Cardiovasculaire middelen Flashcards
Wat zijn indicaties voor thiazidediuretica?
Hypertensie en mild hartfalen
Wanneer is een lisdiureticum geïndiceerd?
Bij hartfalen
Wanneer is spironactalon geïndiceerd? En waarom?
Kaliumsparende diuretica worden gebruikt naast een lis- of thiazidediureticum ter voorkoming van hypokaliëmie.
Spironolacton is geïndiceerd bij hartfalen NYHA III, het beperkt de hermodellering van het hart bij hartfalen. Spironolacton heeft een zwak diuretisch effect.
Wat gebeurt er met het effect lis- en thiazidediuretica als de nierfunctie daalt?
Bij nierfunctieverlies daalt de werking van lis- en thiazidediuretica.
Wat zijn bijwerkingen van lisdiuretica?
Lis- en thiazidediuretica kunnen leiden tot dehydratie (dorst, verwardheid), hypokaliëmie (ritmestoornissen, spierzwakte) en orthostatische hypotensie (duizeligheid met name bij (op)staan, waardoor een verhoogde valneiging).
Het gebruik van lisdiuretica kan leiden tot nierinsufficiëntie.
Wat zijn bijwerkingen van thiazidediuretica?
Lis- en thiazidediuretica kunnen leiden tot dehydratie (dorst, verwardheid), hypoka-liëmie (ritmestoornissen, spierzwakte) en orthostatische hypotensie (duizeligheid met name bij (op)staan, waardoor een verhoogde valneiging).
Bij thiazidediuretica bestaat ook het risico op hyponatriëmie (geeft misselijkheid, verwardheid en een verhoogde valneiging).
Kaliumsparende diuretica kunnen leiden tot hyperkaliëmie. Dit risico is verhoogd bij patiënten met…
…diabetes mellitus, nierfalen of hartfalen.
Hoe kan een hypokaliemie voorkomen worden?
Door een kaliumsparend diureticum toe te voegen of een RAS-remmer
Hoe kan een hyperkaliemie met ECG afwijkingen bestreden worden?
Een hyperkaliëmie met ECG afwijkingen kan bestreden worden door toevoeging van calcium- gluconaat (dit voorkomt de ritmestoornis), insuline/glucose of natriumpolystyreensulfonaat.
Wat is het effect van bètablokkers?
Ze zorgen voor verlaging van de hartfrequentie, bloeddruk en contractiliteit van het hart.
Wat zijn indicaties voor een bètablokker?
Ze zijn geïndiceerd bij atriumfibrilleren, hypertensie, hartfalen en bij secundaire pre- ventie na myocardinfarct.
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van bètablokkers? En waar moet specifiek op worden gelet bij sotalol gebruik?
De belangrijkste bijwerkingen van β-blokkers zijn: hypotensie, bradycardie en een ver- hoogde valneiging. Sotalol kan als bijwerking ritmestoornissen geven. Dit risico is verhoogd als er tevens sprake is van een hypokaliëmie en nierfunctieverlies, omdat sotalol door de nier wordt uitge- scheiden.
Wat is het werkingsmechanismen van calciumantagonisten?
Men maakt bij de calciumantagonisten onderscheid tussen de dihydropyridines (amlo- dipine, nifedipine) en non-dihydropyridines (verapamil, diltiazem). Dihydropyridines hebben vooral een uitwerking op de gladde spiercellen en daardoor verlagen ze de vaattonus en worden de coro- nairarteriën en perifere arteriën wijder. Bovendien wordt de bloeddruk verlaagd, waardoor ze geïn- diceerd zijn bij hypertensie.
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van calciumantagonisten? Welke combinaties middelen kunnen beter vermeden worden?
De belangrijkste bijwerkingen zijn: hypotensie en valneiging. Verapamil en diltiazem veroorzaken een bradycardie, de combinatie tussen deze middelen en een β-blokker kan beter worden vermeden.
Wanneer zijn RAS-remmers geïndiceerd?
Ze zijn geïndiceerd bij hypertensie, hartfalen en diabetische proteïnurie.