Begrippen 2.3 Flashcards
Element
Zuivere stof die uit 1 atoomsoort bestaat (er zijn er nu bijna 120 bekend)
Periodiek systeem (der elementen)
Tabel waarin alle atoomsoorten op atoomnummer zijn geordend. Metalen: blauwe vakjes. Niet-metalen: oranje vakjes. Metalloïden (tussen metalen en niet-metalen in, betreft hun eigenschappen): witte vakjes.
Periode
De 7 horizontale rijen in het periodiek systeem. De 2 rijen onder het systeem horen bij periodes 6 en 7 (anders was het systeem te breed geweest). De periodes geven aan over hoeveel schillen de elektronen zijn verdeeld
Groep
De 18 verticale kolommen in het periodiek systeem. Groep 1, 2, 17 en 18 hebben hun eigen verzamelnaam. Atoomsoorten met stofeigenschappen die op elkaar lijken, staan in dezelfde groep. Groepen 1, 2 en 11 t/m 18 (het laatste getal) geven aan hoeveel elektronen er in de laatste schil zitten
Alkalimetalen
Groep 1 in het periodiek systeem (H, waterstof, hoort hier niet bij!). Zachte metalen, snijdbaar met een mes. Reageren van boven naar beneden steeds heftiger met bijv. water
Aardalkalimetalen
Groep 2 in het periodiek systeem. Wat harder dan alkalimetalen en reageren minder heftig (helemaal niet met water!)
Elektronenconfiguratie
De maximale aantallen van elektronen per elektronenschil. De schillen zijn gerangschikt als letters K t/m Q, ofwel 1 t/m 7. Het maximaal aantal elektronen voor de eerste 4 schillen is: 2 x n x n. Na die 4 schillen is het maximale aantal elektronen altijd 32
Halogenen
Groep 17 in het periodiek systeem. Reageren makkelijk met andere elementen (vooral metalen). Ze komen allemaal als 2-atomige moleculen voor in de natuur
Edelgassen
Groep 18 in het periodiek systeem. Kenmerk: ze hebben een zeer geringe reactiviteit