C6 - Taal- en Leesvaardigheid & schrijven

Question 1

Wat is Taalvaardigheid?

Answer 1

= het bereiken van functionele geletterdheid
= individuen zijn in staat om te lezen en schrijven om kennis en info uit teksten te verwerven & gebruiken

Question 2

Met welk taalniveau kun je volledig participeren in de maatschappij?

Answer 2

Niveau 2F

Question 3

Wat zijn 4 kerngebieden van taal?

Answer 3

1. Mondelinge taalvaardigheid
2. Taalbeschouwing (begrippenlijst en taalverzorging)
3. Leesvaardigheid
4. Schrijfvaardigheid

Question 4

Wat zijn 3 componenten van ‘mondelinge taalvaardigheid’?

Answer 4

• Luisteren
• Spreken
• Gesprekken voeren

Question 5

Wat is ‘Taalbeschouwing’? (2)

Answer 5

• De kennis van taalkundige begrippen
• Taalverzorging toepassen

Question 6

Wat is ‘fonologisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 6

Uitspraak –> intonatie en spraakklanken

Question 7

Wat is ‘morfologisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 7

Weten hoe woorden zijn opgebouwd
Morfeem = kleinste betekenisvolle eenheid

Question 8

Wat is ‘syntactisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 8

Volgorde van woorden - structuur en opbouw van zinnen en zinsleden
Een woord zelf is het kleinste zelfstandig gebruikte taalelement.

Question 9

Wat is ‘semantisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 9

De betekenis van taal  van individuele woorden & van gehele teksten.

Question 9

Wat is ‘pragmatisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 9

Sociale taalregels & niet-letterlijk taalgebruik - grapjes

Question 10

Wat is ‘orthografisch’? (niveau van taalbeschouwing)

Answer 10

Spelling - kennis over regels, interpunctie en gebruik van hoofdletters (=taalverzorging)

Question 11

Uit welke 3 lagen van succesvolle mondelinge taalverwerving bestaat het model van Davis & Bedore (2013)?

Answer 11

1. Nature - intrinsieke vaardigheden van het kind
2. Nurture - Effecten van de externe context
3. Interactievaardigheden van het kind

Question 12

Wat zijn ‘Taaldenkgesprekken’?

Answer 12

= een manier op kinderen actief bezig te laten zijn met mondelinge taalvaardigheid  kinderen laten discussiëren over een onderwerp

Question 13

Wat is ‘Instructional Efficiency’?

Answer 13

= het onderwijzen en managen van een klas –> alleen noodzakelijke inzet –> wel gewenste leerresultaten
= precies genoeg tijd, materiaal en inspanning

Question 14

Wat is ‘Talensensibilisering’?

Answer 14

= activiteiten om alle leerlingen in contact te brengen met verschillende talen

Question 15

Wat is het gevolg van ‘Talensensibilisering’? (2)

Answer 15

metalinguïstisch bewustzijn & deelnemen aan een multiculturele samenleving

Question 16

Wat is ‘Translanguaging’?

Answer 16

= alle talen zijn welkom in de klas

Question 17

Wat is ‘Common underlying proficiency’?

Answer 17

Dat goede basisvaardigheden in de thuistaal handig zijn voor het leren van een nieuwe taal

Question 18

Wat is het verband tussen language efficacy, kwaliteit van discussiebijdrage en begrijpend lezen?

Answer 18

Hoge language efficacy + hoge kwaliteit van discussiebijdrage = positieve impact op begrijpend lezen

Question 19

Wat is ‘Leesvaardigheid’?

Answer 19

= het vermogen om teksten te begrijpen, te interpreteren, te gebruiken en te evalueren
= lezen vindt plaats met een specifiek doel

Question 20

Wat is ‘Simple View of Reading’?

Answer 20

Lezen = technisch lezen (woordherkenning) x taalbegrip

Question 21

Wat is ‘Active view of reading’?

Answer 21

Woordherkenning x taalbegrip (hetzelfde als simple view) + overlappende processen + actieve zelfregulatie (leesmotivatie)

Question 22

Wat is ‘fonologisch bewustzijn’?

Answer 22

= het vermogen om te reflecteren op klanken & deze te kunnen manipuleren

Question 23

Wat is foneem bewustzijn?

Answer 23

het besef dat woorden uit losse fonemen zijn opgebouwd

Question 24

Waar zorgt hoge kwaliteit leesinstructie voor?

Answer 24

hogere leesprestatie van leerlingen

Question 25

Wanneer is iets een leesprobleem?

Answer 25

als er een hoger risico is voor verdere leerachterstanden

Question 26

Wat is Leesniveau 1F?

Answer 26

vloeiend lezen zodat woordherkenning taalbegrip niet belemmert (minimaal eind groep 8)

Question 27

Wat zijn 3 subcomponenten van 'Schrijven'?

Answer 27

1. Motorische output 2. Orthografie (spelling) 3. Compositie

Question 28

Welke 2 soorten Orthografie zijn er?

Answer 28

1. Oppervlakkige Orthografie 2. Diepe Orthografie - uitzonderingen

Question 29

Welke vaardigheden heb je nodig voor 'Compositie (schrijven)'? (3)

Answer 29

1. Ophalen uit geheugen 2. Hogere orde vaardigheden (EF en metacognitief) 3. Cognitieve vaardigheden

Question 30

Wat is 'Simple view of Writing'?

Answer 30

Transcriptie (motorische output & orthografie (spelling)) x compositie = hoge kwaliteit tekst

Question 31

Wat is 'Not so simple view of writing'?

Answer 31

uitgebreidere versie van 'simple view' Houdt ook rekening met werkgeheugen, motivatie en zelfregulatie, wat relevant is voor de uitspraak

Question 32

Wat is het 'constructie-integratiemodel'? (3)

Answer 32

1. Parser - tekst met alle betekenissen van woorden en zinnen 2. Tekstrepresentatie - lezer maakt een model van de tekst 3. Situatiemodel - eigen ervaringen en kennis toevoegen aan het model

Question 33

Wat zijn 2 soorten leesstrategieën?

Answer 33

1. Metacognitieve strategieën 2. Cognitieve strategieën

Question 34

Artikel Catts & Perscher: cumulative risk and resilience model of dyslexia (dyslexie moet gezien worden als een label voor een onverwachte beperking bij het lezen) Wat is dyslexie volgens Catts & Petscher?

Answer 34

Dyslexie = onverwachte leesbeperking

Question 35

Artikel Griskell: (individuele verschillen tussen 2talige en 1talige studenten in de motivatie om mee te doen aan klasdiscussies) Wie scoren hoger op begrijpend lezen: Dual Language Learners of 1talige?

Answer 35

1talige leerlingen scoren hoger op begrijpend lezen

Question 36

Welke 2 aspecten heeft 'compositie' (schrijven)?

Answer 36

1. Proces (hoe schrijven we) 2. Product (hoe ziet het werk eruit)

Question 37

Artikel Prunty & Barnett: handwriting difficulties (zijn er verschillen tussen kinderen met dysgrafie, kinderen met developmental coordination disorder en normaal ontwikkelende kinderen) Wat is dysgrafie?

Answer 37

moeite met schrijven zonder dat je echt een motorisch of cognitief probleem hebt