college 9 Flashcards

1
Q

assumpties injectienaaldtheorieën

A
  • Massamedia bereiken iedereen
  • Beïnvloedingsproces is eenrichtingsverkeer
  • Direct verband tussen boodschap en effect
  • Ontvanger is in staat alle boodschappen op te nemen
  • Ontvanger is passief
  • Media-invloed is slecht
  • ‘De massa’ wordt meer beïnvloed dan de elite
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

third person effect

A

mensen denken altijd at ze zelf immuun zijn voor massamedia en reclames, maar dat anderen er wel last van kunnen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beperkte media-effecten

A
  • Effecten van media beperkt tot reinforcement
    –> Bestaande attitudes worden versterkt, maar attitudes kunnen niet van richting veranderen
  • Verschillende soorten effecten, niet alleen effecten op gedrag, maar ook op:
    Cognitief (attentie, interesse, beliefs), Attitude (Aad, Ab), Behavioral (intenties, gedrag)
  • Interpersoonlijke verspreiding van een boodschap
    –> Two-step flow
    –> Opinieleiderschap
  • Culturele en sociale achtergrond bepalen media-effecten
  • Commerciële en publieke karakter van media
    –> Aandacht voor interesses van publiek (kijkcijfers)
  • Groei aantal kanalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inleiding

cultivatie

A

most of what we know, or think we know, we have never personally experienced

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cultivatietheorie

A
  • gaat uit van beperkte effecten van media (indirect ipv direcht, over tijd heen)
  • effecten van media weliswaar klein, maar toch belangrijk
  • theorie is een integratie van:
    1. narratieve paradigma
    2. cultural studies
    3. zwijgspiraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cultivatie: televisie

A
  • Theorie is begonnen als een manier om de impact van TV kijken te testen, met name geweld
  • Televisie cultiveert bepaalde percepties van de sociale realiteit
  • Oorzaak-effect theorie
  • De theorie verklaart de langetermijneffecten van de mediaconsumptie
  • Voorspelt hoe de media ons beeld van de wereld beïnvloeden
  • TV verschilt funfamenteel van andere massamedia
  • TV heeft een extreem hoog bereik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cultivatie: effecten van media

A
  • Televisie beïnvloedt de manier waarop we de wereld zien;
    Het overtuigt ons niet, maar laat een bepaald beeld van de wereld zien. Het gaat niet om wat we doen, maar om hoe we ons voelen (bv. angst –> gevaarlijke wereld)
  • De invloed van televisie is klein (?);
    Ice Age Analogy (steady, limited effects –> cumulatief).
  • Media beinvloeden niet direcht gedrag, maar wel: onderwerpen die van belang zijn, facts & figures van de wereld, attitudes, normen en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ice age analogy

A

just as an average temperature shift of a few degrees can lead to an ice age or the outcomes of elections can be determined by small margins, so too can a small effect make a crucial difference.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verklaringen media-effecten

A
  • beinvloeden als proces:
    attention –> beliefs –> attitudes –> gedrag
  • information processing

learning info from media
TOMO (top of mind awereness) –> apply in other situations
- accessibility model:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

macht van de media

A
  • Cultivatie is een kritische benadering
    Media geeft selectief beeld van elite en beïnvloedt zo de perceptie van alle sociale groepen.
  • Televisie heeft macht vanwege:
    1. Blurring:
    Verschillende maatschappelijke groepen zien dezelfde beelden
    Televisie is mainstream en focust op grootste gemene deler
    2. Blending realities:
    Televisie geeft uniform beeld op werkelijkheid
    Beïnvloedt zo percepties van kijkers
    3. Bending:
    De elite profiteert het meest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mainstreaming

A

verschillende groepen mensen hetzelfde over de werkelijkheid denken, terwijl ze in realiteit in heel andere werelden leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

resonance

A

als je eigen werkelijkheid overenkomt met die op TV, je extra wordt beinvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cultivatie: onderzoek

A
  • institutionele analyse
  • media-inhoud
  • effecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mean world index

A

= de schaal waarop wordt gemeten hoe gemener/gewelddadiger sommige mensen de wereld inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

parasocial interaction

A

de karakters in een show beschouw je een beetje als vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

injectienaaldtheorie

A

loopt direct van zender op ontvanger
- tegenover: interactie en transactie model, waarbij ontvanger de boodschap ook decoderen