Antidepressiva Flashcards

1
Q

Bij hoeveel mensen in NL worden antidepressiva voorgeschreven?

A

In Nederland worden veelvuldig antidepressiva voorgeschreven, namelijk bij ongeveer 1 miljoen
mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen antidepressiva?

A

Alle antidepressiva zorgen op korte termijn voor een toename van de hoeveelheid
neurotransmitters (noradrenaline, serotonine en in geringere mate dopamine) in de synapsspleet.

Deze monoaminen spelen een rol bij stemmingsstoornissen, waarbij de rol van serotonine het meest
belangrijk wordt geacht, gevolgd door die van noradrenaline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden antidepressiva ingedeeld?

A

Antidepressiva kunnen op grond van hun bijwerkingenprofiel en de mogelijke ernst van de bijwerkingen worden verdeeld in:

  1. tricyclische
    antidepressiva (TCA’s):
    - amitriptyline
    - nortriptyline
  2. selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s):
    - citalopram
    - fluoxetine
    - paroxetine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werken TCA?

A

Amitriptyline remt zowel de heropname
van serotonine als noradrenaline.

Nortriptyline, welke een metaboliet van amitriptyline is, remt de
heropname van noradrenaline en in geringere mate ook die van serotonine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werken SSRI’s?

A

SSRI’s remmen selectief de
heropname van serotonine in het presynaptisch neuron. Hierdoor neemt de hoeveelheid serotonine
in de synapsspleet toe.

Het antidepressief effect treedt niet acuut op, maar meestal pas na 3 weken
behandeling. Bijwerkingen treden wel acuut op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer zijn antidepressiva geïndiceerd?

A

Antidepressiva zijn geïndiceerd bij matig-ernstige depressies.

TCA’s kunnen daarnaast
gebruikt worden voor bestrijding van neuropathische pijnen.

SSRI’s hebben ook een uitgesproken
anxiolytische werking, waardoor ze een rol hebben bij de bestrijding van angst- / obsessief-compulsieve stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is opvallend bij antidepressiva gebruik?

A

Behandeling met antidepressiva is geïndiceerd bij patiënten met een matig ernstige depressie. Bij lichte depressie is het effect niet beter dan placebo. Algemeen wordt aangenomen dat deze
geneesmiddelen te gemakkelijk en te vaak worden ingezet bij depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de bijwerkingen van TCA’s?

A

De (onbedoelde) bijwerkingen van TCA’s kunnen op basis van hun aangrijpingspunten beredeneerd worden.

Bijwerkingen zijn van:
1. anticholinerge aard:
- droge mond
- obstipatie
- urineretentie
- verwardheid
2. antihistaminerge aard:
- sedatie/suf
3. anti-noradrenerge aard:
- orthostatische hypotensie

en veroorzaakt door de kinidineachtige werking (ritmestoornissen).

TCA’s in combinatie met
antihypertensiva en diuretica geven een versterking van de orthostase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de bijwerkingen van SSRI’s?

A

SSRI’s hebben bijwerkingen
als gevolg van de sterke serotonerge potentiëring.

  1. SSRI’s kunnen na ongeveer 1 week SIADH
    veroorzaken met daarbij het risico op een hyponatriëmie (verhoogd risico bij gebruik van thiazidediuretica).
  2. Trombocytopathie, maag-darm klachten, hoofdpijn, gewichtsproblemen, etc.
  3. Een verhoogd bloedingsrisico in combinatie met NSAID’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een zeldzame maar gevaarlijke bijwerking van SSRI’s?

A

Een zeldzame maar gevaarlijke bijwerking bij medicijnen die de serotoninespiegel in de synaps verhogen is het
‘serotoninesyndroom’, waarbij symptomen zoals agitatie, koorts en hyperreflexie voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke TCA heeft de voorkeur bij ouderen?

A

Nortriptyline geeft minder anticholinerge bijwerkingen, waardoor dit middel de voorkeur heeft bij ouderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat verhoogt het risico op serotoninesyndroom? en hoe is dit te behandelen?

A

Het risico hierop is met name verhoogd bij gelijktijdig gebruik van een SSRI en tramadol.

Deze potentieel fatale bijwerking wordt behandeld met diazepam en het koelen van de patiënt (als er sprake is van hyperthermie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is belangrijk om te weten bij de behandeling van depressie?

A
  1. Het antidepressieve effect, het normaliseren van de stemming en van de andere kenmerken van
    depressie zoals verlies van interesse en schuldgevoelens, is meestal pas na 2-4 weken
    merkbaar, terwijl bijwerkingen al een paar uur na inname kunnen optreden.
  2. Het is belangrijk deze medicatie niet levenslang te gebruiken, maar het effect na zes maanden te
    evalueren.
  3. Een succesvolle behandeling dient na herstel nog minimaal zes maanden gecontinueerd
    te worden.
  4. Bij stoppen met de behandeling moet de dosering langzaam worden uitgeslopen om het
    ‘antidepressiva-onttrekkingssyndroom’ (slaapklachten, agitatie, angst) te voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet lithium? en hoe wordt het geklaard?

A

Lithium is een stemmingsstabilisator en wordt gegeven bij een bipolaire stoornis zodat manieën en depressies bij
kunnen worden onderdrukt (acute behandeling) en voorkomen (profylactische behandeling)

Lithium heeft een beperkte
therapeutische index (breedte) en daarom worden bloedspiegels regelmatig gemeten.

Lithium wordt door de
nieren uitgescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is gevaarlijk bij het gebruik van lithium?

A

Omdat lithium met natrium interacteert, kan gemakkelijk een intoxicatie ontstaan door onvoldoende vocht en zout inname of overmatig zweten. Het risico op lithiumintoxicatie is vergroot bij nierfunctiestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn bijwerkingen van lithium?

A

Dehydratie en het gebruik van bepaalde geneesmiddelen:
- diuretica
- NSAID’s
- RAS-remmers
zorgen voor een verhoogde bloedspiegel
van lithium.

Bij verhoogde bloedspiegels hebben patiënten klachten van:
1. misselijkheid
2. diarree
3. tremoren
4. myoclonieën
5. (soms) epileptische insulten

17
Q

Wat doet lithium met de schildklier? en wat is hierbij belangrijk?

A

Door lithium kan de schildklier in 10-20% van de gevallen trager gaan werken.

In verband met de
mogelijkheid van iatrogene hypothyreoïdie dient de schildklierfunctie (TSH) periodiek te worden
bepaald.

18
Q

Waar lopen patiënten het risico op bij langdurig gebruik van lithium? en wat is hierbij belangrijk?

A

Bij langdurig gebruik van lithium kan een diabetes insipidussyndroom optreden,
wat leidt tot polyurie en dorst.

Daarnaast kan langdurige toediening een schadelijk effect op de nieren
hebben. Daarom moeten patiënten geïnstrueerd worden de medicatie regelmatig in te nemen,
voldoende water te drinken (twee tot drie liter per dag) en minimaal twee tot vier keer per jaar de
nierfunctie (serum creatinine) en de bloedspiegel van lithium te laten controleren.

19
Q

Wat kan er gebeuren bij een ernstige lithiumtoxicatie?

A

Bij een ernstige
lithiumintoxicatie (plasmaspiegel >2 mmol/L) kunnen verwardheid en zelfs coma optreden.