College 4 Flashcards
Schematheorie (Anderson, 2004)
Schema’s bestaan uit gestructureerde voorkennis van de wereld, ze vormen je beeld/verwachtingen.
- cultureel bepaald = verschillende culturen leiden tot verschillende interpretaties en prioriteiten bij het verwerken van informatie
- dynamisch = schema’s worden continu geupdatet bij het krijgen van nieuwe informatie
- onmisbaar voor inferenties (afleidingen/ verwachtingen) bij informatiepresentatie, het vormt je verwachtingen
inferenties
Iets wat je afleidt van een tekst zonder dat het er staat
De 3 manieren waarop schema’s structuur/houvast bieden
Je kunt nieuwe informatie plaatsen binnen een schema. Dat geeft je houvast en biedt structuur.
- Scenario: volgorde van activiteiten
→ Je hebt een bepaalde volgorde in je hoofd van op welke volgorde bepaalde activiteiten plaatsvinden - Script: rollen van actoren
→ Mensen hebben bepaalde rollen en dat leidt tot bepaalde verwachtingen van die mensen - Verwante schema’s
→ Vaak zijn er nog andere verwante schema’s die lijken op het schema
Studie culturen en schema’s
In dit onderzoek lazen mensen tekstjes over bruiloften. De verwachting was dat mensen de tekst beter zouden begrijpen en onthouden als deze aansloot bij hun eigen culturele schema’s en tradities rondom bruiloften.
Er waren twee soorten teksten: één over een Amerikaanse bruiloft en één over een Indiase bruiloft. Deze werden gelezen door zowel Amerikaanse als Indiase proefpersonen.
Een voorbeeld uit de Amerikaanse bruilofttekst: “Pam droeg de kanten trouwjurk van haar grootmoeder met pofmouwen, iets ouds en iets geleends.” Voor Amerikanen sluit dit aan bij hun bruiloftschema’s, maar voor Indiërs kan dit juist vreemd overkomen.
De resultaten lieten zien dat:
* Amerikanen sneller de Amerikaanse tekst lazen en hier meer van onthielden
* Indiërs sneller de Indiase tekst lazen en hier meer van onthielden
* Dit bewijst dat mensen informatie beter verwerken als deze aansluit bij hun bestaande culturele schema’s en associaties. Voor effectieve communicatie is het daarom belangrijk teksten af te stemmen op de doelgroep.
Allocation of attention
Het proces waarbij cognitieve middelen gericht worden op relevante stimuli of taken, terwijl irrelevante informatie wordt genegeerd.
Voordelen van schemata
- Makkelijker leren: Lezers kunnen nieuwe informatie koppelen aan bestaande kennis, wat het leerproces vergemakkelijkt.
- Belangrijkste informatie herkennen: Schema’s helpen lezers om te identificeren wat belangrijk is in een tekst.
- Inferenties maken: Schema’s stimuleren het maken van inferenties, waardoor lezers conclusies kunnen trekken uit impliciete informatie.
- Toegankelijkheid van informatie: Schema’s structureren het geheugen, waardoor relevante informatie gemakkelijker toegankelijk wordt.
- Samenvatten: Schema’s maken het eenvoudiger om informatie samen te vatten door structuur en belangrijkheid te herkennen.
- Herinneren van informatie: Als er geheugenlacunes zijn, kunnen schema’s helpen om ontbrekende informatie te reconstrueren door gestructureerde kennis.
Levels-effect
Het levels-effect houdt in dat mensen geneigd zijn belangrijke informatie beter te onthouden dan minder belangrijke informatie. Kopjes kunnen hierbij helpen omdat ze suggereren wat belangrijk is en lezers helpen bij het prioriteren van informatie.
Het “levels-effect” verwijst naar de neiging van mensen om belangrijke informatie beter te onthouden dan minder belangrijke informatie, ze maken een rangschikking van de belangrijkheid. Het houdt in dat de perceptie van belangrijkheid de mate van herinnering beïnvloedt, waardoor belangrijke informatie nauwkeuriger en langer wordt onthouden. Dit heeft implicaties voor hoe informatie wordt verwerkt en gepresenteerd in communicatie.
Waarom zijn kopjes nuttig?
Ze helpen het juiste schema te activeren, suggereren belangrijke nieuwe informatie en bieden structuur bij oriëntatie. Op deze manier zorgen ze ervoor dat je minder cognitief belast wordt en meer aandacht naar het verwerken van de informatie kan gaan.
De 3 vormen van cognitieve belasting
- Intrinsieke cognitieve belasting
- Externe cognitieve belasting
- Germane cognitieve belasting
intrinsieke cognitieve belasting
complexiteit van het onderwerp in combinatie met expertise en vermogens van de ontvanger.
externe cognitieve belasting
Manier waarop het materiaal is gepresenteerd en organiseerd. Split attention heeft hier ook invloed op.
Hierop heb je invloed als ontwerper, kopjes horen hier ook bij.
Split attention
Dit fenomeen treedt op wanneer we onze aandacht moeten verdelen tussen verschillende bronnen van informatie of wanneer we zelf een verband moeten leggen tussen verschillende delen van de informatie. Dit kan voorkomen wanneer de informatie verspreid is over meerdere bronnen of wanneer we zelf informatie moeten combineren om een coherent begrip te krijgen. Bijvoorbeeld, als we informatie moeten integreren van een geschreven tekst en een bijbehorende grafiek, moeten we onze aandacht verdelen en actief een verband leggen tussen de twee om het geheel te begrijpen.
Germane cognitieve belasting
Inspanningen van de lezer om de informatie te verwerken, een plek geven in het schema (opslaan in het lange termijn geheugen).
Hier wil je dat de meeste aandacht naar kan gaan, door ervoor te zorgen dat de andere twee zo laag mogelijk zijn. Op dat moment wordt de energie in de juiste zaken gestoken, in het verwerken van informatie
Bartell et al. (2006)
Studie - the effect of heading frequency on comprehension of print versus online information
RQ: Wat is het effect van de hoeveelheid kopjes en medium op tekstbegrip en attitude?
Hypotheses:
* Het onderwerp van de tekst heeft - in deze studie - geen effect op tekstbegrip
* Lezen van papier leidt tot meer tekstbegrip dan lezen van een online tekst
* Kopjes bevorderen tekstbegrip, maar te veel kopjes is ook weer niet goed
* Er is een samenhang/interactie tussen het effect van het aantal kopjes en het effect van medium
Onafhankelijke variabelen:
- medium (papier/beeldscherm)
- hoeveelheid kopjes (geen/laag/medium/hoog)
- onderwerp (reuma/osteoarthritis)
Afhankelijke variabelen:
- tekstbegrip (meerkeuze)
- attitude (interesse en moeilijkheid onderwerp als controle)
- andere controle variabelen (ervaring computers, demografische gegevens, bekendheid onderwerp)
Resultaten:
* Geen effect van onderwerp
* Hoofdeffect van medium op tekstbegrip: papier is beter voor tekstbegrip dan beeldscherm
* Hoofdeffect van hoeveelheid kopjes op tekstbegrip: los van scherm of papier werkt 1 kopje op 100-200 woorden het best → hoge frequentie titels leidt tot significant minder tekstbegrip dan middel en lage titel frequentie
* Interactie-effect tussen hoeveelheid kopjes en medium (online is medium frequency, 200 woorden, het beste)
Voor gedrukte teksten had de frequentie van koppen veel minder effect op het begrip. Lezers van gedrukte teksten waren veerkrachtiger tegen extreme kopfrequenties.
Er was een significante interactie tussen presentatiemedium en kopfrequentie. Online lezers waren veel gevoeliger voor zwakke structurele signalen zoals te veel of te weinig koppen dan lezers van gedrukte teksten.
De resultaten suggereren dat online lezers duidelijkere signalen nodig hebben om een schema van de tekststructuur op te bouwen en inkomende informatie te beheren, terwijl gedrukte teksten gemakkelijker te oriënteren zijn.