de woning Flashcards
1
Q
house keys
A
de huissleutel
2
Q
house number
A
het huisnummer
3
Q
door bell
A
de deurbel
4
Q
door lock
A
het deurslot
5
Q
mailbox
A
de brievenbus
6
Q
detached house
A
het vrijstaandehuis
7
Q
semi detached house
A
de twee onder een kapwoninge
8
Q
rental property
A
de huurwoning
9
Q
courtyard
A
de binnenplaats
10
Q
the property
A
het pand
11
Q
the renovation
A
de verbouwing
12
Q
the construction
A
de aanbouw
13
Q
attic
A
de zolder
14
Q
basement
A
de kelder
15
Q
hallway
A
de hal