen bracht hij aan om nauwkeurig rekenschap te kunnen geven van de verschijnselen?
- Samengestelde cirkelbewegingen door gebruik van bijcirkel.
- Toevoeging vereffeningspunt/ equant: punt beweegt met constante hoeksnelheid t.o.v. het equant, niet het middelpunt van de wereld.
- Eenparige cirkelbeweging is geen vereiste