Besluitvormingstheorieën Flashcards
analyse eenheid rationeel actor model
overheid als een geheel
analyse eenheid organizational behaviour model
organisaties
analyse eenheid bureau political model
individuen
rationeel actor model
kosten baten afweging
bepaalde besluitvormingscyclus doorlopen
een unitaire actor
consistentie en doelmaximaliserende keuzes
fasen besluitvorming rationeel actor model
- vaststellen wat het probleem / doel is
- vaststellen van mogelijke alternatieven
- vaststellen van de gevolgen van elk alternatief
- keuze maken
Hoe onderzoek je of de overheid rationeel heeft gehandeld?
analist neemt de denkbeeldige plaats in van de besluitnemende actor
de analist stelt het doel vast, de alternatieven en de gevolgen van de alternatieven
de analist maakt dan een rationele keuze
deze keuze vergelijkt hij weer met wat er in de werkelijkheid gebeurd is om zo vast te stellen of de overheid rationeel gehandeld heeft ja of nee.
waarom is het rationeel actor model zo verleidelijk?
relatief simpel model
geeft illussie van beheersing
problemen rondom het rationeel actor model
kosten: als je kosten in kaart breng is het vaak te duur
politieke omgeving: ministers willen soms niet meewerken om ergens volledig onderzoek naar te doen
comprehensive vs. bounded rationality
de problemen zijn vaak wicked problems
de overheid is geen unitaire actor
structure vs. agency: in welke mate heb je vrijheid om te handelen
comprehensive vs. bounded rationality - rational actor model
het model gaat uit van een compleet overzicht, terwijl je maar beperkt rationeel bent.
- cognitieve limiet van mensen zorgt ervoor dat ze maar een klein aantal alternatieven kunnen uitpluizen
- onmogelijk om van te voren alle gevolgen van elk alternatief te weten
- elk alternatief heeft positieve / negatieve gevolgen, moeilijk om hier een geldbedrag aan te verbinden
- hetzelfde alternatief kan goed of slecht uitpakken, afhankelijk van de omstandigheden
= je kan niet echt baten maximaliseren, maar je streeft naar de criteria van de beleidsmakers
rational comprehensive model (lindblom)
eerst wordt het doel vastgesteld, dan pas naar alternatieven gezocht
doel-middelen analyse kenmerkt beleidsvorming
een goed beleid is het meest geschikte beleid
theorieën van beleid zijn belangrijk, op welke manieren kunnen theorieën helpen
nadelen rational comprehensive model (lindblom)
niveau van intellectuele capaciteiten
model gaat uit van alle informatie beschikbaar, maar dat is vaak niet zo
tijd en geld is beperkt, daarom moet je keuzes maken
ambtenaren geïnstrueerd om niet volgens dit model te handelen
Nadelen incrementalisme
beperkte analyse
* belangrijke mogelijke uitkomsten genegeerd
* belangrijke alternatieven genegeerd
* belangrijke belangen die beïnvloed zullen worden door beleid worden genegeerd
slechts kleine stapjes
incrementalisme moet doorbroken worden omdat
Incrementalisme alleen kleine stapjes kent
Structuur doorbroken moet worden
Incrementalisme kan je doorbreken door
leiderschap te gebruiken
veranderende preferenties van actoren en veranderende maatschappij
policy entrepreneurs en windows of opportunity
organizational behaviour model
analyseert overheidshandelen als organisationele output
geen unitaire actor als utigangspunt, maar een combinatie van verschillende organisaties (geen een staat of overheid)
probleem zijn gefragmenteerd
centrale coordinatie en controle door een actor
logic of consequences
kijken naar consequenties van maatregelen
= rationeel actor model
logic of appropriateness
wat vinden we acceptabel binnen de organisatie
= organizational behaviour model
hoe doe je onderzoek in het organizational behaviour model?
analist moet informatie hebben over de standaard procedures en routines en ook beschikken over meer inside informatie van organisaties om dit model toe te passen
zoals cultuur, mogelijkheden en onmogelijkheden, wat een organisatie doet en kan
bureaupolitieke model
gedrag is de uitkomst van het onderhandelen van individuen (politici en individuen in organisaties)
analyseert overheidshandelen als een politiek resultaat
welke belangen bepalen de perceptie van spelers: wat speelt er, wat zijn hun belangen?
wat bepaalt de invloed van elke speler op het eindresultaat
beleidsmakers hebben niet alle kennis in huis, de uitvoerder weet meer (principaal agent model)
hoe doe je onderzoek in het bureaupolitieke model
de analist moet uit verschillende bronnen zien te achterhalen wat de preferenties/standpunten zijn geweest van de individuele spelers en ook hoe de onderhandelingen zijn verlopen
dit gaat d.m.v. documenten, kranten, interviews, memoires en discussies
gedrag word beschouwd als een uitkomst van een onderhandelingsproces waarbij compromissen worden gesloten
agency in rationeel actor model
agent staat voor vrij kunnen handelen
agency in bureaupolitieke model
agent staat voor uitvoerders: principaal - agent model
- verborgen handeling
- verborgen informatie