bloedstolling: anti coagulantia en aggregantia

Question 1

Wat zijn de 3 belangrijke stappen binnen de hemostase

Answer 1

1. vasoconstrictie
2. Aggregatie
3. coagulatie

Question 2

Een stolsel bestaat uit drie delen

Answer 2

• bloedplaatjes ( trombocyten)
• erythrocyten
• fibrine

Question 3

hoe wordt de klonter gevormd?

Answer 3

• de trombocyen en fibrine vormen samen een soort “visnet” waarin ze erythrocyten vangen en zo een bloedklonter kunnen vormen

Question 4

wat zijn de stappen van aggregatie?

Answer 4

• inactieve bloedplaatjes
• plaatjes activeren en aggregeren
• er wordt een bloedklonter gevormd

Question 5

anti aggregantia heeft invloed op de primaire of secundaire hemostase?

Answer 5

de primaire hemostase

Question 6

Wat doet anti aggregantia?

Answer 6

deze verhindert de vorming van een bloedklonter door de hechting van bloedplaatjes af te remmen

Question 7

er zijn verschillende soorten anti aggregantia medicatie, namelijk? (4)

Answer 7

• acetylsalicylzuur
• clopidogrel
• ticagrelor
• prasugrel

Question 8

geef een merknaam van Acetylsalicylzuur

Answer 8

• aspirine, asaflow of cardio- aspirine

Question 9

moet je anti aggregantia onderbreken voor een thk- ingreep of niet?

Answer 9

nee, hoef je niet te onderbreken

Question 10

geef een merknaam voor clopidogrel

Answer 10

plavix

Question 11

geef een merknaam voor ticagrelor

Answer 11

brilique

Question 12

geef een merknaam voor prasugrel

Answer 12

efient

Question 13

voor complexe electieve procedures kan er overwogen worden om de ingreep uit te stellen wanneer? + welke medicatie?

Answer 13

• wanneer de patiënt deze maar tijdelijk moet innemen

- plavix, brilique en efient

Question 14

Wat moet je na de ingreep doen bij anit- aggregantia?

Answer 14

• spoelen met een Exacyl mondspoeling 10 ml/ 3x per dag 2-4 dagen
• vermijd NSAIDS (alternatief: parecetemol, tramadol)

Question 15

anti coagulantie heeft invloed op de primaire of secundaire hemostase?

Answer 15

secundaire hemostase

Question 16

hoe verloopt de secundaire hemostase oftewel de coagulatie

Answer 16

1. inactieve stollingsfactoren
2. stollingsfactoren activeren de stollingscascade met productie van fibrine
   
   • X wordt Xa
   • Xa activeert II, en deze wordt omgezet naar IIa
   • IIa activeert fibrinogeen, en deze wordt omgezet naar fibrine
3. Er ontstaat een bloedklonter

Question 17

Wat doet anti- coagulantia?

Answer 17

• Deze remt bepaalde factoren af in de stollingscascade

Question 18

Welke stollingsfactoren kan anti- coagulantia afremmen?

Answer 18

• remming van Xa
• Remming van IIa (trombine)
• vit K antagonisten

Question 19

wat doen vitamine k antagonisten

Answer 19

• vitamine k zorgt voor aanmaak van stollingsfactoren in de lever
• vit. k antagonisten vervangen de “echte” vit. K waardoor de lever minder stollingsfactoren aanmaakt

Question 20

Geef de medicatie dat Xa afremt

Answer 20

• apixaban ( eliquis)
• rivaroxaban ( xarelto)
• edoxaban
• fondaparinux
• > eerste twee zijn het belangrijkste

Question 21

Geef de medicatie dat IIa (trombine) afremt

Answer 21

• heparine
• dabigatran ( pradaxa)
• LMWH

Question 22

Geef de vitamine k antagonisten

Answer 22

• marcoumar
• marevan
• sintrom

Question 23

welke anti- coagulantia moet je onderbreken bij routine thk

Answer 23

geen enkele

Question 24

welke + wanneer anti- coagulantia moet je onderbreken bij tandextracties, implantaten, parod. ingrepen en apexresecties

Answer 24

• eliquis
• pradaxa
• xarelto
• > geen inname in de ochtend van de ingreep
• > herstart vanaf 6u na de ingreep volgens normale schema van de patiënt

Question 25

Wat moet je na de ingreep doen bij anti- coagulantia

Answer 25

• exacyl mondspoeling 10ml/ 3x dag 2-4 dagen

- vermijd NSAIDS