Begrippen 2.2 Flashcards

1
Q

Atoommodel van Dalton

A

Atoom: massief bolvormig deeltje. 20 verschillende atomen met andere afmetingen en met verschillende kleuren aangegeven. Vóór Dalton: Democritus, ‘atomos’ (= atomen) zijn de kleinste deeltjes en er zitten onzichtbare ruimtes tussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Atoommodel van Rutherford

A

Atomen bestaan uit nóg kleinere deeltjes en grote lege ruimtes. Er is een positief geladen atoomkern (protonen en neutronen) met daaromheen een negatief geladen elektronen (elektronenwolk) met daartussen lege ruimte. Het aantal protonen is gelijk aan het aantal elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Proton (p+)

A

Positief geladen deeltje. Rutherfords atoomkern is dus niet alleen een positief geladen kern, maar bestaat uit nog kleinere deeltjes: protonen en neutronen (positief en neutraal, dus positieve kern)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neutron (n0)

A

Neutraal deeltje; ongeladen. Bevindt zich in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Elektron (e-)

A

Negatief geladen deeltje. Bevindt zich in de elektronenwolk rondom de atoomkern. Gelijk aan het aantal protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atoomnummer

A

Notatie voor het aantal protonen in een atoom. Het aantal protonen is voor elke atoomsoort uniek; alle zelfde atoomsoorten hebben hetzelfde atoomnummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Massagetal

A

Notatie voor het aantal protonen en neutronen bij elkaar. Het aantal neutronen kan gelijk aan het aantal protonen zijn, óf het zijn er iets meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Coulomb

A

De eenheid voor elektrische lading (van proton en elektron).
Lading proton: 1,6 x 10^-19;
Lading neutron: 0;
Lading elektron: -1.6 x 10^-19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Elementaire ladingseenheid (elementair ladingskwantum)

A

Gelijk aan de lading van een proton (1,6 x 10^-19 coulomb). Notatie: ‘e’
e proton: +1
e neutron: 0
e elektron: -1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Atoommodel van Bohr

A

Model van Rutherford, maar dan zitten de elektronen in elektronenschillen rondom de kern, met elke schil een maximaal aantal elektronen. De verdeling van die elektronen is de elektronenconfiguratie. Elektronen in dezelfde schil ebben dezelfde afstand tot de kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elektronenschillen

A

Bolvormige banen rondom de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Elektronenconfiguratie

A

De verdeling van de elektronen over de elektronenschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Isotopen

A

Atoomsoorten met hetzelfde atoomnummer, met met een verschillend massagetal (dus een ander aantal neutronen). Isotopen van een atoom kunnen alleen meer neutronen dan het originele aantal hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly