college 11 Flashcards

1
Q

cultural study

A

= een theoretisch perspectief dat onderzoekt hoe cultuur beïnvloed wordt door dominante groepen –> hegemonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

neo-marxistisch

A
  • de media vertegenwoordigen de ideologie van de dominante klasse
  • de media worden beheerd en gecontroleerd door organisaties met als motief: dominante cultuur, winst
  • het publiek moet mediawijs gemaakt worden en in opstand komen tegen de heersende klasse –> counter hegemonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

marxisme

A
  • Reactie op kapitalisme & liberalisme (Locke, Smith)
  • Reactie op deplorabele toestand arbeiders in de 19e eeuw
  • De elite / heersende klasse bezit alle productiemiddelen (het kapitaal)
  • Het proletariaat (de arbeiders) bezitten slechts arbeid, die zij moeten verkopen aan de heersende klasse om in leven te blijven
  • Deze tegenstelling leidt tot vervreemding, geen controle meer over de eigen productiemiddelen, waardoor afhankelijkheid ontstaat
  • Onhoudbare situatie –> revolutie –> dictatuur van het proletariaat (socialisme) –> communisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cultural studies: assumpties

A
  • cultuur wordt gezien als een ideologie
  • er zijn verschillende culturele ideologieën die strijden om invloed en betekenisgeving aan concepten (bijv. pro-life)
  • media en cultuur zijn sterk verweven
  • mensen maken deel uit van een hiërarchisch netwerk (machtsverschillen, er is een heersende klasse wat toegang tot culturele productie bezit)
  • media-inhoud reflecteert de opinies van de heersende klasse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ideologie

A

een visie op hoe een cultuur eruit moet zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gemarginaliseerde groepen

A

(mindersheids)groeperingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hegemonie

A

de invloed, macht of dominantie van een sociale groep over een andere sociale groep
–> vaak niet bewust van deze dominantie
–> ook vaak verzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

counter-hegemonie

A

gebruik van dezelfde strategieën als de heersende klasse, maar dan met de bedoeling om de heersende ideologische cultuur te ondermijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

negotiated decoding

A

als mensen een boodschap deels decoderen zoals bedoel, maar wat kritisch zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oppositional

A

als mensen boodschappen decoderen tegenovergesteld als bedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dominant-hegemonic decoding

A

als mensen een boodschap decoderen zoals bedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uses & gratifications theory

A
  • gaat uit van actief publiek met specifieke doelen: heeft controle over de mediaboodschappen die zijn willen bekijken
  • publiek gebruikt media om behoeftes te bevredigen (= gratification)
  • mensen zijn zich bewust van hun mediagebruik
  • gebaseerd op het limited effects-perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

needs en motivaties

A

hebben een sociale of psychologische oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

motivaties

A
  1. diversion
  2. personal relationships
  3. personal identity
  4. surveillance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

U & G: media-effecten

A

zijn afhankelijk van:
- media inhoud en -boodschap
- motivaties
- psychologische en sociale achtergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

U & G: kritiek

A
  • niet een volstrekt ander paradigma
  • terminologische spraakverwarring
  • geen duidelijke eenvormige onderliggende theorie
  • wel echt zo?