Centraal zenuwstelsel Flashcards

1
Q

diazepam

A

benzodiazepines - minor tranquillizers = agonist GABAR
- anti-epileptica: status epilepticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

midazolam

A

benzodiazepines - minor tranquillizers = agonist GABAR
- inductie anesthesie
- anti-epileptica: sneller en langer werkend dan diazepam

Niet samen met erythromycine -> minder biotransformatie midazolam = minder afbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zolazepam

A

benzodiazepines - minor tranquillizers = agonist GABAR
- korte anesthesie hond & paard
- lange anesthesie kat & varken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

xylazine

A

alfa-2 agonist -> minder NOR -> sedatie/analgesie
- sedatie voor korte behandelingen

xylazine < romifidine < detomidine < medetomidine < dexmedetomidine (Xavier Rent Door Mijn Deur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

romifidine

A

alfa-2 agonist -> minder NOR -> sedatie/analgesie
- viscerale analgesie IV paard

xylazine < romifidine < detomidine < medetomidine < dexmedetomidine (Xavier Rent Door Mijn Deur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

detomidine

A

alfa-2 agonist -> NOR kan minder goed binden op receptor -> sedatie/analgesie
- enkel GHD

xylazine < romifidine < detomidine < medetomidine < dexmedetomidine (Xavier Rent Door Mijn Deur)

alfa-2: sedatie, zowel somatische als viscerale analgesie, spierrelaxantia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

medetomidine

A

alfa-2 agonist -> NOR kan minder goed binden aan receptor -> sedatie/analgesie
- enkel KHD

xylazine < romifidine < detomidine < medetomidine < dexmedetomidine (Xavier Rent Door Mijn Deur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dexmedetomidine

A

alfa-2 agonist -> minder NOR -> sedatie/analgesie
- enkel KHD

xylazine < romifidine < detomidine < medetomidine < dexmedetomidine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

thiopental

A

barbituraten - algemene anesthetica: versterken GABA effect thv GABAR (hoge D: inhibitie nicotinerge receptoren)
- inductie anesthesie
- niet greyhounds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pentobarbital

A

barbituraten - algemene anesthetica: versterken GABA effect thv GABAR (hoge D: inhibitie nicotinerge receptoren)
- euthanasie

Alkylketen: hogere lipofiliteit = snellere inductie + kortere werkingsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fenobarbital

A

barbituraten - algemene anesthetica: versterken GABA effect thv GABAR (hoge D: inhibitie nicotinerge receptoren)
- epilepsie = meest gebruikt -> chronische therapie

benzeenring: langere werkingsduur + anti-convulsieve eigenschappen

nadeel: CYP auto-inductie = tolerantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ketamine

A

dissociatieve anesthetica: antagonist NMDAR -> glutamaat kan niet binden -> exc NT onderdrukt
- niet varken
- veilig
- IV of IM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tiletamine

A

dissociatieve anesthetica: antagonist NMDAR -> glutamaat kan niet binden -> exc NT onderdrukt
- enkel met zolazepam
- niet bij varken
Anesthesie, somatische analgesie, geen spierrelaxatie => voordeel: enkel milde respiratoire depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

propofol

A

agonist GABAR -> meer Cl -> inhibitie prikkels
- enkel KHD
- inductie van anesthetica voorafgaand aan inhalatieanesthesie of bij korte ingrepen
- IV als witte emulsie
- zeer lipofiel -> snelle herdistributie -> korte werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

alfaxalone

A

neuro-actieve steroid: agonist GABAR -> inhibitie prikkels
- inductieanesthesie of onderhoudsanesthesie (IV of IM)

Zelfde werking als propofol = zeer lipofiel met snelle weefseldistributie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lachgas

A

inhalatie anesthesie: activatie fosfolipase D2 -> activatie TREK-1 -> K-efflux -> hyperpolarisatie

  • Inductie/recovery snelheid: desfluraan > N2O > sevofluraan > isofluraan > halothaan (De Nieuwe Schoonmaakster Is Hot)
  • Potentie: halothaan > isofluraan > sevofluraan > desfluraan > N2O (Henk’s Ijs Smelt Door Nieuwe schoonmaakster)

Niet meer gebruikt in diergeneeskunde wegens lage analgetische werking

17
Q

halothaan

A

inhalatie anesthesie: activatie fosfolipase D2 -> activatie TREK-1 -> K-efflux -> hyperpolarisatie

  • Inductie/recovery snelheid: desfluraan > N2O > sevofluraan > isofluraan > halothaan (De Nieuwe Schoonmaakster Is Hot)
  • Potentie: halothaan > isofluraan > sevofluraan > desfluraan > N2O (Henk’s Ijs Smelt Door Schoonmaakster)
18
Q

isofluraan

A

inhalatie anesthesie: activatie TREK-1 -> K-efflux -> hyperpolarisatie

  • Inductie/recovery snelheid: desfluraan > N2O > sevofluraan > isofluraan > halothaan (De Nieuwe Schoonmaakster Is Hot)
  • Potentie: halothaan > isofluraan > sevofluraan > desfluraan > N2O (Henk’s Ijs Smelt Door Schoonmaakster)
19
Q

sevofluraan

A

inhalatie anesthesie: activatie fosfolipase D2 -> activatie TREK-1 -> K-efflux -> hyperpolarisatie = inhibitie prikkels

  • Inductie/recovery snelheid: desfluraan > N2O > sevofluraan > isofluraan > halothaan (De Nieuwe Schoonmaakster Is Hot)
  • Potentie: halothaan > isofluraan > sevofluraan > desfluraan > N2O (Henk’s Ijs Smelt Door Schoonmaakster)
20
Q

desfluraan

A

inhalatie anesthesie: activatie fosfolipase D2 -> activatie TREK-1 -> K-efflux -> hyperpolarisatie

  • Inductie/recovery: De Nieuw Schoonmaakster Is Hot
  • Potentie: Henk’s Ijs Smelt Door Schoonmaakster
21
Q

procaïne

A

lokale anesthetica: blokkeren Na influx -> vertraging impulsgeleiding
- ester: kortwerkend

Procaïne < lidocaïne = mepivacaïne < bupivacaïne = levobupivacaïne = tetracaïne

22
Q

tetracaïne

A

lokale anesthetica: blokkeren Na influx -> vertraging impulsgeleiding
- ester: kortwerkend
- cornea anesthesie

Procaïne < lidocaïne = mepivacaïne < bupivacaïne = levobupivacaïne = tetracaïne

23
Q

lidocaïne

A

lokale anesthetica: blokkeren Na influx -> vertraging impulsgeleiding
- amide: langwerkend

Procaïne < lidocaïne = mepivacaïne < bupivacaïne = levobupivacaïne = tetracaïne (Peggy Legt = Mijn Boek = Links v = Tafel)

24
Q

mepivacaïne

A

lokale anesthetica: blokkeren Na influx -> vertraging impulsgeleiding
- amide: langwerkend

Procaïne < lidocaïne = mepivacaïne < bupivacaïne = levobupivacaïne = tetracaïne (Peggy Legt = Mijn Boek = Links v = Tafel)

25
Q

bupivacaïne

A

lokale anesthetica: blokkeren Na influx -> vertraging impulsgeleiding
- amide: langwerkend

Procaïne < lidocaïne = mepivacaïne < bupivacaïne = levobupivacaïne = tetracaïne

26
Q

kaliumbromide

A

anti-epileptica: Br- zal via Cl- kanaal zorgen voor hyperpolarisatie
- samen met fenobarbital of benzodiazepines
- NIET kat
- oraal hond

27
Q

primidone

A

anti-epileptica -> prodrug fenobarbital

GABA agonist

28
Q

imepitoïne

A

anti-epileptica: partiële agonist GABAR -> hyperpolarisatie
- behandeling idiopathische epilepsie
- partieel dus minder potent dan fenobarbital

29
Q

gabapentine

A

eerst anti-epileptica, nu tegen neurogene pijn

NMDAR antagonist

30
Q

pregabaline

A

eerst anti-epileptica, nu tegen neurogene pijn

Antagonist NMDAR

31
Q

levetiracetam

A

anti-epileptica hond -> chronische therapie hond
- onbekend werkingsmechanisme
- vaak samen met fenobarbital of imepitoïne = 2e keuze adjuncttherapie