college 6 Flashcards
deconstructie
we breken alle verschillende prikkels op, gaan naar verschillende plekken en word verwerkt
auditieve systeem
golf komt oor binnen en komt op trommelvlies terecht–> slakkenhuis, waar het hier terecht komt hang af van frequentie–> temporaalkwab. hoge tonen komt steeds opniuew tegen sensor aan en hoe vaker dit gebeurt hoe sneller de sensor afbreekt= oudere mensen minder goed hoge tonen horen.
verschillende receptoren
pacinin corpuscule= om druk te voelen= dermis
nociceptor= om pijn te voelen= dermis
meissners corpuscle= voelt aanraking, geen knijpkracht maar frequentie zoals kietelen= zit tegen epidermis aan
thermoreceptor= voelt hoe warm het is= zit tegen epidermis aan
smaak en geur
het visuele, smaak en geur systeem werken samen en smaak en geur beinvloeden elkaar. als je iets niet kunt ruiken heeft dat ook invloed op de smaak
porieen op je tong zijn gevoelig voor zout en zuur, die regaeren op bepaalde stodden en dat ordt doorgegeven aan neuronen
gerusensoren zijn gevoelig voor bepaalde geuren, dit wordt doorgegevn aan het brein
occipitaalkwab
vooral bezig met visuele info
2 soorten cellen in je ogen
kegeltjes= goed kleur zien en scherp, kegeltjes beter voor bekijken van gezicht en dat draagt dus bij aan goeie communicatie
staafjes= gevoelig voor beweging en het inschatten van afstand
2 stromen die infor overdragen vanuit je ogen
geniculostriate pad= bovenste pad= gaat richting achterkant van je hoofd, je occipitaalkwab–> redelijk langzaam pad zorgt voor verwerken van visuele info= wat is het? waar is het? hoe hard gaat het? bestaat uit 4 paden
tectopulvinar pad= onderste pad= richting kleine hersenen, zorgt voor ontwijken van gevaarlijke dingen, reageert op dingen, heel snel, bestaat uit 2 paden
pad 1
oog naar sc= snelle oogreflexen, schrikreactie
pad 2
oog naar lgn naar v1 naar midden temporaal= ontdekkende bewegingen, scannen door omgeving, smooth tracking
pad 3
oog naar lgn naar v2 naar v2 naar v4 naar temporaalkwab naar frontaalkwab= fef, meer complexe vaardigheden, zoals anticiperende saccades en leersequenties, gerichte aandacht
pad 4
oog naar lgn naar v1 naar v2 naar temporaal naar frontaal naar sn naar sc naar bs= basale ganglia, wrs remmend systeem, emotionele respons op datgene wat je ziet
dorsale stroom
waar, gaat naar het motrisch gebied, via de bovenkant naar voren dus via motorische kwab vanuit occipitaal kwab= fysiek interacteren met het object, waar de object zich bevind in de ruimte is dus van belang
ventrale stroom
wat, via de voorkant naar voren= vanuit je occipitaal naar de temporaal en wanneer het visueel geidentitficeerd is wordt het naar de temporaal gestuurd, wat het is, wat voor kleur wat voor object
blindsight
kunnen zien zonder iets visueels te zien= weten dat er een object is maar niet weten wat het is
kleurperceptie
mensen die blind zijn voor bepaalde kleuren