Besluitvormingstheorieën Flashcards

1
Q

analyse eenheid rationeel actor model

A

overheid als een geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

analyse eenheid organizational behaviour model

A

organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

analyse eenheid bureau political model

A

individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rationeel actor model

A

kosten baten afweging

bepaalde besluitvormingscyclus doorlopen

een unitaire actor

consistentie en doelmaximaliserende keuzes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fasen besluitvorming rationeel actor model

A
  1. vaststellen wat het probleem / doel is
  2. vaststellen van mogelijke alternatieven
  3. vaststellen van de gevolgen van elk alternatief
  4. keuze maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe onderzoek je of de overheid rationeel heeft gehandeld?

A

analist neemt de denkbeeldige plaats in van de besluitnemende actor

de analist stelt het doel vast, de alternatieven en de gevolgen van de alternatieven

de analist maakt dan een rationele keuze

deze keuze vergelijkt hij weer met wat er in de werkelijkheid gebeurd is om zo vast te stellen of de overheid rationeel gehandeld heeft ja of nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom is het rationeel actor model zo verleidelijk?

A

relatief simpel model

geeft illussie van beheersing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

problemen rondom het rationeel actor model

A

kosten: als je kosten in kaart breng is het vaak te duur

politieke omgeving: ministers willen soms niet meewerken om ergens volledig onderzoek naar te doen

comprehensive vs. bounded rationality

de problemen zijn vaak wicked problems

de overheid is geen unitaire actor

structure vs. agency: in welke mate heb je vrijheid om te handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

comprehensive vs. bounded rationality - rational actor model

A

het model gaat uit van een compleet overzicht, terwijl je maar beperkt rationeel bent.

  1. cognitieve limiet van mensen zorgt ervoor dat ze maar een klein aantal alternatieven kunnen uitpluizen
  2. onmogelijk om van te voren alle gevolgen van elk alternatief te weten
  3. elk alternatief heeft positieve / negatieve gevolgen, moeilijk om hier een geldbedrag aan te verbinden
  4. hetzelfde alternatief kan goed of slecht uitpakken, afhankelijk van de omstandigheden

= je kan niet echt baten maximaliseren, maar je streeft naar de criteria van de beleidsmakers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rational comprehensive model (lindblom)

A

eerst wordt het doel vastgesteld, dan pas naar alternatieven gezocht

doel-middelen analyse kenmerkt beleidsvorming

een goed beleid is het meest geschikte beleid

theorieën van beleid zijn belangrijk, op welke manieren kunnen theorieën helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nadelen rational comprehensive model (lindblom)

A

niveau van intellectuele capaciteiten

model gaat uit van alle informatie beschikbaar, maar dat is vaak niet zo

tijd en geld is beperkt, daarom moet je keuzes maken

ambtenaren geïnstrueerd om niet volgens dit model te handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nadelen incrementalisme

A

beperkte analyse
* belangrijke mogelijke uitkomsten genegeerd
* belangrijke alternatieven genegeerd
* belangrijke belangen die beïnvloed zullen worden door beleid worden genegeerd

slechts kleine stapjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

incrementalisme moet doorbroken worden omdat

A

Incrementalisme alleen kleine stapjes kent

Structuur doorbroken moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Incrementalisme kan je doorbreken door

A

leiderschap te gebruiken

veranderende preferenties van actoren en veranderende maatschappij

policy entrepreneurs en windows of opportunity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

organizational behaviour model

A

analyseert overheidshandelen als organisationele output

geen unitaire actor als utigangspunt, maar een combinatie van verschillende organisaties (geen een staat of overheid)

probleem zijn gefragmenteerd

centrale coordinatie en controle door een actor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

logic of consequences

A

kijken naar consequenties van maatregelen

= rationeel actor model

17
Q

logic of appropriateness

A

wat vinden we acceptabel binnen de organisatie

= organizational behaviour model

18
Q

hoe doe je onderzoek in het organizational behaviour model?

A

analist moet informatie hebben over de standaard procedures en routines en ook beschikken over meer inside informatie van organisaties om dit model toe te passen

zoals cultuur, mogelijkheden en onmogelijkheden, wat een organisatie doet en kan

19
Q

bureaupolitieke model

A

gedrag is de uitkomst van het onderhandelen van individuen (politici en individuen in organisaties)

analyseert overheidshandelen als een politiek resultaat

welke belangen bepalen de perceptie van spelers: wat speelt er, wat zijn hun belangen?

wat bepaalt de invloed van elke speler op het eindresultaat

beleidsmakers hebben niet alle kennis in huis, de uitvoerder weet meer (principaal agent model)

20
Q

hoe doe je onderzoek in het bureaupolitieke model

A

de analist moet uit verschillende bronnen zien te achterhalen wat de preferenties/standpunten zijn geweest van de individuele spelers en ook hoe de onderhandelingen zijn verlopen

dit gaat d.m.v. documenten, kranten, interviews, memoires en discussies

gedrag word beschouwd als een uitkomst van een onderhandelingsproces waarbij compromissen worden gesloten

21
Q

agency in rationeel actor model

A

agent staat voor vrij kunnen handelen

22
Q

agency in bureaupolitieke model

A

agent staat voor uitvoerders: principaal - agent model

  • verborgen handeling
  • verborgen informatie