College 2 overzicht immunologie Flashcards
Wat zijn twee rollen van het IS?
Handhaven van integriteit weefsel
- onderhouden en herstellen van homeostase
- afweer tegen pathogene MO en schadelijke stoffen
Wat zijn drie soorten prikkelingen waarop het IS moet reageren?
- exogeen infectieus
- exogeen niet infectieus (zwangerschap, allergenen, transplantaat, toxinen)
- endogeen: trauma, brandwond, botbreuk, uv-straling –> geven moleculen die vrijkomen door weefselschade
welke twee andere systemen in het lichaam spelen een grote rol bij de reactie op stressoren?
- endocriene systeem: hormonen
- zenuwstelsel: neurotransmitters
Immuunsysteem: cytokinen
welke twee categorieën MO zijn er?
- microbiota: op huid of darm –> beschermen tegen de groei van schadelijke stoffen van MO
- pathogenen
Hoe gaat het IS in werking bij een prikkel?
- opgevangen door innate immuunrespons
Functies:
- uitschakelen
- activatie van adaptieve immuunrespons - adaptieve immuunrespons
- kan versterkend werken op innate IS
- uitschakelen
Wat is kenmerkend voor het IS?
Er zijn zowel activerende als remmende factoren die zorgen dat het systeem in evenwicht blijft
Wat kan er naast het voorkomen van weefselschade ook gebeuren bij activatie van het IS?
Juist bevordering
Hoe gaat het IS om met een foetus?
- lokale onderdrukking van het IS
Wat bepaalt of er wel of geen respons plaatsvindt?
Herkenning
Welke respons mogelijkheden zijn er?
- aanvallen
- negeren
Op welke 8 plekken zorgt het epitheel voor een barrière? Hoe werkt het?
- Huid: fysieke barriere en vetzuren
- Maag: lage PH
- darm: commensalen
- urinewegen: lage PH en urinestroom
- vagine: lage PH en commensalen
- bronchi: mucus en trilhaarbewegingen
- BLW: luchtstroom en trilhaarbewegingen
- lyzozymen in tranen
Welke drie lagen van de afweer zijn er en benoem de stappen hiervan?
- innate: meteen beschikbaar omdat al aanwezig
insult –> effectors –> resolutie - innate geïnduceerd
insult –> ontsteking –> effectors –> resolutie
bvb met granulocytes - adaptief
insult –> ontsteking –> activatie lymfocyten –> proliferatie –> resolutie
Hoe lang duurt het tot welke lagen van de immuun respons optreden?
Innate: 0-4h
innate geïnduceerd: 4-96h
adaptief: > 96h
Welke cellen vallen onder het innate immuunsysteem?
- granulocyten (geïnduceerd)
- macrofagen
- mestcellen
- APC
- innate lymfoide cellen: mn NK-cellen (10% van lymfo’s)
Welke drie soorten innate barrières zijn er?
- mechanisch: epitheelcellen of nat oppervlak dat voortdurend in beweging is
- chemisch: vetzuren, zout, lage PH, enzymen , anti-microbieel peptiden (defensines)
- microbiologisch: microbiota
welke cellen vallen onder de adaptieve immuniteit?
T-cellen
B-cellen
Hoe veel komen de immuuncellen voor in het bloed?
- neutrofiele granulocyt: 40-80%
- T- en B-lymfocyten 15-50%
- 6-10% monocyt (worden macrofagen en DC –> deze in perifere weefsels)
- eosinofiele granulocyt 0-6%
- basofiele granulocyt 0-2%
- NK-cellen zijn 10% van lymfocyten
Wat is het verschil in receptoren tussen het innate en de adaptieve IS?
Innate: genoom gecodeerde receptoren = liggen vast in DNA
Adaptief: gerearrangeerde receptoren = combinaties van segmenten