College 8 Flashcards
The relevance of principle of graphics
Hegarty (2011)
Niet meer of minder informatie geven dan nodig.
The principle of capacity limitations
Hegarty (2011)
Ontvangers hebben een beperkt werkgeheugen (cognitive load). Hier moet in de visualisatie rekening mee gehouden worden.
Data-ink ratio
Hegarty (2011)
Besteed vooral inkt aan relevante informatie. Niet meer inkt gebruiken dan nodig is.
The aprehension principle
Hegarty (2011)
Het principle stelt dat visuele voorstellingen effectief moeten zijn in het snel en nauwkeurig overbrengen van de informatie die ze beogen over te brengen. Je moet zorgen voor een accurate verwerking.
The principle of discriminability
Hegarty (2011)
Zorg voor voldoende visueel onderscheid bij verschillende betekenis.
The principle of perceptual organization
Hegarty (2011)
Groeperen op basis van Gestallt principes
The principle of compatibility
Hegarty (2011)
Vorm moet in overeenstemming zijn met de betekenis. Een focus op de compatibiliteit tussen de presentatievorm en de inhoud.
The principle of salience
Hegarty (2011)
Wat belangrijk is, moet in het oog springen/
The principle of appropriate knowledge
Hegarty (2011)
Zorg dat je ontvanger voldoende kennis heeft om het te kunnen begrijpen.
The principle of visual momentum
Hegarty (2011)
Coherentie tussen meerdere displays, duidelijke animatie/interactie.
Proximity
Gestallt principe
= nabijheid
Mensen hebben de neiging om objecten die dicht bij elkaar staan als bij elkaar horend te zien.
Similarity
Gestallt principe
= gelijkheid
Mensen hebben de neiging om objecten die op elkaar lijken als bij elkaar horend te zien. Dit kan betrekking hebben op kleur, vorm, grootte, etc.
Enclosure
Gestallt principe
= insluiting
Objecten die binnen een afgebakende ruimte vallen, worden vaak als een eenheid gezien. Dit kan bijvoorbeeld een cirkel om een groep objecten zijn, waardoor die objecten als één geheel worden waargenomen.
Symmetry
Gestallt principe
= symmetrie
Mensen hebben de neiging om symmetrische patronen te herkennen en te waarderen. Symmetrie kan helpen bij het organiseren van elementen in een visueel geheel en het creëren van een gevoel van harmonie en balans.
Closure
Gestallt principe
= sluiting
Mensen hebben de neiging om ontbrekende delen van een patroon automatisch aan te vullen om een volledig, samenhangend beeld te creëren. Zelfs als sommige delen van een object verborgen zijn, kunnen mensen vaak toch het volledige object herkennen.
Continuity
Gestallt principe
= continuïteit
Mensen hebben de neiging om rechte lijnen en vloeiende curven te zien in plaats van onderbroken of grillige lijnen. Dit principe helpt bij het organiseren van visuele informatie in een vloeiend geheel.
Connection
Gestallt principe
= verbinding
Objecten die met elkaar verbonden zijn, worden vaak gezien als behorend tot dezelfde groep. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op fysieke lijnen die twee objecten met elkaar verbinden.
Figure & ground
Gestallt principe
= figuur en achtergrond
Mensen hebben de neiging om visuele scènes te interpreteren als bestaande uit een opvallend object (de figuur) dat zich afscheidt van een minder opvallende achtergrond. Dit helpt bij het creëren van focus en het organiseren van visuele informatie.
Wat is te zien in de afbeelding van CTML?
Sorden (2012)
Verwerking van informatie uit woorden en afbeeldingen
- Informatie uit woorden (via het gehoor) en afbeeldingen (via het gezichtsvermogen) wordt eerst opgenomen in de respectievelijke zintuiglijke geheugens.
- Relevante woorden en afbeeldingen worden vervolgens geselecteerd voor verdere verwerking in het werkgeheugen, dat bestaat uit aparte verbale en visueel-ruimtelijke kanalen.
- In het werkgeheugen worden de geselecteerde woorden georganiseerd tot een verbaal mentaal model, en de geselecteerde afbeeldingen tot een picturale (visuele) mentaal model.
- Daarna worden deze verbale en visuele modellen met elkaar en met voorkennis uit het lange-termijngeheugen geïntegreerd tot één samenhangend mentaal model.
Opslag van kennis
- Het geïntegreerde mentale model, dat de nieuwe kennis vertegenwoordigt, wordt vervolgens opgeslagen in het lange-termijngeheugen in de vorm van verbale en visuele mentale modellen.
Het model illustreert dus hoe informatie uit woorden en afbeeldingen via verschillende cognitieve processen in het werkgeheugen wordt verwerkt en geïntegreerd tot nieuwe kennis, die vervolgens wordt opgeslagen in het lange-termijngeheugen.
Wat zijn de 3 basisassumpties van Cognitive Theory of Multimedia Learning?
Sorden (2012)
- Dual-channel assumption
- Limited capacity assumption
- Active processing assumption
Active processing assumption
Sorden (2012)
Je kunt alleen iets leren als je actief bent als ontvanger.
Dual-channel assumption
Sorden (2012)
Verbale en visuele verwerking gebeurt apart. In je werkgeheugen organiseer je de informatie van beide apart.
Central executive
Sorden (2012)
Dit is het centrale controlemechanisme in het werkgeheugen. Het beheert de aandacht en bepaalt waar de focus van de cognitieve processen naartoe gaat.
Phonological loop
Sorden (2012)
Dit is een onderdeel van het werkgeheugen dat zich richt op de verwerking van verbale of auditieve informatie.