college 1 Flashcards

1
Q

wat is het brein

A

ruggenmerg is gevuld met hersenvocht om de hersenen te beschermen en afval af te voeren
hersenstam zit onderaan de hersenen en verbind de hersenen met het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hersenen uit drie delen

A

ruggenmerg ontwikkeld voor de hersenstam en daarna de hersenstam en dan pas de grote hersenenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

centraal zenuwstelsel

A

bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg als hier schade aan ontstaat hersteld dit niet meer, is het commandocentrum dus stuurt aan en zirgt dat er wat gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

perifere zenuwstelsel

A

zenuwen die informatie van en naar het centrale zenuwstelsel brengen. Deze schade kan wel herstellen, bestaat uit twee onderdelen= het somatische zenuwstelsel reageert op de externe wereld en het autonome zenuwstelsel reageert op de interne dingen, stuurt de spieren en zorgt dat het lichaam reageert bij praten en pijn bv. en het autonome deel= regelt de onbewuste processen in het lichaam zoals hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

perspectieven op het brein= aristoles mentalisme

A

stelt dat er een psyche is die zorgt voor gedachtes en gevoelens die werkt door het hart en mentalisme betekent dat je verstand verantwoordelijk is voor je gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

perspectieven op het brein descartes= dualisme

A

stoffelijk en niet stoffelijk dus de hersenen fucntioneren maar er waren ook de minds en die stonden los van lichaam van mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

perspectieven op het brein darwin- materialisme

A

geen minds bestaan los van lichaame en dat gedrag wordt verklaard door de wering van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lokalisatie van fucnties

A

alle delen in de hersenen hebben een bepaalde fucntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

frenologie

A

studie naar hersenfucties en de locatie. het aan de schedekvorm zien waar je hersenene meer of minder zijn onwtikkeld zoals lett taalknobble

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lateralisatie broca en wernicke

A

bepaalde fucnties slechst aan 1 kant van de hersenen gelokaliseerd zijn. broca heeft ondekt dat spraak aan de linkerkant van de hersenen gelokaliseerd is. wernicke is met taal en welk hersengebied dit te maken heeft. wernicke is sensorisch spraakcentrum en broca het motorische spraakcentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

neurale stromen

A

dorsale route gaat ovewr het zien van locatie in ruimte en ventrale route over het herkennen van objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

the neuron theory

A

gaat ervan uit dat het fucntioneren van het brein niet als geheeld maar door de cellen daarin komt, dat neuronen autonoom zijn en met elkaar communiceren, eletrische signalen verzenden en chemische signalen sturen voor communicastie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neuronen en gliacellen

A

neuronen bestaan ui een cellichaam met dendrieten en een axon gliacellen breken neuronen af of ruimen ze op als ze kapot zijn en zorgen voor bescherm laagje en stevigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gedistribueerde fucnties en hierarchische organisatie

A
  • voorheen dacht men dat gebieden specialistische fucnties hebben dat is deels zo maar grotere gebieden zijn meestal wel over de hersenenn verdeeld
  • veel hersenne gebieden bemoeien zich met elkaar en zijn niet alleen voor 1 specifiek iets alhoewel er veel zijn die vooral voor taal zijn bv.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onstaan van compexere brein 3 factoren

A

mutaties, omgeving= survival of the fittest en voedsel= veel vis eten waar vet i zit en daardoor beter elektriciteit geleiden= sneller werken van hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

genotype en fenotype

A

genotype= alles wat je in je hebt en fenotype= datgene wat tot uiting komt