Borstkanker radiotherapie Flashcards

1
Q

Wat is het risico op lokaal herval indien enkel heelkunde behandeling van borstkanker?

A

10-20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de voordelen van radiotherapie?

A

Betere lokale controle en betere overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is radiotherapie geïndiceerd?

A

Bij invasieve borstcarcinoom en bij DCIS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er indicatie van thoraxwand radiotherapie na invasieve borstcarcinoom mastectomie?

A

Bij hoog risico op lokaal recidief bij:

  • Huidinvasie
  • Positief selectievlak
  • Lymfovasculaire invasie
  • Grote tumoren T3-T4
  • Aangetaste axillaire klieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heeft een borstconserverende ingreep meerwaarde in vergelijking met mastectomie bij invasieve borstcarcinoom?

A

Het is een goed alternatief maar enkel als het gepaard gaat met radiotherapie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er indicatie van borst radiotherapie na borstconserverende ingreep bij invasieve borstca?

A

Altijd! Tenzij gecontraïndiceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is er een subgroep patiënten die GEEN radiotherapie nodig heeft bij invasieve borstca? Waarom?

A
  • Bejaarde patiënten
  • Tumor met laag risico op herval
    Effect op lokaal recidief maar niet op overleving&raquo_space; SHARED DECISION MAKING!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke klierstreken worden bestraald met radiotherapie bij invasieve borstca?

A
  • Mammaria interna (of parasternale) klierketen

- Subclavia klierketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invasieve borstca: kans op klierstreken aantasting is afhankelijk van…

A

1) Axillaire klieren aantasting

2) Ligging van tumor in de borst (hogere kans naar mediaal toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invasieve borstca: Hoe beïnvloeden (1) de ligging van de tumor en (2) de aantasting van axillaire klieren de kans op positieve klieren?

A

(1) Hoe meer naar mediaal, hoe meer kans op positieve klieren.
(2) Axillaire LK aangetast, hogere kans van mammaria interna klierstreek aantasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Invasieve borstca: Is bestraling op de okselklieren aangewezen na okselevidement?

A

Zo weinig mogelijk doen: verhoogt risico op lymfoedeem! Enkel in specifieke gevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Invasieve borstca: Wanneer is bestraling op de okselklierstreek aangewezen?

A

Soms bij positieve lymfeklieren (pN+) na operatie en als (1) tumor overblijf of (2) als er kapseldoorbraak is bij 4 klieren of meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Invasieve borstca: Wanneer radiotherapie na sentinelklier procedure?

A

Indien SN+ maar niet altijd!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Invasieve borstca: Wat zijn de opties na een positieve sentinelklier (SN+)?

A

1) Conservatief
2) Okselevidement (OE)
3) Radiotherapie (RT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

DCIS: Is radiotherapie na mastectomie aangewezen? Waarom?

A

Nee. Risico op lokale herval is heel klein na DCIS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

DCIS: Is radiotherapie na brede excisie aangewezen? Waarom?

A

Ja, op de borst. Er is een zeer grote risico op plaatselijke herval die 50% kans heeft om direct invasief te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

DCIS: Is radiotherapie van de klierstreken aangewezen? Waarom?

A

NEE! Het is in situ, dus geen tumorcellen in de klieren.

18
Q

Wat is de voorkeur behandeling van DCIS?

A

Brede excisie en radiotherapie op de borst

19
Q

DCIS: Wanneer mastectomie aangewezen?

A

Enkel bij:

  • Grote/multifocale letsels
  • Brede excisie CI
  • Radiotherapie CI
  • Recidief
20
Q

Wat zijn de voornaamste doelen van de technische innovaties in de radiotherapie?

A

1) Doelvolume nauwkeuriger bestraald: beter tumorcontrole en overleving
2) Gezonde weefsel meer gespaard: minder nevenwerkingen

21
Q

Wat zijn de doelvolumes van de radiotherapie?

A

Borstweefsel en klierstreken

22
Q

Wat zijn de risico-organen bij radiotherapie?

A
  • Longen
  • Hart
  • Contralaterale borst
  • Slokdarm
23
Q

Wat is het doel van een radiotherapie CT scan?

A

Aflijnen van de doelvolumes en de risico-organen.

24
Q

Wat is het doel van de snelle complexe dosis berekening?

A

Een real-time dosis distributie in 3D voorstellen om risico-organen zo weinig te bestralen en doelvolume genoeg en goed gedistribueerd te bestralen.

25
Q

Wat is VMAT?

A

Volumetric Modulated Arc Therapie; een combinatie van IMRT en Arc (draait) therapie

26
Q

Wat is het voordeel van VMAT?

A
  • Beter homogeniteit en conformiteit van de dosis in dit complexe doelvolume
  • Minder hoge dosis op het hart
27
Q

Wat is het voordeel van intensiteit modulatie?

A

Je kan met de leafs spelen om een homogeen veld te krijgen en niet dat 1 punt sterker is omdat het door minder (harde) weefsel moet gaan.

28
Q

Wat is DIBH?

A

Deep inspiration breath hold. Bestralingstechniek waarbij de bestraling gecoördineerd wordt met de diep inademing van de patiënt om het hart te besparen.

29
Q

Wat zijn de voordelen van DIBH?

A
  • Het hart wordt beschermd (gaat naar posterior en caudaal)

- Kan gecombineerd worden met VMAT en IMRT

30
Q

Wat is het nadeel van VMAT?

A

Risico-organen krijgen meer lage-dosis bestraling van bij IMRT

31
Q

Wat is IMRT?

A

Intensity Modulated Radio Therapy

32
Q

Wat is het nadeel van DIBH?

A
  • Dure en complexe apparatuur nodig

- Niet voor alle P mogelijk (bejaarden, angstige, enz)

33
Q

Wat is de standaard radiotherapy behandeling?

A

IMRT met DIBH

34
Q

Wat bepaalt de radiobiologische nevenwerkingen op een weefsel na bestraling?

A

De proliferatie snelheid van dat weefsel.

35
Q

Welke nevenwerkingen zal een snel-prolifererende weefsel vertonen na bestraling? Wat is de prognose?

A

Acute nevenwerkingen. Volledige herstellen. Vb. Huid en mucosa

36
Q

Welke soort nevenwerkingen zal een traag-prolifererende weefsel vertonen na bestraling? Wat is de prognose?

A

Chronische nevenwerkingen. Onomkeerbare schade. Vb. hart, longen, borstfibrose.

37
Q

Welke acute nevenwerkingen kunnen er optreden na bestraling?

A
  • Erytheem van de huid
  • Mucosistis van slokdarm
  • Oedeem van de borst
  • Radiopneumonitis
38
Q

Welke chronische nevenwerkingen kunnen er optreden na bestraling?

A
  • Fibrose van de huid
  • Teleangectasie huid
  • Schade coronairen/hartspier
  • Lymfoedeem
  • Secundaire tumoren
39
Q

Wat kan een gevolg zijn van fibrose van de borst na bestraling?

A

Asymmetrie en slechte cosmetisch resultaat

40
Q

Wat verhoogt het risico van hart nevenwerkingen na bestraling?

A

Al bestaande CV risico/morbiditeit en/of adjuvante chemotherapie

41
Q

Er bestaat een risico van secundaire tumoren na RT, is het toch een meerwaarde?

A

Ja. De meerwaarde van RT is veel groter dan de risico op secundaire tumoren.