4 - unit 1: contactez-moi Flashcards
La peau
De schil/de huid
La panne
De pech
Souhaiter
Wensen
La grève
De staking
Arrêter
Stoppen
La raison
De reden
Bienvenue
Welkom
Mince
Verdorie
Allumer
Verlichten
Agréable
Aangenaam
Le quai
Het perron
La voie
Het spoor
Le titre de transport
Het plaatsbewijs
Monter
Instappen
La correspondance
De verbinding
Composter
Stempelen
Le guichet
Het loket
Le retard
De vertraging
Descendre
Uitstappen
La SNCF
De Franse spoorwegen
L’horaire (m)
Het tijdschema
Bête
Dom/stom
Recommander
Aanbevelen
Sans doute
Waarschijnlijk
Bien que
Hoewel
Détendu
Ontspannen
Sauter
Overslaan/springen
Le proverbe
Het spreekwoord
Apprendre
Leren
Se dérouler
Zich afspelen
Il vaut mieux
Je kunt beter
La veille
De dag ervoor
Pâle
Bleek
L’ouvrier (m)
De arbeider
La façon
De manier
Dès
Zodra
Rater
Missen
Quand même
Toch
Se révéler
Blijken
Le comportement
Het gedrag
Me m’en fous
Het kan me niets schelen
Le courrier
De post
Les fournitures (v mv)
De spullen/benodigdheden
Redoubler
Blijven zitten/doubleren
La filière
Het profiel
Le bac/baccalauréat
Het eindexamen
La matière
Het vak
La récré/récréation
De pauze
L’orientation (v)
De studie- of beroepskeuze
Le prof principal
De mentor
Le vêtement
Het kledingstuk
Surtout
Vooral
Joindre
Toevoegen
Rencontrer
Ontmoeten
Nul, nulle
Slecht
C’est pourquoi
Daarom
Le passe-temps
De hobby
Se présenter
Zich voorstellen
en seconde
in de vierde klas
rester en forme
fit blijven
améliorer
verbeteren
oublier
vergeten
la partie du corps
het lichaamsdeel
si possible
indien mogelijk
assez
nogal/tamelijk
favori, favorite
lievelings
correspondre
schrijven
plein de
een heleboel
le samedi
op zaterdag/’s zaterdags
préférer
de voorkeur geven (aan)
sortir en boîte
naar de disco gaan
le jeu vidéo
het videospelletje
télécharger sur Internet
downloaden van internet
faire de la danse
dansen
jouer de la guitare
gitaar spelen
jouer aux échecs
schaken
jouer au foot
voetballen
dessiner
tekenen
voyager
reizen
regarder la télé
tv-kijken
C’est un garçon qui a le même âge que moi.
Het is een jongen van dezelfde leeftijd als ik.
Ma correspondante a les cheveux blonds et les yeux bleus.
mijn correspondentievriendin heeft blond haar en blauwe ogen.
Mes hobbies sont lire et bavarder avec mes amis.
Mijn hobby’s zijn lezen en kletsen met mijn vrienden.
Je voudrais rencontrer plein de jeunes.
Ik wil een heleboel jongeren ontmoeten.
En 2013, je n’habitais pas à Paris, mais à la campagne.
In 2013 woonde ik niet in Parijs, maar op het platteland.
Nous avons les mêmes passe-temps.
Wij hebben dezelfde hobby’s.
Je prérère écrire en français, car je suis nul(le) en anglais.
Ik schrijf het liefst in het Frans, want ik ben slecht in Engels.
Je suis très sportif/sportive, je joue au foot.
Ik ben erg sportief, ik voetbal.
Il est en seconde.
Hij zit in de vierde klas.
Écris-moi vite et envoie-moi une photo.
Schrijf me snel en stuur me een foto.
faire les courses
boodschappen doen
dur, dure
moeilijk/zwaar/hard
monter la tente
de tent opzetten
épuisant
uitputtend
fils, fille unique
enig kind
rigoler
lol hebben
en boîte
in/naar de disco
convaincre
overtuigen
terminer
eindigen
rassurer
geruststellen
le texto
de sms
quinze jours
twee weken
à peu près
ongeveer
être habitué à
gewend zijn aan
la colonie de vacances
het vakantiekamp
j’ai dû promettre
ik moest beloven
reprendre
opnieuw beginnen
être d’accord
het eens zijn
tout le monde
iedereen
la confiance
het vertrouwen
le moniteur
de begeleider
tomber amoureux, amoureuse
verliefd worden
grave
ernstig
le contraire
het tegenovergestelde
le maillot de bain
het badpak
faire du ski/skier
skiën
la valise
de koffer
ennuyeux
vervelend/saai
bronzer
zonnen/bruin worden
l’été (m)
de zomer
les coordonnées (v mv)
de persoonlijke gegevens
hebdomadaire
week-/wekelijks
d’abord
eerst
la fermeture
de sluiting
accueillir
ontvangen
le répondeur
het antwoordapparaat
vachement
hartstikke
prochainement
binnenkort
le port
de haven
se retrouver
elkaar weer ontmoeten
drôle
grappig/leuk
s’ennuyer
zich vervelen
se baigner
zwemmen
le portable
de mobiele telefoon
ensuite
vervolgens
prendre un pot
iets drinken
l’agence (v)
het bureau
au bord de la mer
aan zee
veuillez
zou u zo vriendelijk willen zijn om
pas terrible
niet geweldig
posséder
bezitten
revoir
terugzien
ouvert
geopend
faire la fête
feestvieren
rentrer
naar huis gaan
rappeler
terugbellen
faire connaissance avec
kennismaken met
le rendez-vous
de afspraak
partir en vacances
met vakantie gaan
la bande
de groep
Henri aimerait faire connaissance avec ta soeur.
Henri wil graag kennismaken met jouw zus.
On va prendre un pot à la terrasse?
Zullen we iets gaan drinken op het terras?
Mon frère a un travail pour les vacances d’été.
Mijn broer heeft een baantje voor de zomervakantie.
Je vais vous donner le numéro de mon portable.
Ik zal u het nummer van mijn mobiel geven.
J’adore les langues at j’aime recontrer des jeunes étrangers.
Ik ben dol op talen en ik vind het leuk om buitenlandse jongeren te ontmoeten.
Christian va réserver une table pour quatre personnes à 19 heures.
Christian gaat een tafel voor vier personen reserveren on 19.00 uur.
Mes parents passent leurs vacances au bord de la mer.
Mijn ouders brengen hun vakantie aan zee door.
On se voyait parfois sur la plage.
We zagen elkaar soms op het strand.
Elle est tombée amoureuse pendant les vacances.
In de vakantie is zij verliefd geworden.
J’espère le revoir, ce garçon sympa.
Ik hoop die aardige jongen weer terug te zien.