AFP 4 Topografie Flashcards

1
Q

De alvleesklier ligt ventraal t.o.v de lever

A

Onjuist
De alvleesklier ligt achter de lever, dus dorsaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De galblaas ligt dorsaal t.o.v de lever

A

Juist, de galblaas ligt achter de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het hart ligt inferior t.o.v de nieren

A

Onjuist
Het hart ligt boven de nieren, dus superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De lever ligt sinister

A

Onjuist
De lever ligt rechts in het lichaam, dus dexter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het hart ligt enigzins sinister in de thorax

A

Juist, de hartpunt wijst naar links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het diafragma ligt superior t.o.v de pelvis

A

Juist, het diafragma ligt boven de pelvis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De manus ligt lateraal t.o.v de branchium

A

Juist, de hand ligt verder van de romp af dan de bovenarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De molaren liggen anterior t.o.v de canines

A

Onjuist
De molaren (kiezen) liggen achter de canines (hoektanden), dus posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De trachea ligt anterior t.o.v de oesophagus

A

Juist, de trachea ligt aan de voorkant van de oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het cephaal ligt caudaal t.o.v de cauda

A

Onjuist
Het cephaal ligt boven het staartbeen, dus craniaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De pink ligt proximaal t.o.v de duim

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De tenen ligt perifeer t.o.v het bovenbeen

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zet de volgende structuren in de juiste volgorde van internus naar externus;

A. Onderhuidslosmazig bindweefsel
B. Spierfascie
C. Skeletspieren
D. De huid
E. Algemene fascie

A

C, B, E, A, D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vormt de ondergrens van de buikholte?

A

De pelvis (bekkenbodem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat vormt de scheiding tussen thorax en abdomen?

A

Het diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet het sereuze vlies van het hart?

A

Pericard

17
Q

Hoe heet het sereuze vlies van de longen?

A

Pleura

18
Q

Hoe heet het sereuze vlies in de buikholte?

A

Peritoneum

19
Q

Waaruit bestaan de bovenste extremiteiten?

A

Branchium (bovenarm)
Antebranchium (onderarm)
Manus (hand)

20
Q

Waaruit bestaan de onderste extremiteiten?

A

Femur (bovenbeen)
Onderbeen (crus)
Voet (pes)

21
Q

Wat is de functie van de romp?

A

Het is een ruimte die vooral organen bevat die zich bezighouden met de vegetatieve functies.

22
Q

Wat is de functie van het hoofd?

A

Is de observatiepost van het lichaam. Het hoofd bevat de hersenen en is daardoor ook de commandopost van het lichaam.

23
Q

Tegenovergestelde van proximaal

A

Distaal

24
Q

Tegenovergestelde van centraal

A

Perifeer

25
Q

Tegenovergestelde van lateraal

A

Mediaal

26
Q

Tegenovergestelde van anterior

A

Posterior

27
Q

Waarin wordt het skelet verdeeld?

A

Schedel
Wervelkolom
Ribben met borstbeen
Extremiteiten

28
Q

Wat is het mediastinum? Welke organen bevinden zich in het mediastinum?

A

De ruimte tussen de longen, hierin bevinden zich het hart, de trachea en de oesophagus

29
Q

Collum/ cervix

A

Hals

30
Q

Ventriculus

A

Buik

31
Q

De larynx ligt ventraal t.o.v. de oesoephagus

A

Juist

32
Q

De adamsappel ligt ventraal t.o.v de larynx

A

Juist

33
Q

Het hart ligt ventraal t.o.v het sternum

A

Onjuist
Het hart ligt achter het sternum, dus dorsaal