College 2 Flashcards

1
Q

Mangen et al. (2013)

Studie - reading linear texts on paper versus computer screen: effects on reading comprehension.

A

Verwachting: wanneer je van papier leest, leidt dit tot een beter tekstbegrip dan wanneer je van een scherm leest.
→ Waarom?
- lastiger navigeren bij hypertekst
- meer stress en vermoeidheid bij lezen van scherm door knpperen en scherpe contrasten

Relevantie:
* Lineaire tekst vergelijken > alleen medium verschilt
* Langere teksten
* Geen labaratorium > natuurlijkere omgeving

RQ: Wat is het effect van medium (technische interface) op de mate waarin een tekst begrepen wordt, en in hoeverre is dat verschillend voor verhalende en uiteenzettende teksten?

Onafhankelijke variabele: medium (papier vs. beeldscherm) en teksttype (narratief vs. uiteenzettend)
Afhankelijke variabele: tekstbegrip (door multiple choice vragen en open vragen)
Controle variabelen: leesvaardigheid en woordenschat

Resultaat: meer tekstbegrip bij lezen op papier dan van een scherm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herinneren vs. weten

A
  • Herinneren: reproduceren, het terughalen of oproepen van informatie die eerder is opgeslagen in het geheugen
  • Weten: iets kunnen toepassen in een andere context (= dan goed begrip van tekst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaringen effect medium op tekstbegrip

A
  • scrollen is hinderlijk doordat je ook met iets anders bezig bent
  • fixity van tekst zorgt voor minder overzicht dus lastiger te onthouden
  • medium-switch (= cognitief zwaarder) versus window-switch van lezen naar antwoorden
  • medium zorgt voor andere benadering (mensen denken zelf dat papier geschikter is en gedragen zich hiernaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Text fixity

A

De mate waarin de inhoud van een tekst stabiel en conistent blijft, de ruimtelijke ordening blijft hetzelfde
- bij scrollen gaat tekst op en neer en verandert de plek van informatie
- mensen onthouden informatie beter als ze weten waar het staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

self fulfilling prophecy

A

een fenomeen waarbij een verwachting of voorspelling een realiteit wordt, simpelweg omdat de verwachting of voorspelling bestaat. Dit gebeurt doordat mensen hun gedrag aanpassen op een manier die de oorspronkelijke verwachting waarmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Singer et al. (2022)

Studie - The effects of processing multimodal texts in print and digitally on comprehension and calibration

A

Aanvuliing op mangen et al.:
- nu ook multimodale teksten (visualisaties kosten meer cognitieve verwerwkingscapaciteit als deze niet goed geplaatst zijn, dat was hier het geval)
- studie van calibratie (verschil eigen perceptie en daadwerkelijke prestatie)

Calibratie:
* mate waarin mensen in staat zijn hun eigen begrip in te schatten
* hoog wanneer verwachting overeenkomt met de werkelijkheid
* mensen die hun begrip overschatten doen minder moeite om info te begrijpen
* inschatten van begrip gaat slechter als je van scherm leest (minder overzicht en hogere leessnelheid)

Hogere leessnelheid:
Studenten lezen vaak sneller op een beeldscherm dan op papier. Deze hogere snelheid kan leiden tot de aanname dat ze de inhoud goed begrijpen, terwijl ze in werkelijkheid minder tijd hebben gehad om over hun begrip na te denken. Dit verstoort de nauwkeurigheid van de zelfbeoordeling (speed-accuracy trade off hypothesis).

Onafhankelijke variabelen:
- medium (tekstboek vs. pdf beeldscherm)
- onderwerp (weer vs. aardbodem)

Afhankelijke variabelen:
1. inschatting voorkennis
2. daadwerkelijke voorkennis
3. calibratie voorkennis (combi 1&2)
4. tekstbegrip
5. inschatting prestaties (JOP)
6. calibratie begrip (combi 4&5)

Resultaten:
* medium heeft effect op begrip (papier is beter)
* als je het uitsplitst in algemeen vs. details: detail vragen beter op papier en bij algemeen geen verschil tussen scherm en papier (alleen bij details die ook uit visualisaties te halen waren)
* calibratie was beter als mensen van scherm lezen (mogelijk doordat ze moeilijk overzicht kregen en sceptischer waren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Speed accuracy trade off hypothesis

A

De Speed-Accuracy Trade-Off Hypothesis stelt dat er een omgekeerde relatie bestaat tussen snelheid en nauwkeurigheid bij het uitvoeren van taken. Als je sneller werkt, neemt de nauwkeurigheid meestal af, en als je nauwkeuriger werkt, neemt de snelheid meestal af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kruikemeier et al (2018)

Studie - Learning from news on different media
platforms: an eye-tracking experiment

A

Hypotheses:
* lezen van papier heeft positief effect op leren, vergeleken met online lezen
* lezen van papier leidt tot meer aandacht dan online wat positief effect heeft op leren (mediator)

Aanvullingen:
- Ze keken ook naar hypertekts om te kijken naar visual attention (wat leest iemand wel/niet, interesse)
- Ze kijken niet alleen naar eindproduct (begrip), maar ook naar proces en de rol van aandacht (mediatie-effect)

Visual attention beinvloed door:
1. user control
2. linearity of reading

Onafhankelijke variabele:
- medium (krant op papier, website of beeldscherm)

Afhankelijke variabelen:
- visual attention
- selectieve visual attention (het selectief richten van de aandacht op bepaalde delen van de content op basis van persoonlijke voorkeuren/interesses)
- recall (14 open vragen)
- herkenning van informatie (4 meerkeuzevragen, bijv. titels)

Resultaten:
* Lezers op papier en tablet besteden meer tijd aan lezen dan op website en hebben meer begrip in het algemeen
* Ze besteden echter minder selectieve tijd dan op website, ze zijn minder gericht op specifieke details.
* Dus: offline, bottom-up lezen leidt tot meer algemene kennis en online, top-down lezen leidt tot minder brede, maar wel meer specifieke kennis over zelfgekozen onderwerpen.

De belangrijkste bevinding is dus dat de modaliteit op zichzelf niet leidde tot verschillen in leren, maar dat de mate van (selectieve) visuele aandacht tijdens het lezen de cruciale factor was die het leren van nieuws beïnvloedde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

editorial cues

A

Editorial cues zijn aanwijzingen in een tekst die de leeservaring verbeteren door de structuur en betekenis duidelijker te maken. Bijvoorbeeld (kranten) koppen, vetgedrukte tekst, alinea’s, witruimte, afbeeldingen, bijschriften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

user control

A

Hoe veel controle een lezer zelf heeft over het verwerken van informatie

Online hebben lezers meer controle over welke informatie ze tot zich nemen (minder editorial cues)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

linearity of reading

A

Dit slaat op de interactiviteit van een tekst.

De “linearity of reading” verwijst naar de mate waarin lezers de tekst in een lineaire volgorde lezen, van links naar rechts en van boven naar beneden. Het is de neiging van lezers om de tekst in een gestage, continue stroom te volgen zonder af te dwalen.

Over het algemeen wordt aangenomen dat de lineaire leesvolgorde sterker is bij tekst op papier dan bij tekst op een beeldscherm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cognitive elaboration

A

Minder lineariteit zorgt voor meer interactiviteit en verhoogt de cognitive elaboration.

Cognitieve elaboratie verwijst naar het actief maken van verbindingen tussen nieuwe informatie en bestaande kennis in het geheugen tijdens het leren of verwerken van informatie.

Meer specifiek betekent het dat iemand de nieuwe informatie actief integreert met wat ze al weten, in plaats van de informatie alleen maar oppervlakkig te verwerken. Dit helpt om de informatie beter te begrijpen en op te slaan in het langetermijngeheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

visual attention

A

De aandacht die lezers geven aan informatie wordt beïnvloedt door user control en lineariteit.

Verschil in bottom up en top down:
- Offline: = bottom-up: editorial cues, structuur van de boodschap (op papier meer geleid door dat wat je voor je krijgt)
- Online = top-down: individuele voorkeuren, doelen
→ Bottom-up aandacht wordt automatisch gestuurd door de eigenschappen van de stimulus zelf, terwijl top-down aandacht wordt gestuurd door interne mentale processen zoals doelen en verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bottom up vs. top down

A

Bottom-up aandacht wordt automatisch gestuurd door de eigenschappen van de stimulus zelf, terwijl top-down aandacht wordt gestuurd door interne mentale processen zoals doelen en verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly