de cel deel 1 Flashcards

1
Q

bouw celmembraan

A

dun vetachtig vliesje opgebouwd uit twee lagen fosfolipiden (dubbele fosfolipidenlaag) waartussen eiwitten en cholesterol zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functie celmembraan

A
  • vormt begrenzing met buitenwereld
  • regelt welke stoffen in en uit de cel moeten
  • herkennen van vreemde stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een fosfolipide?

A

een eenheidsmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de kop van een fosfolipide?

A

polair = hydrofiel -> waterinhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de staart van een fosfolipide?

A

apolair = hydrofoob -> schrik van water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zie schema voor tekeningen! celmembraan

A

yeis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bouw cytoplasma

A

stroperige vloeistof waar celorganellen in rond zweven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie cytoplasma

A

plaats waarin alle chemische reacties plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bouw mitochondrion

A

dubbelwandig celorganel waarvan de binnen membraan groter en geplooid is, op de binnenmembraan liggen korrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functie mitochondrion

A

energieproductie in de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

reactievergelijking binnen een mitochondrion

A

C6H12O6 + 6O2 -> 6CO2 + 6H2O + energie -> celademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bouw van de celkern

A

bevat het erfelijk materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functie celkern

A

controlecentrum
- regelt functies van de cel
- bewaart het erfelijk materiaal en geeft dit door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe regelt de celkern de functies van de cel

A

vb wat er gedaan moet worden: bepaald eiwit maken, voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

is er een dubbel of enkel eenheidsmembraan in de celkern?

A

dubbel eenheidsmembraan -> vier fosfolipidelagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functie kernporie

A

transport in en uit mogelijk maken

17
Q

functie nucleolus

A

eiwitsynthese

18
Q

bij welke levende organismen is er geen kernmembraan aanwezig?

A

bij prokaryoten: bacteriën en archaea

19
Q

bouw endoplasmatisch reticulum

A

netwerk van membranen geordend in platen en kanalen in het cytoplasma

20
Q

2 soorten ER

A

RER = ruw endoplasmatisch reticulum
SER = glad endoplamatisch reticulum

21
Q

bouw SER

A

geen ribosomen erop

22
Q

functie SER

A

synthese van vetten -> belangerijke rol bij vormen van membraen

23
Q

functie SER

A

synthese van vetten -> belangerijke rol bij vormen van membranen

24
Q

functie RER

A

vorming en transport van eiwitten in de cel

25
Q

heeft het ER een enkele of dubbele eenheidsmembraan

A

enkele

26
Q

bouw ribosoom

A

kleine bolletjes op het endoplasmatisch reticulum of vrij in het cytoplama

27
Q

uit wat bestaan ribosomen?

A

uit eiwitten en RNA

28
Q

functie ribosoom

A

aanmaak eiwitten voor de cel zoals bv enzymen voor spijsvertering,…

29
Q

uit hoeveel eenheiden zijn de ribosomen opgebouwd?

A

2

30
Q

voorbeeld microbodies

A

peroxisomen

31
Q

functie microbodies

A

afbraak van giftige stoffen

32
Q

uit welke vier delen bestaat de celkern?

A
  • erfelijk materiaal = DNA
  • kernporie
  • nucleolus = kernlichaam
  • kernmembraan