C4 - Moeite met de basis Flashcards

1
Q

Wat is schoolrijpheid?

A

= is een kind klaar voor formeel leren op de basisschool
= kijken of zij de overgang van groep 2 naar groep 3 kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ‘informeel leren’?

A

= kleuteronderwijs = groep 1 & groep 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ‘formeel leren’?

A

= groep 3 t/m 8 en verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar kijk je naar bij school readiness (schoolrijpheid)? (4)

A
  1. Cognitieve vaardigheden
  2. Sociaal emotionele vaardigheden
  3. Gedragsmatige rijpheid (zelfregulatie)
  4. Volgens de onderwijsinspectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt de literatuur over langer kleuteren?

A

heeft geen positieve lange termijn effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn ‘executieve functies’ (EF)?

A

= parapluterm voor top-down (=bewust van bovenaf (hersenen)) mentale regelprocessen in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke verschillende soorten EF zijn er? (2)

A
  • koude EF = denken
  • warme EF = doelbewust gedrag & emoties
    (*** Voor veel denken heb je ook gedrag en emoties nodig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke verschillende EF zijn er volgens het model van Diamond? (3)

A
  1. Inhibitie (respons)
  2. Werkgeheugen
  3. Cognitieve flexibiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt onderzoek over de relatie tussen bepaalde EF en schoolse vaardigheden? (3)

A
  • Werkgeheugen en schoolse vaardigheden hebben de sterkste relatie
  • EF trainen in een specifieke setting –> taak in dezelfde soort setting verbeterd ook
  • geen causale verbanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stoornissen gaan samen met zwakke EF? (5)

A
  1. ADHD
  2. Autisme
  3. Specifieke leerstoornissen
  4. Depressie
  5. Angst (angst zorgt voor zwakke EF en zwakke EF zorgt voor angst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is zelfregulatie?

A

= vaardigheden waarmee leerlingen hun eigen leerproces kunnen sturen met verschillende strategieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke strategieën horen bij zelfregulatie? (3)

A
  • Cognitieve strategieën (leerstrategieën)
  • Metacognitieve strategieën (eigen leren evalueren)
  • Motivationele strategieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 fasen heeft zelfregulatie?

A
  1. Voorbereiding (doelen stellen, plannen)
  2. Uitvoering (concentratie, leerstrategieën toepassen)
  3. Reflectie (zelfbeoordeling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verband tussen EF en zelfregulatie?

A
  • EF is de basis voor zelfregulerende vaardigheden
  • Om inhibitie hangt een cirkel van zelfregulatie
  • Zelfregulatie is een stapje tussen EF en schoolse vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omgeving is bepalend voor de ontwikkeling van EF. Welke kinderen hebben minder sterk ontwikkelde EF? (3)

A
  1. Lage SES
  2. Stress
  3. Angst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 3 modellen zijn er voor EF?

A
  1. Drie kerncomponenten als basis (Diamond, 2013)
  2. EVO-model (Wegwijs Academie)
  3. SLO (Dawson & Guare, 2009)
17
Q

Welke EF bestaan er volgens Dawson & Guare? (8)

A
  • Emotieregulatie
  • Volgehouden aandacht
  • Taakinitiatie
  • Planning
  • Organisatie
  • Timemanagement
  • Doelgericht gedrag
  • Metacognitie
18
Q

Artikel Trane & Wilcutt: ADHD and academic functioning (effect van ADHD op academische basisvaardigheden en complexe vaardigheden)

Wat zijn belangrijke resultaten van dit onderzoek? (3)

A
  • ADHD heeft effect op BEGRIJPEND LEZEN
  • ADHD voorspelt niet hoe goed REKENPROBLEMEN worden opgelost
  • ADHD hangt samen met slechtere prestaties op SCHRIJVEN en LEZEN
19
Q

Artikel Morgan: Kindergarten childrens’ executive functions (relatie tussen EF, schoolse vaardigheden en gedrag)

Wat zijn de resultaten voor schoolse vaardigheden? (risicofactoren & positieve factoren voor leesvaardigheid en rekenvaardigheid)

A

Risicofactoren:
- Leesvaardigheid –> IEP in groep 4
- Rekenvaardigheid –> IEP in groep 4

Positieve factoren:
- Leesvaardigheid
–> EF, meisjes, goede basisvaardigheid voor lezen, rekenen en woordenschat

  • Rekenvaardigheid
    –> EF, basisvaardigheid voor lezen, rekenen en woordenschat

IEP is een persoonlijk leerplan voor kinderen met SEN

20
Q

Artikel Morgan: Kindergarten childrens’ executive functions (relatie tussen EF, schoolse vaardigheden en gedrag)

Wat zijn resultaten voor gedrag?

A

Inhibitie –> voorspelt latere ext. en inter. problemen

Werkgeheugen & Cogn. flexibiliteit –> spelen nauwelijks een rol in ontwikkeling van gedragsproblemen

Externaliserende problemen voorspellen latere externaliserende problemen

IEP en internaliserende problemen voorspellen internaliserende problemen in groep 4