Antidepressiva + Benzo's Flashcards
Wat zijn bijwerkingen van TCA’s? En welke middelen kunnen een van deze bijwerkingen versterken?
De bijwerkingen van TCA’s kunnen op basis van hun aangrijpingspunten beredeneerd worden. Bijwerkingen zijn van anticholinerge aard (droge mond, obstipatie, urineretentie, verward- heid), antihistaminerge aard (sedatie), anti-noradrenerge aard (orthostatische hypotensie) en ver- oorzaakt door de kinidineachtige werking (ritmestoornissen).
TCA’s in combinatie met antihyper- tensiva en diuretica geven een versterking van de orthostase.
Wat zijn bijwerkingen van SSRI’s? En welke middelen kunnen sommige van deze bijwerkingen versterken?
SSRI’s hebben bijwerkingen als ge- volg van de sterke serotonerge potentiëring. SSRI’s kunnen na ongeveer 1 week SIADH veroorzaken met daarbij het risico op een hyponatriëmie. Dit risico is verhoogd bij gebruik van thiazidediuretica. Een belangrijke bijwerking van SSRI’s is daarnaast trombocytopathie. SSRI’s in combinatie met NSAID’s geven een extra verhoogd bloedingsrisico. Een zeldzame maar gevaarlijke bijwerking bij medicijnen die de serotoninespiegel in de synaps verhogen is het ‘serotoninesyndroom’, waarbij symptomen zoals agitatie, koorts en hyperreflexie voorkomen.
Wat zijn bijwerkingen van lithium en hoe kunnen deze worden uitgelokt?
Dehydratie en het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (diuretica, NSAID’s en Re- nine Angiotensine Systeem remmers (RAS-remmers)) zorgen voor een verhoogde bloedspiegel van lithium. Bij verhoogde bloedspiegels hebben patiënten klachten van misselijkheid, diarree, tremo- ren, myoclonieën en soms epileptische insulten.
Wat is het werkingsmechanisme van benzo’s?
Benzodiazepinen versterken de remmende werking van GABA door binding aan het GABAA ionkanaal, hierdoor wordt de influx van chloride-ionen verlengd, wat leidt tot neuronale hy- perpolarisatie.
Wat zijn benzo’s met een korte halfwaarde tijd?
Temazepam en oxazepam zijn benzodiazepines met een korte halfwaardetijd. De T1/2 van diazepam is lang (40-100 uur). Oxazepam (T1/2 4-15 uur) is een metaboliet van diazepam.
Wat zijn indicaties voor benzo gebruik?
De belangrijkste indicaties voor het gebruik van benzodiazepines zijn: slaapstoornis- sen, gegeneraliseerde angststoornissen en de behandeling van onthoudingsverschijnselen. Daar- naast worden benzodiazepines gebruikt om een koortsconvulsie en epileptisch insult te behande- len. Tenslotte is er een belangrijke plaats voor benzodiazepines als premedicatie bij chirurgische in- grepen.
Wat zijn bijwerkingen van benzo’s?
Waar moet je rekening mee houden? En met welke middelen heeft het interacties?
De belangrijkste bijwerkingen zijn spierhypotonie met als gevolg spierzwakte (valneiging, vooral bij ouderen), amnesie en afname alertheid (cave autorijden).
Verder is er bij langdurig gebruik sprake van tolerantie van effect, afhankelijkheid en treden er reboundfenomenen op bij ab- stinentie (angst, slaapproblemen). Bij overdosering of combinatie met andere centraal dempende stoffen kan ademdepressie optreden.
Daarnaast kan bij patiënten met (ernstig) COPD ademdepressie door benzodiazepines uitgelokt worden.
Bij ouderen en kinderen kan toediening van een benzodiazepine paradoxale reacties tot gevolg hebben (agitatie, onrust).
De belangrijkste interacties bij- dragend tot de verhoogde valneiging zijn het gebruik van antihypertensiva, alcohol en opiaten.
Welke maatregelen kunnen worden genomen om de bijwerkingen van benzo’s te voorkomen?
Tolerantie van effect en afhankelijkheid zijn te voorkomen door benzodiazepines kort voor te schrijven (<2 weken), samen met een goede patiëntinstructie. In geval van afhankelijkheid moet bij afbouwen van benzodiazepines overgeschakeld worden naar een langwerkend benzodiazepine (diazepam), waarna dit langzaam afgebouwd moet worden.
In geval van ademhalingsdepressie kan flumazenil (T1/2 ca. 1 uur), een benzodiazepine receptorantagonist, dit couperen.