chapitre 5 - voyage au paradis f-n Flashcards
les vacances v mv
de vakantie
la cour
het schoolplein
à la montagne
in de bergen
l’avion m
het vliegtuig
l’aéroport m
het vliegveld
c’était
het was
tomber
vallen
louer
huren
raconter
vertellen
rester
blijven
partir
vertrekken
rentrer
naar huis gaan
faire du ski
skiën
venir
komen
se casser la jambe
zijn/haar been breken
la plâtre
het gips
l’escalier m
de trap
bronzé(e)
bruin (door de zon)
si
jawel, jazeker
avec vue sur
met uitzicht op
le VTT
de mountainbike
la neige
de sneeuw
l’avantage m
het voordeel
le sport d’hiver
de wintersport
le skieur
de skiër
la terre
de aarde
à vélo
met de fiets
fermé(e)
gesloten
descendre
afdalen
essayer
proberen
grâce à
dankzij
facile
gemakkelijk
difficile
moeilijk
dangereux, dangereuse
gavaarlijk
marrant(e)
grappig
plus
meer
moins
minder
de plus en plus
steeds meer
ça dépends
dat hangt ervan af
moins 8 degrés
min 8 graden
je vois
ik zie
en ligne
online