college 10 Flashcards
zwijgspiraal (spiral of silence theory: SST)
- De media hebben een grote invloed op publieke opinie
- Massamedia verkondigen de opinie van de meerderheid en doen de opvattingen van minderheden verstommen
- De angst om sociaal geïsoleerd te raken, maakt dat individuen de opvattingen van anderen voortdurend bestuderen
- Met als gevolg dat de meerderheid durft te spreken en de minderheid niet
- Neerwaartse spiraal
publieke opinie
= de meningen en attitudes die in publieke situaties geuit worden om isolatie te voorkomen
- mensen met een afwijkende mening worden buitengesloten
- mensen willen niet buitengesloten worden
- ze conformeren = meegaan met anderen
SST: media
- media zijn:
1. ubiquitous (atomtegenwoordig)
2. cumulative (cumulatief)
3. consonant (gelijkgestemd) - media bepalen voor een groot deel (de perceptie van) de publieke opinie
- media geven een beperkt beeld van de realiteit
agendasetting
verschillende soorten realiteit:
1. ‘echte’ realiteit: krijgen we gefilterd mee, leren het via media
2. media reality = media agenda
3. public perception of reality = public agenda
–> correlatie, maar niet een-op-een
agendasetting aannames
- beperkte effecten van media
- zwijgspiraal
- media hebben grote invloed op de onderwerpen waarover mensen praten
agendasetting: oorzaken
- media zijn slechts een doorgeefluik: moeten nieuws selecteren
- hoor- en wederhoor
- vulling
- media-ideologieën
soorten agenda’s
- intrapersoonlijke agenda: wat is voor jou belangrijk
- interpersoonlijke agenda: waar heb je het over met anderen bij koffieapparaat
- perceived community agenda: wat speelt er volgens jou in jouw omgeving
bij agenda’s
modellen van overeenkomst
Awareness: Welke onderwerpen spelen?
Salience: Welke onderwerpen zijn van belang?
Prioriteit: Wat is de rangorde?
priming
- Activeren van kenniseenheden in het geheugen door een bepaalde stimulus
- Media bepalen niet alleen agenda maar ook welke informatie (de kenniseenheden) men gebruikt om over onderwerpen na te denken
= een psychologisch proces
framing
- De wijze waarop een onderwerp wordt gepresenteerd en geïnterpreteerd door de media (de zender)
- Beïnvloedt beliefs (priming effect), maar soms ook attitudes door het benadrukken van bepaalde feiten of waarden
= agendasetting op het tweede niveau
soorten frames
- situatie-afhankelijke frames
- agemene frames
- inhoud van het onderwerp aanpassen
- presentatie
- cognitieve attributies
- affectieve attributies
plurastic ignorance
wanneer publieke opinie anders is dan die van hen, terwijl dit niet is, maar je wel deze opinie overneemt
false concesus
je denk dat er consesus is over iets, maar dat is er helemaal niet