Deck T Flashcards
1
Q
allmählich
A
langzamerhand
2
Q
alltäglich
A
dagelijks
3
Q
bericht, der
A
verslag
4
Q
berichterstattung
A
verslaggeving
5
Q
durchsetzungsfähigkeit, die
A
doorzettingsvermogen
6
Q
einspruch erheben
A
protesteren
7
Q
einstecken
A
incasseren
8
Q
forschungszweig, der
A
tak van het wetenschappelijk onderzoek
9
Q
fortschrittlich
A
vooruitstrevend
10
Q
gerade
A
juist
11
Q
geradezu
A
gewoonweg, bepaald
12
Q
hervorgehen
A
blijken
13
Q
lösen, ein problem
A
een probeem oplossen
14
Q
Niete, die
A
mislukking; spijker
15
Q
rückständigkeit, die
A
achterlijkheid
16
Q
schlussflogerung, die
A
conclusie
17
Q
Tugend, die
A
deugd
18
Q
schlüssige Nachweis, der
A
sluitend bewijs
19
Q
umweltschutz, der
A
milieubescherming
20
Q
verleiden
A
bederven
21
Q
verleihen
A
verlenen, geven
22
Q
wenn… auch
A
hoewel
23
Q
zulauf, der
A
toeloop
