College 6 Flashcards

1
Q

fear appeal

A

Wekt angst op om gedragsverandering te stimuleren.

Fear appeal is een persuasieve boodschap die probeert attitude- en gedragsveranderingen te bewerkstelligen door het induceren van angst voor de negatieve consequenties van het niet naleven van de gegeven gezondheidsaanbevelingen. Je moet echter niet te veel weerstand oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

humor appeal

A

Gebruikt humor om aandacht te trekken en positieve emoties te creëren. Het zorgt ervoor dat mensen een beetje afgeleid raken en minder snel met tegenargumenten komen.

Het is een persuasieve boodschap die probeert attitude- en gedragsverandering te bewerkstelligen door op humoristische wijze de negatieve consequenties van het niet naleven van gezondheidsaanbevelingen over te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

guilt appeal

A

Speelt in op schuldgevoelens om actie of gedragsverandering te stimuleren.

Wilt schuldgevoelens oproepen bij mensen. Mensen moeten zich schuldig voelen zodat ze hun gedrag aanpassen.

Het is een persuasieve boodschap die probeert attitude- en gedragsverandering te bewerkstelligen door bij de ontvanger een schuldgevoel op te roepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar moet je aan voldoen om een guilt appeal te laten werken?

A
  1. Empathie oproepen (je moet je kunnen verplaatsen in de situatie van een ander)
  2. Sociale, normatieve verantwoordelijkheid aanspreken (gebruiken van sociale normen en verantwoordelijkheidsgevoelens)
  3. Overtuigt dat het aanbevolen gedrag effectief is (efficacy) (Helpt het wel als ik iets doneer? Waar gaat mijn geld naartoe? Maakt die ene euro uit?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sexual appeal

A

Gebruikt seksuele aantrekkingskracht om aandacht te trekken en positieve associaties te creëren.

Sexual appeals reduceren tegenargumentatie en avoidance (via afleiden en aandacht trekken), maar leiden niet tot gedragsverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

boomerang effect

A

wanneer een persuasieve poging, zoals een sexual appeal, zodanig sterk of ongepast wordt ervaren dat het de ontvanger juist verder van de gewenste attitude of gedragsverandering af duwt, in plaats van ertoe aan te zetten. De ontvanger reageert dan extreem defensief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cognitieve dissonantie

A

Het onprettige gevoel dat we ervaren wanneer twee cognities (kennis door waarneming) psychlogisch gezien inconsistent zijn met elkaar

Cognitieve dissonantie is de onaangename psychologische spanning of innerlijk conflict dat mensen ervaren wanneer ze tegenstrijdige overtuigingen, attitudes of gedragingen hebben. Het is het ongemakkelijke gevoel dat ontstaat bij inconsistentie tussen iemands cognities (gedachten, opvattingen, attitudes) en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan dissonantie gereduceerd worden?

A
  1. Bestaande Cognities Veranderen
    Uitleg: Dit betekent dat mensen hun huidige overtuigingen of opvattingen aanpassen om de dissonantie te verminderen.
    Voorbeeld: Iemand die rookt, kan zichzelf ervan overtuigen dat “die paar sigaretten per dag geen kwaad kunnen.”
    Rationale: Door de schadelijke effecten van roken te ontkennen of te bagatelliseren, vermindert de persoon de spanning tussen hun gedrag (roken) en de kennis dat roken schadelijk is.
  2. Nieuwe Cognities Toevoegen (cognitieve herwardering)
    Uitleg: Hier voegen mensen nieuwe gedachten of rechtvaardigingen toe om hun gedrag te verantwoorden.
    Voorbeeld: Iemand kan zeggen: “Ik heb nu tentamens, dus die sigaretten heb ik even nodig om de stress te verminderen.”
    Rationale: Door een nieuwe, plausibele reden toe te voegen voor hun roken, rechtvaardigt de persoon het gedrag in de specifieke context, wat de spanning tussen de negatieve gezondheidseffecten en hun behoefte aan stressvermindering vermindert.
  3. Belang van Cognities Veranderen (cognitieve herwaardering)
    Uitleg: Dit houdt in dat mensen de belangrijkheid van de dissonante cognities veranderen, zodat ze minder zwaar wegen.
    Voorbeeld: Iemand kan denken: “Ik moet toch ergens aan doodgaan.”
    Rationale: Door de ernst van de gezondheidseffecten van roken te verminderen, maakt de persoon het gemakkelijker voor zichzelf om door te gaan met roken zonder zich schuldig te voelen.
  4. Aanpassen van Attitude en/of Gedrag
    Uitleg: Dit is de meest directe manier om dissonantie te verminderen door het veranderen van het eigen gedrag of de houding ten opzichte van dat gedrag.
    Voorbeeld: Iemand kan besluiten te stoppen met roken omdat ze beseffen hoe schadelijk het is.
    Rationale: Door het gedrag aan te passen zodat het overeenkomt met de kennis en overtuigingen, wordt de dissonantie volledig opgeheven. Dit kan ook betekenen dat iemand zijn houding verandert en roken niet langer als problematisch beschouwt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Self-persuasion

A

Self-persuasion verwijst naar het proces waarbij mensen zichzelf overtuigen om hun attitudes of gedrag te veranderen, in plaats van direct overtuigd te worden door anderen. Het is een indirecte vorm van overreding waarbij mensen in een situatie worden gebracht waarin ze gemotiveerd zijn om zichzelf te overtuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Extended Parallel Process Model (EPPM)

A

Het Extended Parallel Process Model (EPPM) is een theorie die helpt te begrijpen hoe mensen reageren op bedreigende boodschappen, zoals gezondheidswaarschuwingen of veiligheidsvoorschriften. Het toont hoe de perceptie van dreiging en effectiviteit bepalend is voor de reactie van een individu op een bedreigende boodschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

susceptibility

A

Susceptibility (Vatbaarheid): Dit verwijst naar de perceptie van hoe groot de kans is dat de bedreiging hen persoonlijk zal treffen.

= hoe groot is de kans dat de negatieve consequentie optreedt?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

severty

A

Severity (Ernst): Dit verwijst naar de perceptie van hoe ernstig de gevolgen van de bedreiging zijn.

= hoe ernstig is de dreiging?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Illusion of invulnerability

A

Een cognitieve bias waarbij individuen zichzelf als minder kwetsbaar beschouwen voor negatieve gebeurtenissen dan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

response efficacy

A

Response Efficacy (Respons Efficacy): Dit verwijst naar de overtuiging dat de voorgestelde beschermende actie effectief is in het afwenden van de dreiging.

= hoe effectief is de aanbeveling?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

self-efficacy

A

Self-Efficacy (Zelfeffectiviteit): Dit verwijst naar de overtuiging dat men in staat is om de voorgestelde actie succesvol uit te voeren.

= is een individu in staat om de aanbeveling op te volgen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1st appraisal: perceived threat

A

deze fase beoordeelt de perceptie van vatbaarheid en angst

17
Q

2nd appraisal: perceived efficacy

A

deze fase beoordeelt de perceptie van respons effectiviteit en zelfeffectiviteit

18
Q

danger control process

A

Als de waargenomen effectiviteit hoog is, leidt dit tot beschermingsmotivatie. Mensen accepteren de boodschap en nemen actie om de dreiging aan te pakken.

= probleemgerichte coping

19
Q

fear control process

A

Als de waargenomen effectiviteit laag is, leidt dit tot verdedigingsmotivatie. Mensen proberen hun angst te beheersen zonder het probleem aan te pakken.

= defensieve coping

20
Q

implicaties op basis van EPPM

A
  • maak dreiging relevant
  • benadruk ernst van risico’s
  • doe concrete aanbevelingen (verhogen efficiency)