Beweging van aarde en maan 1 Flashcards

H1 en H2

1
Q

wat is de dagboog van de zon

A

de schijnbare beweging van de zon aan de hemelkoepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de CH

A

= culminatiehoogte
= het hoogste punt van de zon tijdens de dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de zenit

A

het punt loodrecht boven de waarnemer op de hemelkoepel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wie dachten als eerste dat de aarde rond de zon draait en niet omgekeerd + naam

A

heliocentrisch wereldbeeld
Copernicus (1530) + Galileo Galilei (1604)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de aardrotatie

A

de rotatie of dagelijkse wenteling van de aarde om haar as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe gaat de aardrotatie

A

van west naar oost (= tegenwijzerzin in zuidelijke richting waargenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een etmaal

A

1 volledige omwenteling
= 24u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe loopt de (denkbeeldige) aardas

A

doorheen de noord- en de zuidpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat vormt het gradennet

A

de meridianen en breedtecirkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe lopen de meridianen

A

verticaal: van Noord naar Zuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de 2 nullijnen

A

de evenaar
de nulmeridiaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat geeft de breedteligging weer

A

de afstand van dat punt tot de evenaar in graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat geeft de lengteligging weer

A

de afstand van dat punt tot aan de nulmeridiaan in graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

daar wat ontstaat de afbuiging van de winden en zeestromingen

A

het is een gevolg van verschillende baansnelheden.
Luchtdeeltjes proberen hun oorspronkelijke baansnelheid te behouden (traagheidswet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe snel is de baansnelheid aan de evenaar

A

40 000 km/24u = 1666 km/u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de baansnelheid aan de polen

A

0km/24u = 0 km/u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe evolueert de baansnelheid als je van de evenaar naar de polen gaat

A

baansnelheid neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoe wordt de afbuiging van de winden nog genoemd

A

= Corioliskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoe gaat de afbuiging op het noordelijk halfrond

A

afbuiging naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe gaat de afbuiging op het zuidelijk halfrond

A

afbuiging naar Links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is de zonnetijd

A

de plaatselijke tijd gemeten met een zonnewijzer
= lokale tijd aan de hand van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoeveel graden verschil heb je als er 1 uur zonnetijdsverschil is

A

15°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hoe lang doet de aarde om 1° te verschuiven

A

4 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

waarom passen we de zonnetijd niet toe

A

iedere meridiaan een andere zonnetijd heeft.
Men zou altijd zijn uurwerk moeten bijregelen bij de minste uitstap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

wat is de zonetijd

A

de theoretische tijdzones
de tijdzones die wij hebben ingevoerd om het makkelijker te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

hoeveel graden is iederentijdzone breed?

A

15°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

hoeveel tijdszones zijn er op aarde

A

24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

wat is de UTC-aone

A

de eerste tijdzone waarin de nulmeridiaan middenin valt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

welke tijdzones heb je in Europa?

A

West-Europese tijd (UTC)
Midden-Europese tijd (UTC+1)
Oost-europese tijd (UTC+2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

wat is er ‘uitzonderlijk’ aan de tijdszone van België

A

Theoretisch zouden we de UTC tijd moeten gebruiken, maar we gebruiken de Midden-Europese tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

wat gebeurt er met de tijd als je naar het oosten verplaatst

A

het wordt later, je moet uren bijtellen

32
Q

wat gebeurt er met de tijd bij een verplaatsing naar het westen

A

het wordt vroeger, je moet uren aftrekken

33
Q

wat is de conventionele tijd

A

de tijd die er in het burgerlijk leven gebruikt wordt

34
Q

wat is het enige West-Europese land (op het vaste land) dat niet met de Midden-Europese tijd werkt

A

Portugal

35
Q

met wat vallen de grenzen tussen de conventionele tijdzones samen

A

met de landsgrenzen

36
Q

wanneer gaat de zomertijd in

A

laatste weekend van maart

37
Q

wanneer gaat de wintertijd in

A

laatste weekend van oktober

38
Q

in welke tijdszone zitten we tijdens de zomertijd

A

UCT + 2
= Oost-Europese tijd

39
Q

in welke tijdzone zitten we tijdens wintertijd

A

UCT + 1
Midden-Europese tijd

40
Q

wat gebeurt er bij zomertijd

A

klok 1 uur vooruit: van 02:00 naar 03:00
= 1 uur minder slapen

41
Q

wat gebeurt er tijdens wintertijd

A

klok 1 uur achteruit: van 03:00 naar 02:00
= 1 uur langer slaap

42
Q

welke tijd kiezen we het best (zomer of winter)

A

wintertijd => ander is het te laat licht in de winter. dit kan meer ongelukken veroorzaken
ook zitten we dan 2 tijdzones verder dan onze zonetijd

43
Q

hoe wordt de 180° lijn nog genoemd

A

de datumgrens

44
Q

wat gebeurt er als je de datumlijn van west naar oost oversteekt

A

1 kalenderdag vroeger

45
Q

wat gebeurt er bij het oversteken van de datumlijn van oost naar west

A

1 kalender dag later

46
Q

Wat zijn gevolgen van de aardrotatie (5)

A
  • plaatsbepaling op aarde
  • afwisseling van dag en nacht
  • tijdindeling op aarde
  • afbuiging van de winden en zeestromingen
  • afplatting van de aarde
47
Q

waardoor is de aarde geen perfecte bol

A

door de rotatie van de aarde ontstaat er een afplatting aan de polen
+ de middelpuntvloegende kracht

48
Q

welke vorm heeft de aarde

A

afgeplat aan de vorm
uitgetrokken aan de evenaar

49
Q

door de invoering van wat blijven zonnetijd en atoomtijd gelijk lopen

A

een schrikkelseconde, maar wordt misschien in 2035 afgeschaft

50
Q

Wat is de aardrevolutie

A

de omwenteling van de aarde rond de zon

51
Q

waarom zijn er grote verschillen tussen cilminatiehoogte en uren van zonsopgang/ondergang op verschillende plaatsen

A

de aardrevolutie in combinatie met de schuine stand van de aardas

52
Q

waarom is de afstand aarde-zon niet altijd even groot

A

door de ellipsvormige baan van de aarde rond de zon in het eclipticavlak (denkbeeldig vlak)

53
Q

wanneer bevind de aarde zich het dichtst bij de zon

A

in januari

54
Q

waar staat de aarde in januari

A

in het perihelium

55
Q

wanneer staat de aarde het verst van de zon

A

in juli

56
Q

waar staat de zon in juli

A

in het aphelium

57
Q

datum van perihelium

A

4 januari: dichtst bij de zon

58
Q

datum van aphelium

A

3 juli (verst van de zon)

59
Q

wanneer is er sprake van een schrikkeljaar

A
  • jaartal deelbaar door 4
  • niet de eeuwjaren
  • behalve als eeuwjaar deelbaar is door 400
60
Q

hoelang duurt het kalenderjaar

A

365 dagen 5uren 48 minuten 46 seconden

61
Q

hoe werkt de Juliaanse kalender + probleem

A

1 jaar is gemiddeld 365 dagen + 6u
=> duur 11min 14seconden te lang

62
Q

wat is het verschil tussen de Juliaanse en Gregoriaanse kalender

A

nieuwe regels voor schrikkeljaar (geen eeuwjaren buiten als deelbaar door 400)

63
Q

welke hoek maakt de aardas

A

23° 26

64
Q

waardoor ontstaan de seizoenen

A

door de schuine stand van de aardas en door het evenwijdig blijven met zichzelf bij de aardrevolutie:
- verandert de culminatiehoogte in de loop van het jaar
- varieert de lengte van de dag en nacht doorheen het jaar

65
Q

betekenis van equinox

A

overal op aarde duren de dag en nacht percies 12 uur

66
Q

hoe staat de zon op 21 maart/ 23 september

A
  • aarde belicht van pool tot pool
  • zon staat in het zenit op de evenaar
  • dag en nacht overal evenlang
67
Q

hoe staat de zon op 21 juni

A
  • helling naar de zon met de noordpool
  • zon staat in het zenit op de KKK
68
Q

dag en nacht ritme 21 juni

A

evenaar: dag = nacht
NH: dag > nacht
ZH: nacht > dag
NPC: 24h dag, 0h nacht => pooldag
ZPC: 0h dag, 24u nacht => poolnacht

69
Q

hoe staat de zon op 22 december

A
  • helling naar de Zon met zuidpool
  • zon staat in het zenit op de SKK
70
Q

duur dag en nacht 22 december

A

evenaar: dag = nacht
NH: nacht > dag
ZH: dag > nacht
NPC: 0h dag, 24h nacht => poolnacht
ZPC: 24h dag, 0h nacht => pooldag

71
Q

de koude of polaire klimaten: waar +kenmerk

A
  • strekken zicht uit van de poolcirkels tot polen
  • lage temperaturen gedurende lange periode
  • hebben pooldag en poolnacht
72
Q

gematigde of middelbreedteklimaten: waar + kenmerken

A
  • tussen de keerkringen en poolcirkels
  • veranderde culminatiehoogte = 4 seizoenen
  • zon nooit in het zenit
  • temperatuurverschillen kunnen groot zeijn
73
Q

warme op tropische klimaten: waar + kenmerekn

A
  • tussen beide keerkringen
  • hoge temperatuur heel het jaar
  • 2x in het zenit
74
Q
A
75
Q
A