Col 3. Plasticiteit Flashcards

1
Q

Ervaringsonafhankelijke plasticiteit

A

veranderingen in het brein die bij alle mensen optreden

  • neurale maturatie postnataal
  • veroudering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neurale maturatie

A

“rijpen” van het zenuwstelsel na de geboorte

  1. vertakken & verbinden:
    • dendritic branching (= arborisatie)
    • synaptogenese
    • axonale uitgroei
  2. myelinisatie –> toename volume
  3. pruning –> afname grijze stof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pruning

A

Opheffen van niet-functionele neuronen en verbindingen –> afname grijze stof

  • postnatale neurale maturatie, maar ook alcoholschade
  • tijdsafhankelijk: op jonge leeftijd meer pruning
  • regiospecifiek: eerst primair, later pariëtaal, laatst prefrontaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Veroudering

A

Afname van breinvolume met leeftijd, door:
- verlies synapsen
- afname neurotransmitterproductie
Ook afwijkende activatiepatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neurale dedifferentiatie

A

Verklaringsmodel voor afwijkende activatiepatronen bij ouderen; gebieden worden minder specialistisch
- functioneel verlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neurale compensatie

A

Verklaringsmodel voor afwijkende activatiepatronen bij ouderen; de task-load verdelen over meerdere gebieden
- functioneel behoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ervaringsverwachte plasticiteit

A

Veranderingen in het brein die je mag verwachten bij alle individuen die in dezelfde omgeving opgroeien
- culturele context!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ferale kinderen

A

jarenlang opgesloten of opgegroeid met dieren –> taalachterstand die niet meer in te halen is
- mogelijk link met sociale deprivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sensitieve periode

A

kritiek tijdsframe waarbinnen bepaalde (normale) input nodig is voor een normale ontwikkeling. Input afwezig –> afwijkende ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hubel & Wiesel onderzoek

A

Visuele deprivatie: oogje dichtnaaien na geboorte kitten –> onomkeerbare afwijkende ontwikkeling visueel systeem

  • onderontwikkeling V1 dichtgenaaide oog
  • overontwikkeling V1 niet-dichtgenaaide oog
  • onderontwikkeling binoculaire gebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hein & Held onderzoek

A

Visueel-motorische deprivatie: kat die zijn pootjes niet kan zien vs. kat die zijn pootjes niet kan zien EN niet zelf in omgeving kan bewegen, allebei in gedepriveerde omgeving
–> niet zelf bewegen –> verstoorde poot-oog coördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Held & Bauwer onderzoek

A

TIJDELIJKE visueel-motorische deprivatie –> complexe functies (tertiaire associatiegebieden) herstellen vrij goed, basale functies (primaire gebieden) minder goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kennard principe

A

Behoud/ herstel van functie na letsel is beter op jongere leeftijd, met name voor hogere orde functies
- geldt niet altijd! afhankelijk van timing tov kritieke periodes en tijdens synaptogenese (eerste 15mnd) juist slechter!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ervaringsafhankelijke plasticiteit

A

Veranderingen in het brein afhankelijk van persoonlijke ervaringen, omdat er voor dat individu op dat moment een noodzaak voor is; levenslange ontwikkeling!

  • stimulatie/ nieuwe input
  • leeftijdsafhankelijke veranderingen
  • laesies/ deprivatie van input
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neurorevalidatie

A

ervaringsafhankelijke plasticiteit tgv een laesie of deprivatie van input

  • functionele compensatie
  • reorganisatie
    • > functionele verplaatsing (= neurale compensatie)
    • > structurele plasticiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functionele compensatie

A

inzetten van functionele hulpmiddelen; gedragsaanpassingen, de functie wordt NIET overgenomen!

  • andere modaliteiten meer inzetten en beter ontwikkelen
  • gebruik van andere neurale strategie voor prestatiebehoud (bijv. scaffolding, bilaterale activatie)
17
Q

Reorganisatie

A

Aanpassingen van neurale structuren

  • functionele verplaatsing = neurale compensatie
  • structurele plasticiteit
18
Q

Functionele verplaatsing

A

= neurale compensatie, ander gebied gaat de functie overnemen

  • contralaterale plasticiteit = homologe adaptatie; zelfde gebied in contralaterale hemisfeer neemt functie over
  • crossmodale plasticiteit; een ander regionaal gebied neemt de functie over (bijv. visuele cortex gaat auditief processen)
  • theory of vicarious functioning
  • theory of equipotentiality
  • crowding
19
Q

Theory of vicarious functioning

A

Er bestaan plaatsvervangende gebieden in de contralaterale hemisfeer die dezelfde functie kunnen uitvoeren

20
Q

Theory of equipotentiality

A

Andere gebieden in de contralaterale hemisfeer kunnen de functie net zo goed uitvoeren als de oorspronkelijke functie

21
Q

Crowding

A

Het overnemen van functies van andere gebieden heeft consequenties: als een bepaald gebied te veel functies gaat uitvoeren, gaat dat ten koste van de prestaties op de oorspronkelijke eigen functie

22
Q

Structurele plasticiteit

A

Het oorspronkelijke gebied wordt aangepast; bijv. reorganisatie van somatotopie

  • relatieve overstimulatie (bijv tov gedepriveerd lichaamsdeel) –> map extension
  • smearing
  • infiltratie
23
Q

Smearing

A

Als twee gebieden dezelfde input ontvangen vervaagd de grens in de somatotopie
- bijv. als twee vingers aan elkaar genaaid altijd zelfde stimuli –> geen losse representatie S1 meer

24
Q

Infiltratie

A

Wegvallen van input (bijv. deafferentie) –> dat gebied in somatotopie krimpt en wordt ingenomen door omliggende gebieden

25
Q

Neurogenese

A

Micromechanisme achter plasticiteit; vorming van nieuwe neuronen

  • weinig in volwassen brein; wel hippocampus en olfactoir
  • < stress, depressie
  • > fysieke activiteit + verrijkte omgeving
26
Q

Synaptische plasticiteit

A

Micromechanisme achter plasticiteit; veranderingen in bestaande neuronen

  • dendritic branching & pruning
  • axonal extension
  • synapotogenese
  • kracht van de connectie (regel van Hebb)
27
Q

Regel van Hebb

A

Cells that fire together, wire together

  • synchroon vuren –> versterken van de verbinding (unmasking)
  • asynchroon vuren –> verzwakken van de verbinding
28
Q

Big brain theory

A

theorie dat mensen intelligenter zijn dan andere primaten doordat wij een groter brein hebben
- klopt niet; relatief aantal neuronen is hetzelfde

29
Q

Modulary brain

A

brein is opgebouwd uit modules; lokale netwerken met veel korte afstandsverbindingen

  • neemt minder ruimte in (kortere axonen)
  • sneller signaaltransport
  • kost minder energie
30
Q

Small world architecture

A

Verschillende modules zijn met een aantal lange afstandsverbindingen met elkaar verbonden

  • -> voordelen van modulary brain EN long distance connectivity
  • large scale neural networks (netwerk van modules die bijdragen aan zelfde functie)
31
Q

Somatosensorische perceptie

A

perceptie van mechanische stimuli die op het lichaam inwerken