concepten en modellen Flashcards
communicatie =
een proces waardoor de zender bewustzijnsinhoud overdraagt of tracht over te dragen aan één of meerdere ontvangers en dit door middel van een kanaal, signaal en tekens (= een definitie van Fauconnier)
communicatieperspectief: proces-school
= communicatie als transmissie van boodschappen
- nadruk op hoe zender en ontvanger coderen/decoderen, hoe kanalen en media efficient kunnen worden ingezet
- comm = beinvloedingsproces
- verschil tss output en input = een fout
- basis: psych en soc
communicatieperspectief: betekenischcreatieschool
= communicatie als productie en uitwisseling van betekenissen
- nadruk op boodschap zelf, mogelijke interpretaties en mogelijke bedoelingen vd zender
- verschil input en output is geen fout
- centrale methode = semiotiek
- richt zich op de producten v communicatie
teleologische opvatting
Er is enkel sprake van communicatie wanneer de zender bewust een boodschap uitzendt en de ontvanger deze boodschap intentioneel ontvangt
gedragsopvatting
Alle gedrag van mensen is communicatief
Watzlaawik gedragsopvatting
men kan niet niet-communiceren, want wij kunnen ons ook niet niet-gedragen (= gedragsopvatting)
elementen vh communicatieproces:
- zender/bron
- ontvanger/bestemmeling
- boodschap
- signaal
- kanaal
- medium
- ruis
- feedback
zender/bron
= encodeert en zendt dor
bij technische modellen: zender= apparaat, bron = de mens achter het apparaat
ontvanger/bestemmeling
= decodeert en interpreteert
bij technische modellen: ontvanger = apparaat
boodschap
= tekens waaraan een betekenis vasthangt worden doorgestuurd
symbolen =
betekenis is vastgelegd in conventie, gebaseerd op afspraak + hebben versch betekenis in versch culturen
iconen =
fysieke gelijkenis tussen betekenaar en betekende
indices =
sensorische ervaring A, verwijst naar B
code =
repertorium van tekens
signaal
= drager van de tekens
kanaal
= drager van de signalen
Overbrugt de scheiding tss zender en ontvanger
medium
= een object dat boodschap draagt of kan dragen of een technisch middel om boodschap om te zetten in signalen die verzonden en ontvangen kunnen worden via een kanaal dat tijd en ruimte overbrugt
4 soorten informatiestromen volgens Bordewijk en Van Kraam
- allocutie
- consultatie
- conversatie
- registratie
ruis
= elke stimulus die de ontvangst ve boodschap belemmert
- fysiologische
- fysieke
- psychologische
- semantische
feedback
= info van de ontvanger over hoe de communicatie verlopen is
communicatiemodel =
een vereenvoudigde voorstelling die de voornaamste elementen van het communicatieproces en hun onderlinge relaties toont
communicatieformule
van Lasswell: wie zegt wat via welk kanaal tegen wie met welk effect?
mathematisch model
van Shannon en Weaver:
- in context van telefonische communicatie
- aandacht voor telefonische ruis (maar op 1 plaats)
- comm = lineair eenrichtingsproces
DeFleurs uitwerking vh S&W model
- circulair proces
- ruis kan op versch momenten voorkomen + versch soorten ruis
- voor massacommunicatie
circulair model
van Osgood en Schramm:
- geen ruis of medium
- vooral voor interpersoonlijke face-to-face comm
- boodschap staat centraal
spiraal
van Dance:
- dynamische voorstelling van interpersoonlijke comm
- comm komt niet meer terug op hetzelfde punt, relaties beginnen klein en worden groter door de tijd
- voortbouwen op voorafgaande gebeurtenissen
algemeen model
van Gerbner:
een persoon heeft een bepaalde perceptie van een gebeurtenis, wilt daarover communiceren met iemand, maar deze persoon heeft dan weer een andere perceptie van deze gebeurtenis
ABX-model
van Newcomb:
X = extern, attitudeobject waarover men een + of - mening hebt
A, B = zender en ontvanger
Wanneer de menin van A en B niet overeenkomt
-> attitude A over B verandert
-> attitude A over x verandert
-> A probeert attitude van B over X te veranderen
=> comm als middel om cognitieve dissonantie weg te werken
conceptueel model
van Westley & Maclean:
uit veel gebeurtenissen worden er een aantal geselecteerd en hierover wordt gecommuniceerd
-> ontvanger geeft feedback met eigen ervaring over gebeurtenis
-> C = channel, massamedium kan bepalen wat je over de gebeurtenis te horen krijgt
massacommunicatiemodel
van Maletzke: media heeft effect op inhoud: persoonlijkheid vd communicator, soort medium, soort gebeurtenis
rituele modellen
- communicatie creëert verbondenheid en normen/waarden worden overgebracht
- geen verschil zender en ontvanger
- tegen transmissiemodel