4 - unit 3: ca compte Flashcards
insulter
beledigen
avoir honte
zich schamen
quelqu’un d’autre
iemand anders
énerver
irriteren
ça marche
het werkt
c’est n’importe qoui
het is totale onzin
le surnom
de bijnaam
une connerie (pop.)
een stommiteit
comme si de rien n’était
alsof er niets is gebeurd
appuyer
drukken
être connecté
verbonden zijn
le fichier
het bestand
les réseaux sociaux
de sociale media
en ligne
online
une appli(cation)
een app
le chargeur
de oplader
partager
delen
utile
nuttig
le réfugié
de vluchteling
la pauvreté
de armoede
s’engager
zich inzetten
le bénévole
de vrijwilliger
nombreux
talrijk / heel veel
soutenir
steunen
emprunter
lenen
sensibiliser
bewust maken
le but
het doel
échanger
uitwisselen
développer
ontwikkelen
participer à
deelnemen aan
se mobiliser pour
in actie komen voor
lutter
strijden
la joie
de vreugde
la violence
het geweld
s’attacher à
zich hechten aan
proposer
voorstellen
l’équipe (v)
het team
l’urgence (m)
het spoedgeval
la dégration
de verslechtering
résoudre
oplossen
l’amélioration (v)
de verbetering
faire un don
een gift doen
la famine
de hongersnood
la vocation
de roeping
les droits (m mv) de l’homme
de rechten van de mens
la catastrophe
de ramp
la nourriture
het voedsel
récolter
inzamelen
décider
beslissen / besluiten
la proposition
het voorstel
le manque de
het gebrek aan
la maladie
de ziekte
vendre
verkopen
il y a…
…geleden
chercher
zoeken
le service
de dienst
agir
handelen
le défi
de uitdaging
souffrir
lijden
se teindre les cheveux
zijn/haar haar verven
plus de
meer dan
venir en aide
te hulp komen