De / Het Flashcards
What is the article for ‘adres’?
Het adres
What is the article for ‘bed’?
Het bed
What is the article for ‘boek’?
Het boek
What is the article for ‘brood’?
Het brood
What is the article for ‘cafe’?
Het cafe
What is the article for ‘centrum’?
Het centrum
What is the article for ‘contact’?
Het contact
What is the article for ‘eten’?
Het eten
What is the article for ‘examen’?
Het examen
What is the article for ‘feest’?
Het feest
What is the article for ‘fruit’?
Het fruit
What is the article for ‘geld’?
Het geld
What is the article for ‘gezin’?
Het gezin
What is the article for ‘hoofd’?
Het hoofd
What is the article for ‘huis’?
Het huis
What is the article for ‘huiswerk’?
Het huiswerk
What is the article for ‘jaar’?
Het jaar
What is the article for ‘kind’?
Het kind
What is the article for ‘kleed’?
Het kleed
What is the article for ‘kuiken’?
Het kuiken
What is the article for ‘land’?
Het land
What is the article for ‘menu’?
Het menu
What is the article for ‘meubel’?
Het meubel
What is the article for ‘museum’?
Het museum
What is the article for ‘nieuws’?
Het nieuws
What is the article for ‘restaurant’?
Het restaurant
What is the article for ‘schilderij’?
Het schilderij
What is the article for ‘seizoen’?
Het seizoen
What is the article for ‘station’?
Het station
What is the article for ‘strand’?
Het strand
What is the article for ‘telefoonnummer’?
Het telefoonnummer
What is the article for ‘theater’?
Het theater
What is the article for ‘vliegtuig’?
Het vliegtuig
What is the article for ‘weekend’?
Het weekend
What is the article for ‘weer’?
Het weer
Ochtend
de
Middag
de
Avond
de
nacht
de
Trein
de
Bioscoop
de
verjaardag
de
Uitnodiging
de
familie
de
vader
de
moeder
de
zoon
de
raam
het
ramen
de (all pluralis)
muur
de
bot
het
biefstuk
het
wit brood
het
broodje
het
bloem
de
bank
de
tafel
de
tapijt
het
mat
de
stoel
de
bord
het
kaars
de
haard
de
slaapkamer
de
badkamer
de
dak
het
trui
de (sweater)
overhemd
het (long sleeve shirt)
hemd
Het (shirt)
rok
de (skirt)
onderbroek
de
fiets
de
auto
de
bus
de
tram
de
vliegtuig
het
boot
de (boat)
schip
het (ship)
sneeuw
de
verdieping
de
makelaar
de
kast
de
nachtkastje
het
kledingkast
de
douchegordijn
het
wastafel
de
spiegel
de (mirror)
handdoek
de (towel)
vaas
de
tijdschrift
het
gordijn
het
medicijnen
de
recept
het (prescription)
hoofdpijn
de
huisarts
de
ziekenhuis
het
schouder
de
arm
de
elleboog
de
been
het (leg)
bovenbeen
het (thigh)
scheenbeen
het (shin)
enkel
de
hersenen
de
hart
het
longen
de
maag
de (stomach)
mond
de
oog
het
oor
het
neus
de
