Col 6. Aandacht Flashcards
Aandacht
Focussen op 1 uit meerdere gelijktijdige stimuli of gedachtestromen + terugtrekken van anderen om effectief mee om te kunnen gaan, 3 componenten:
- waakzaamheid/ arousal
- selectieve aandacht; top-down en bottum-up
- cognitieve controle/ executieve functies; minitoren en reguleren
- -> beïnvloedt processing en opslag in geheugen
Neglect
Aandachtsstoornis; NEIGING tot negeren van contralaesionale lichaamszijde
- laesie rechts pariëtaal
- probleem met RICHTEN naar Li en LOSMAKEN van Re
- wel onbewuste priming door visuele input in genegeerde veld
- vaak extinctie, dus geen compleet neglect!
- 3 subtypen:
- > hemispatieel
- > object-centered
- > higher order
Hemispatieel neglect
= globale ruimte neglect, egocentrisch neglect; gehele Li deel van de ruimte tov de patiënt wordt genegeerd
- line cancellation test; veld met streepjes verdelen in twee gelijke helften –> middenstreep te ver naar rechts
- laesie dorsaal pariëtaal
Object-centered neglect
Allocentrisch neglect; Li deel van objecten wordt genegeerd, ongeacht waar object zich tov de patiënt bevindt
- line bissection test; ieder streepje door het midden doorstrepen zodat er plusjes ontstaan –> ieder streepje te ver naar rechts
- laesie ventraal pariëtaal
Higher order neglect
Geheugencomponent; bij voorstellingstaken obv herinneringen wordt Li deel van scène genegeerd
- laesie meer prefrontaal
Posner’s cuing paradigma
Proefpersoon fixeert ogen op vast punt in midden (coverte aandacht), wordt cue gepresenteerd die aangeeft in welke richting de echte stimulus zal verschijnen
- cue –> aandacht RICHTEN op bepaald veld
- invalid cue –> aandacht weer LOSMAKEN van dat veld en weer RICHTEN op andere veld
- Reactietijd meten; bij gezonde pp reactietijd > als richting van cue niet klopt
- neglect –> aandacht losmaken lukt niet als de cue in de richting wees van het ipsilesionale veld
!! kan ook met exogene cue! = prestimulus
Endogene aandacht
= top-down selectieve aandacht; bewust, door intentie gedreven, vrijwillig RICHTEN
Exogene aandacht
= bottum-up selectieve aandacht; automatisch, stimulus driven, aandacht WORDT GETROKKEN door opvallende stimulus in omgeving
Inhibition of Return
Bij exogene Posner’s cuing; als stimulus kort na cue is er facilitatie (RT )
- voorkomt dat aandacht te lang vast blijft zitten op deel van ruimte waarin niets relevants gebeurt
Inattentional blindness
Stimuli missen doordat aandacht ergens anders op gericht is –> aandacht werkt als en soort filter en heeft een beperkte capaciteit
–> vraag: is selectie vroeg of laat?
Cognitive load theory
Een taak die veel aandacht vraagt zorgt voor onderdrukking in de waarneming van de andere stimuli
Early selection model
Aandacht heeft effect op selectie van input vroeg in de hiërarchische keten; stimuli worden geselecteerd of genegeerd VOORDAT perceptuele processing voltooid
- aandachtrichtende instructie (Posner’s cuing) –> toename ERP’s = sensory gain
- mn. voor locatie en beweging
Late selection model
Aandacht heeft effect op selectie van input laat in de hiërarchische keten; stimuli worden eerst allemaal gelijkwaardig geprocesst en daarna wordt pas besloten wat ermee gedaan wordt
- Cocktail party effect; stimuli worden blijkbaar wel opgepikt en paar veel later uitgefilterd
- mn. voor specifieke stimulus eigenschappen (kleur, vorm)
Attentional Control Network (ACN)
Netwerken van neurale structuren die zorgen voor de TOP-DOWN totstandkoming van BEWUSTE aandacht/ aandachtseffecten
- dorsaal netwerk
- ventraal netwerk
Dorsaal aandachtsnetwerk
Endogeen aandacht RICHTEN; sensorische versterking
- IPS, FEF, DLPFC
Ventraal aandachtsnetwerk
= Circuit breaker; aandacht LOSMAKEN
- rechts gelateraliseerd; TPJ, VLPFC
Sensory gain
Vroeg aandachtseffect; aandacht zorgt voor versterking van de neurale respons op een bepaalde sitmulus
Overte aandacht
Ogen zijn gericht op dat waar je aandacht voor hebt
Coverte aandacht
Ogen zijn ergens anders op gericht dan dat waar je aandacht voor hebt
Executieve functies
= executieve controle = cognitive control; strategisch regelcentrum, verzameling processen die posterieure netwerken voor perceptie, geheugen, actie selectie en emotie&alertheid beïnvloeden –> maakt doelgericht gedrag mogelijk
- PFC
- twee subsystemen: regulatie en monitoring van gedrag
- als handeling op automatische piloot onvoldoende of niet functioneel, 3 kernfuncties:
- > inhibitory control/ self control
- > werkgeheugen
- > cognitieve flexibiliteit
Inhibitory control
= self control = goal directed control; controle van selectieve endogene aandacht
- onderdrukken van impulsief gedrag
- discipline; weerstand bieden aan afleiding