College 2 - The essential micro economics of European integration Part 2 Flashcards
Welke reden was er voor het vormen van de EU?
Men was bang dat de Europese markten individueel te klein waren om genoeg weerstand te bieden tegen de grote landelijke markten van de USA en Japan. Een grotere markt leidt namelijk tot meer competitie. Hierbij is de algemene ontwikkeling: liberalisatie -> defragmentatie -> toename competitie -> herstructurering van marktspelers -> hogere efficiëntie en meer welvaart.
Wat is het BE-COMP model?
Dit model wordt gebruikt om de relatie tussen het aantal marktspelers en de mark-up per product te weergeven. Op de x-as staan het aantal marktspelers en op de y-as de mark up per product die aangegeven wordt met de eenheid mu.
Wat is de COMP-curve (competitive)?
Deze curve is een limiet (halve parabool) van linksboven naar rechtsonder en geeft de relatie tussen het aantal marktspelers en de mark-up per product (deze neemt dus af bij een hoger aantal marktspelers).
Wat is de BE-curve (break-even)?
Deze curve laat zien hoe hoog de mark-up moet zijn bij een aantal marktspelers om quitte te spelen. De curve loopt licht parabolisch omhoog op gezien bij een groter aantal spelers minder gebruik gemaakt kan worden van schaalvoordelen en dus de gemiddelde kosten per product hoger uitvallen.
Welke aanname wordt gedaan bij het BE-COMP model en waarom?
Er wordt aangenomen dat sprake is van een imperfecte markt (bijvoorbeeld een monopolie, oligopolie of imperfecte concurrentie), omdat het anders onmogelijk is een mark-up te vragen die hoger dan de economische marginale kosten ligt.
Wat gebeurt er in het BE-COMP model wanneer de markt liberaliseert?
De BE-curve verschuift naar rechts. Gezien de grotere markt zal bij eenzelfde mark-up een groter aantal bedrijven quitte spelen. Dit leidt tot twee gevolgen die samen de ‘industry shake-out’ genoemd worden?
Welke twee (2) gevolgen van markt liberalisering worden samen de ‘industry shake-out’ genoemd?
- Korte termijn: De markt wordt meer competitief en defragmentariseert doordat er ineens veel meer marktspelers zijn (groter aanbod). Hierdoor daalt de mark-up tot onder de BE-curve.
- Lange termijn: Marktspelers zullen consolideren door middel van fusies en overnames waardoor efficiëntere ondernemingen ontstaan, immers zijn er meer schaalvoordelen. Hierdoor zal het lange termijn evenwicht van BE op COMP weer hersteld worden.
Waarom is het welvaartseffect bij liberalisatie altijd positief?
Doordat het consumentensurplus en producentensurplus allebei toenemen en hier geen afname van een overheidssurplus tegenover staat.
Welke twee (2) redenen zijn er tegen liveralisatie van de markt ondanks het positieve welvaartseffect?
- Herstructureringskosten kunnen politiek gezien gevoelig liggen, omdat hier vaak baanverlies mee gepaard gaat.
- Soms wil een overheid bepaalde ondernemingen nationaal houden, bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen of agriculturele bedrijven.
Wat zijn lange termijn “accumulating” effecten?
Dit zijn effecten die de snelheid van het cumuleren van productiefactoren (vooral kapitaal) beïnvloeden. Een belangrijk groei-effect voor de Europese markt is de liberalisaatie welke de factor market integration genoemd wordt.
In welke drie (3) soorten is de productiefactor kapitaal te verdelen?
- Fysiek kapitaal
- Technologisch kapitaal
- Menselijk kapitaal (ervaring, training e.d.)
Welk effect ontstaat op de medium termijn als gevolg van liberalisatie op de Europese markt?
Kapitaal wordt efficiënter verdeeld waardoor met het toegenomen surplus extra geïnvesteerd kan worden in kapitaal. Dit is een effect op medium termijn, omdat naar verloop van tijd de diminishing returns van nieuwe investeringen zorgen voor een stabilisatie van de groei. Daarnaast vinden lange termijn effecter vaak plaats op technologische vooruitgang (bijvoorbeeld Moore’s Law).
Hoe zijn de effecten van liberalisatie op de Europese markt samen te vatten?
Europese integratie > allocation effect -> hogere efficiëntie ->beter investerinsklimaat -> meer investeringen in kapitaal
Hoe zag economische groei er gedurende de geschiedenis uit?
Pas sinds de commerciële revolutie (overgaan van het feodale stelsel) groeide de Europese economie op lange termijn licht. Na de industriële revolutie ging het exxtreem hard en kwam Europa in een groeispurt. Vanaf de jaren ‘70 is de groei gestabiliseerd?
Op welke twee (2) onderdelen vindt economische groei plaats?
- Groei van het absolute BBP
- Groei van het BBP per uur (deze neemt sterker toe omdat men in het geheel steeds minder uren werkt)