cursus 2 Flashcards
1
Q
promovieren
A
doctoreren
2
Q
Bundestag
A
parlement
3
Q
der Wende
A
begin, omwenteling
4
Q
Vergangenheit
A
verleden
5
Q
Verhältnis
A
relatie
6
Q
Schwerpunkt
A
zwaartepunt
7
Q
die Parolen
A
de leuzen
8
Q
sogar
A
zelfs
9
Q
Umweltschutz
A
milieubescherming
10
Q
Grundsätze
A
beginselen, principes
11
Q
Masseneinwanderung
A
massa-immigratie
12
Q
Leitkultur
A
cultuur
13
Q
Rückkehr
A
terugkeer
14
Q
Ursprünglich
A
oorspronkelijk
15
Q
vorgezogene Wahlen
A
vervroegde verkiezingen
16
Q
Abgeordneten
A
verkozenen, afgevaardigden
17
Q
Wahlkreis
A
kieskring
18
Q
Spitzenkandidaten
A
topkandidaten, lijsttrekkers
19
Q
Umfragen
A
enquêtes
20
Q
Wahlbeteiligung
A
opkomst, keuzedeelname
21
Q
Zuwanderung
A
migratie
22
Q
Wirtschaftswachstum
A
economische groei
23
Q
Friedenssicherung
A
vredeshandhaving
24
Q
atentaten
A
aanslagen
25
Arbeitsabläufe
workflow, werkstromen
26
Vorschläge
voorstellen, suggesties
27
Hauptsitz
hoofdzetel, hoofdkantoor
28
Absicht
voornemen, plan
29
dürfen
mogen
30
beherrschen
beheersen
31
anwesend
aanwezig
32
beeilen
opschieten, haasten
33
lügen
liegen, leugens
34
Mut
moed, lef
35
werden
zullen
36
wettbewerbsfähig
concurrentieel
37
Führungskräfte
leidinggevende
38
zielorentiert
doelbewust
39
Entscheidung
besluit, beslissing
40
Weiterbildung
opleiding, scholing
41
gesetzliche
wettelijke
42
Datenschutz
gegevensbescherming
43
Effizienzsteigerungen
efficientieverbeteringen
44
Bedürfnisse
behoeftes
45
zugeschnittene
afgestemd, aangepaste
46
Engpässe
impasse, knelpunt
47
vernachlässigen
negeren
48
Zielvereinbarungen
overeenkomsten
49
Wissen
weten, kennis
50
Nachhaltigkeit
duurzaamheid
51
gefährden
in gevaar brengen
52
Berufsalltag
werkleven, dagelijkse routinge
53
Warnweste
veiligheidshesje
54
Augenschutz
oogbescherming
55
ratsam
raadzaam, verstandig om
56
Bedenken
bezorgdheid
57
Betracht
rekening, gedacht
58
langfristigen
op lange termijn, langdurig
59
Arbeitsfluss
workflow
60
Austausch
uitwisseling, ruil
61
Sicherstellung
waarborging, te garanderen
62
steigern
verhogen, verbeteren
63
förderlich
bevorderlijk, ten goede
64
Anerkennung
erkenning
65
Verantwortungsbewusstsein
verantwoordelijkheidszin
66
Telefonate
telefoontkes
67
überstunden
overwerk
68
ablehnen
weigeren, afwijzen
69
Beschwerde
klacht, bezwaar
70
Schritte
stappen, maatregelen
71
Genehmigten
goedgekeurd
72
Verstoß
schending, inbreuk
73
Mobbing
pesten, intimidatie
74
Arbeitsbedingungen
arbeidsvoorwaarden
75
Umgebung
omgeving
76
vorantzutreiben
vooraf
77
auszutauschen
uit te wisselen, te vervangen
78
entscheiden
beslissen
79
die Frist
termijn
80
innerhalb
binnen
81
infolge
tengevolge
82
statt
in plaats van
83
anhand
aan de
84
anlässlich
naar aanleding van
85
diesseits/jenseits
aan deze/andere kant van
86
laut
volgens
87
zugunsten
ten gunste
88
geschätzt
geschat
89
Forschung
onderzoek
90
Geschwindigkeit
snelheid
91
Bewertung
beoordeling, evaluatie
92
Rohstoffpreise
grondstofprijs
93
Tarifeinigung
tariefharmonisatie
94
Konzern
groep, concern, bedrijg
95
verschoben
verplaatst, uitgesteld
96
Schlaglich
opvallend
97
Versäumnisse
tekortkomingen, nalatigheden
98
Autoriese
auteur
99
büßen
boeten
100
Hauptbahnhof
centraal station
101
bedorferer
spoorwegmaatschappij, ic trein
102
Strumpf
kous
103
Schlümpfe
smurfen
104
riesige
enorm, rijzig
105
unverzichtbar
onuitputtelijk
106
rechtzeitig
tijdig
107
nachhaltig
duurzaam
108
Buchführung
boekhouding
109
Steurerklärung
verklaring
110
Absatz
lid
111
präzis
nauwkeurig
112
Preisgestaltung
prijsstelling, tarieven
113
absagen
afzeggen, annuleren
114
konkret
concreet, specifiek
115
verunsichert
onzeker
116
Leistung
prestatie, vermogen
117
zerstört
vernietigd, verwoest
118
Ampel
verkeerslicht
119
Brücke
brug
120
Buchung
boeking
121
Blick
zicht
122
anschrift
adres
123
Zwischenzeit
tussentijd
124
sobald
zodra
125
Gurke
Komkommer
126
Spinat
spinazie
127
Entenbrust
eendenborst
128
selbstverständlich
natuurlijk, uiteraard
129
berücksichtigt
rekening houden met
130
einführung
invoering
131
