College 6 Een jonge man met CF en recidiverende LWI Flashcards

1
Q

Wat is de verhouding van voorkomen van CF tussen mannen en vrouwen?

A

Ongeveer gelijk (M ietsje meer dan V)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de overerving van CF?

A

Autosomaal recessief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het defect bij CF? Wat kan een persoon voor combinatie hebben?

A

Mutatie in CFTR-eiwit op chromosoom 7
–> er zijn meerdere mutaties bekend

Mutaties:
1. homozygoot: 2x dezelfde mutatie
2. heterozygoot: 2x een andere mutatie die leidt tot dit ziektebeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe vaak komt CF voor?

A

Meest voorkomende erfelijke aandoening onder blanken

Drager: 1 op 30
Kans dat ouders elkaar treffen is 1 op 900
Kans dat kind dan CF krijgt is 1 op 4

Theoretisch is de kans 1 op 3600 (in praktijk ietsje minder)

Prevalentie: 1250
incidenti: 40-50 nieuwe patienten per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat valt onder CF-stigmata?

A
  1. geringe lengtegroei
  2. Laag gewicht
  3. Tonvormige thorax
  4. Clubbing: trommelstokvingers- en tenen en soms horlogeglasnagels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bepaalt de ernst van de symptomen bij CF?

A

De ernst van de mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt nu vaak de diagnose CF gevonden?

A

Via de hielprikscreening sinds 2011

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke organen zijn het meest aangetast?

A
  1. pancreas
  2. lever en darmen
  3. longen
  4. glandula parotis
  5. Overia, cervix en uterus
    Testis, vas deferens
    - sinussen
    - galwegen
    - zweetklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de kliniek van baby’s/kinderen?

A

Klachten van de tr. digestivus staan hier meer voorop:
- meconium ileus
- vette, volumineuze feces
- opgezette buik, verminderde eetlust
- faillure to thrive
- Hoog zoutverlies bij zweten
- recidiverende LWI –> vaak ook wel snel na de geboorte problemen mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de kliniek van een VW met CF?

A

Hebben vaak last van de LW:
- recidiverende LWI
- obstructies in tr. digestivus
- exocriene en endocriene pancreasinsufficientie (vaak eerst exocrien)
- levercirrose, portale hypertensie, oesofagus varices, bloedingen
- tekort aan vetoplosbare vitamines
- neuspoliepen
- zonnesteek
- osteoporose door gebrek aan vetoplosbare vitamines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de invloed van CF op de fertiliteit?

A

M: 100% is infertiel vanwege afwezigheid van vas deferens (zaadleiders) –> wel normale zaadproductie

V: vaak normale of afgenomen fertiliteit –> afhankelijk van de ernst van de ziekte

Kunnen wel beide met medische hulp biologische kinderen krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn darmklachten bij CF?

A

Obstipatie door taaislijm

Of juist diarree door vet verlies tgv enzymgebrek uit de pancreas

Meconium ileus

Gevolg:
- mechanische obstructie –> inflammatie –> fibrose en strictuur –> meer obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er in de sinussen tgv CF?

A
  • obstructie van de sinus ostia
  • ciliaire disfunctie, meer inflammatoire mediatoren, bacteriële kolonisatie (PSEUDOMONAS)
  • chronische sinusitis
  • structurele schade secundair hieraan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de klachten van de LW bij CF?

A

Gestoord transport van slijm naar LW-lumen, cilia gaan kapot door ophoping van taai slijm

  • problemen met expiratie, NORMALE inspiratie
  • altijd de boven- en middenvelden aangedaan
  • Obstructieve longziektes
  • infecties/pneumonie
  • bronchiectasien
  • ventilatie falen van de long
  • ABPA = allergische reacties op aspergillus
  • hemoptoe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn long complicaties bij CF?

A
  • pneumothorax
  • pulmonale hypertensie
  • cor pulmonale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het belang van de longen bij CF?

A

Zijn levensbepalende orgaan en vaak de primaire doodsoorzaak

17
Q

wat zijn de problemen en klachten door de pancreas bij CF?

A

Obstructie van de ductus
- verminderde excretie van enzymen

Autodigestie –> pancreatitis –> in ernstige gevallen pancreas falen –> DM1

  • vettige ontlasting
  • koliekpijnen
  • malabsorptie nutriënten (mn vetoplosbare vitamines A, D, E en K)
    –> verlaagde pH-waarde van het voedsel uit de maag –> wordt normaal verhoogd door pancreas (maar werkt hier niet)
18
Q

Wat zijn problemen met de lever- en galwegen bij CF?

A
  • obstructieve cirrose
  • post-hepatische hyperbilirubinemie
  • portale hypertensie: oesofagus varices, splenomeglaie, hypersplenisme
  • galstenen en ziektes
19
Q

Wat is het probleem met zweetklieren bij CF?

A

Verlies van Na en water via de huid door slechte terugresorptie –> zoute huid –> evt kan het hypotone dehydratie

20
Q

welke aanvullend onderzoek doe je bij CF?

A
  • X-thorax
  • CT
  • Spirometrie: longfunctie
  • lab
  • sputumkweek bij verdenking op infectie
21
Q

wat is de pathofysiologie van CF?

A
  • CFTR-eiwit is een chloorkanaal –> hierin mutatie/defect –> sterk verminderd of geen chloor transport
  • secundair hieraan is er transport van Na en H2O

Zweet:
- zweet: NaCl met water
- terugresorptie van Cl en hierdoor ook Na en H2O
- is defect waardoor veel Na, Cl in zweet

Darmen en LW:
- verminderde Cl secretie
- Meer resorptie van Na en water
- hierdoor dikkere mucus op epitheliale membranen en meer visceuze secreties uit exocriene klieren
- mucus plugs in vrijwel orgaan –> obstructie en schade
- kan bronchiectasien geven

22
Q

Welke verwekkers komen vaak voor in de LW van mensen met CF?

A

Normaal steriele LW onder de stembanden –> door slijmstase veel kolonisatie van MO

  • s. aureus
  • pseudomonas!!
  • burkholderia cepacia (BCC): gram-, ernstig
  • schimmels
  • virussen: berucht voor uitlokken van exacerbaties (= verslechtering van longfunctie door een infectie)
  • Atypische mycobacteria
23
Q

Welke MO is erg van belang bij CF en waarom? Wat doen we hiermee?

A

Pseudomonas (gram-):
- kan veel schade aan richten bij mensen
- hierdoor overlijden mensen hier relatief vaak aan

Dus: agressief behandelen!!
–> GEVREESD: omdat zeer makkelijk resistent worden = onvoorspelbare gevoeligheid voor AB

24
Q

welke mutaties zijn er bij CF?

A

> 2000 verschillende

Klasse 1: afwezigheid van CFTR-eiwit

Klasse 2: defect in post-translationele modificaties waardoor CFTR-eiwit niet naar juiste locatie in membraan kan migreren

Klasse 3: Verminderde CFTR-eiwit activiteit als reactie op intracellulaire signaling –> eiwit is wel normaal gevormd, maar niet functioneel

Klasse 4: normale productie en localisatie van CFTR-eiwit: de snelheid van de Cl flow en de duur van de activatie van het kanaal is verminderd

Klasse 5: versnelde degradatie/verminderde stabiliteit van het CFTR-eiwit waardoor de netto [ ] in de membraan verlaagd is

25
wat is de meest voorkomende mutatie bij CF?
dF508 mutatie: 70% --> klasse 2 mutatie --> ernstige mutatie die een ernstig beeld geeft
26
Welke diagnostiek doen we bij CF?
1. Zweettest = gouden standaard - samenstelling van zeet: te veel chloor EN Cl > Na - hoeveelheid zweet verschilt niet significant --> kan wel 2. Genetisch onderzoek 3. Neus- en darmslijmvlies potentiaal meting: als sterke verdenking, maar andere onderzoeken geen uitsluitsel geven 4. X-thorax - Hyperinflatie - bronchiectasien - abcessen - atelectasen 5. sinus radiologie: panopacificatie 6. abdominale radiologie: bij neonaten met meconium ileus 7. BAL: veel neutrofielen 8. Microbiologie: - Hib - S. aureus - pseudomonas - burkholdera cepacia - e. coli - klebsiella pneumonie
27
Wat is belangrijk voor de monitoring bij CF?
spirometrie: testen van de longfunctie FEV1: geeft de ernst van de ziekte aan
28
wat is de gouden standaard voor het vaststellen van CF?
zweettest
29
wat is de DD?
- Astma - bronchiolitis - bronchiectasien - coeliakie - FFT: nutriënten - Pediatrische aspergillosis - primaire ciliaire dyskinesie - sinusitis
30
wat is belangrijk voor de behandeling?
Vaak gericht op het doorbreken van de vicieuze cirkels --> Breed en belastend 1. goede voedingstoestand: - toedienen verteringsenzym - hoge calorische intake van vetten, suikers, melk en zout - suppletie van vitamines - veel drinken - vezelrijke voeding (tegen obstructie) 2. voorkomen en behandelen LW: - slijm verdunners - fysio: klaring slijm via sporten en hoesten - sputum drainage!! - Geen contacten met andere CF-patienten omdat makkelijk infecties overdragen - kruisinfectie preventie - AB: PO, IV of inhalatie --> onderhoud en zn suppressieve therapie - infectie: agressieve BH --> streven naar eradicatie van pseudomonas - CCS: helpen bij openen LW - BiPAP: voorkomen airway trapping BH complicaties: - pneumothorax: drainage - AB, stollingscorrectie, embolisatie bij hemoptoe - O2 - slijmverdunners 3. extra-pulmonale aandoeningen: - DM: insuline - vetoplosbare vitamines en verteringsenzymen suppleren - neuspoliepen en DIOS (distaal intestinaal obstructie syndroom): kan chirurgisch ingrijpen - ligatie (afbinden) oesofagus varices - osteoporose bh 4. longtransplantatie: beperkte levensverwachting 5. psychosociale ondersteuning
31
Wat gebeurt er bij longtransplantatie?
- patiënt houdt CF - nieuwe longen hebben normale CFTR-kanalen waardoor de nieuwe longen de ziekte niet zullen krijgen
32
Wat is de prognose van CF?
- verminderde levensverwachting vaak - nu: 50 jaar maar met nieuwe medicatie zelfs tot normaal - vroeger: 15 jr
33
wat is de overleving van longtransplantatie?
mediane overleving van 8,5 jr
34
Hoe verloopt het transport van Cl in de longen/darmen vs de zweetklieren?
Huid: chloorkanalen zorgen voor resorptie van Cl met secundair van Na en H2O --> CF: veel zweten en veel zout LW en darmen: chloorkanalen zorgen voor de excretie van Cl met secundair Na en H2O --> CF: te weinig Cl, Na en H2O waardoor taai slijm
35
Welke nieuwe medicaties zijn er?
1. Orkambi: chloortransport modulator: correctie van elektrolyten Voor: dF508 en klasse III mutaties 2. Ivacaftor: klasse III mutaties (G551D) - binden aan defecte CFTR-eiwit op cel oppervlak - openen van Cl kanaal en herstellen van de functie 3. Lumacaftor: dF508 - begeleider molecuul dat gemaakt is om het defecte CFTR-eiwit van de intracellulaire organellen naar het membraan de laten gaan - vaak combi met ivacaftor --> steeds minder schade en betere levensverwachting
36
Voor hoeveel mensen met CF is er nu goede medicatie?
90%
37
Wat was het belangrijkste voor de Bh van CF?
- voedingstoestand - behandelen complicaties - voorkomen en behandelen van LWI