Computersystemen (Deel 3) Flashcards
netwerk bestaat uit
knooppunten (nodes) : apparaten met netwerkfunctie
verbindingen (links) : verbinding tussen 2 knooppunten
waarom zijn netwerken ontstaan
er was een nood aan het delen van gegevens zonder medium
functies van een netwerk
gegevensuitwisseling delen van gegevens bewaren van gegevens beveiligen van gegevens delen van hardware delen van software communicatie
een netwerk kan je indelen volgens
geografie/grootte
topologie
gebruik
indeling volgens grootte (klein naar groot)
PAN, LAN, MAN, WAN, internet
indeling volgens topologie
ring bus ster maas (mesh) boom (tree) hybride (combinatie)
ringtopologie
info stroomt altijd in zelfde richting en passeert alle tussenliggende knooppunten
hierdoor is elk knooppunt een zwakke plek die een netwerkprobleem kan veroorzaken
voordelen ringtopologie
geen enkele computer kan het netwerk monopoliseren
gemakkelijk uitbreidbaar
nadelen ringtopologie
moeilijk probleem op te sporen
storing van 1 computer kan ongunstige gevolgen hebben voor het netwerk
tijdens toevoegen en/of verwijderen van computer wordt heel het netwerk verstoord
wordt niet meer verder ontwikkeld
bustopologie
info stroomt in beide richtingen
een knooppunt kan wegvallen zonder netwerkprobleem te veroorzaken
voordelen bustopologie
eenvoudig en betrouwbaar bij kleine netwerken
weinig bekabeling nodig : heel goedkoop
gemakkelijk uit te breiden
nadelen bustopologie
traag
iedere verbindingsstekker verzwakt het signaal
problemen oplossen is niet eenvoudig
stertopologie
centrale knooppunt is het zwakke punt
kan opgelost worden door dit centrale knooppunt redundant te maken
voordelen stertopologie
eenvoudig om toestellen toe te voegen en te verwijderen
door gebruik te maken van een centraal toestel(hub) is het makkelijk om storingen op te sporen
indien 1 computer in het netwerk niet meer of slecht functioneert, wordt niet het hele netwerk verstoort
nadelen stertopologie
wanneer centraal toestel stuk is ligt heel het netwerk plat
bekabeling is duurder, aangezien iedere computer verbonden is met een centraal punt
maastopologie
elk knooppunt is verbonden met alle andere knooppunten (meerdere: partially connected mesh; alle andere : fully connected mesh)
principe waarop het internet gebaseerd is: twee knooppunten kunnen via een omweg verbonden worden
boomtopologie
fysieke en functionele hiërarchie
wanneer kiezen voor een ster-bustopologie
netwerk moet makkelijk kunnen worden uitgebreid
netwerk wordt vaak opnieuw geconfigureerd
goedkoop
wanneer kiezen voor een ster-ringtopologie
groot netwerk
hoge snelheid
zware belasting
indeling van netwerken volgens gebruik
Client/server : server levert gecentraliseerde dienst, client verbind met server om van dienst gebruik te maken
P2P (Peer-to-peer) : communicatie tussen gelijken (peers), geen centrale server
wat hebben alle apparaten nodig op een netwerk
netwerkkaart : NIC (Network Interface Connection)
verschillende media voor verbindingen tussen netwerken
Koper (High Fidelity)
Glas (glasvezel)
Lucht (infraroodtechnologie)
Radio (elektromagnetische golven)
wanneer peer to peer
minder dan 10 medewerkers gevorderde computergebruikers geen uitbreiding bevinden zich dicht bij elkaar beperkt budget
wanneer client/server
meer dan 10 medewerkers onervaren redelijk budget verbinding met extern netwerk of bevinden zich ver van elkaar voorziening van netwerkbeheerders
hybride netwerk
meeste zaken door server
ieder werkstation kan eveneens bronnen beschikbaar stellen voor anderen
soorten kabels
twisted pair : shielded (STP) en unshielded (UTP)
coaxkabel
glasvezel
verschil UTP en STP
STP heeft een extra beschermende mantel waardoor het niet vatbaar is voor EMI
verschillende draadloze media
radiogolven (10KHz tot 1GHz)
microgolven
infrarood
2 soorten microgolfverbinding
aardse microgolfverbinding
microgolfverbinding via satelliet
netwerkapparaten
hub switch router gateway WAP (Wireless Access Point) Modem (Modulator-Demodulator) Repeater