AFP 10 Urinewegstelsel Flashcards
Wat is de capsule renalis?
Een dun, stevig bindweefselkapsel om de buitenkant van de nier
Hoe ziet de cortex renalis eruit? (En wat is de Nederlandse naam?)
De nierschors
Gespikkeld, loopt in smalle banen naar het centrum van de nier toe
Wat bevindt zich in de medulla renalis?
Mergpiramiden/ mergstralen
Hoe heet de top van de mergpiramide?
De nierpapil
Waar monden nierpapillen in uit?
Calix/ calicen (nierkelk)
Wat gaat er IN en UIT de nierhilus?
In: a. renalis
Eruit: v. renalis
ureter
Een miljoen microscopisch kleine structuren die zich met de bloedzuivering bezighouden
Nefronen
Ultra filtratie in de glomerules
Wat gebeurd er?
Passief of actief transport
Een deel van het plasma wordt door de druk in de kapselholte geperst = voorurine
Passief transport
Resorptie in de tubuli
Wat gebeurd er?
Passief of actief transport?
Locatie waarin dit gebeurd?
In de voorurine zitten veel stoffen die het lichaam niet kan missen. Veel stoffen worden door middel van actief transport in het bloed teruggebracht
Locatie: lis van Henle
Excretie naar de tubuli
Wat gebeurd er?
Passief of actief transport?
Locatie waarin dit gebeurd?
Vanuit het bloed worden door middel van actief transport bepaalde afvalstoffen afgegeven aan de urine
Locatie: lis van Henle
Is het bloed dat door het capillair netwerk van de glomerulus heen gaat en vervolgens weer wordt opgenomen in de bloedbaan zuurstofarm of -rijk?
Zuurstofrijk
Het overige bloed gaat de glomeruli weer uit in de arteriolen, dit mist een deel van het plasma, dus is ingedikt. De glomerulus vormt zo een arteriële portale circulatie: een capillairnetwerk tussen twee arteriolen.
Functie van ADH
Bepaalt hoeveel water terug wordt geresorbeerd
Functie van aldosteron
Bepaald hoeveel zouten worden terug geresorbeerd
Belangrijkste afbraakproducten van urine (3)
Ureum = afbraakproduct van aminozuren
Creatinine
Urinezuur
Functie nierbekken
+ Waar mondt de nierbekken in uit? (Zowel richting nier als richting blaas)
Opvangen van urine
Richting nier: De nierbekken monden zich uit in de calicen (nierkelken)
Richting blaas: Ureter
Functie renalis (4)
Uitscheiding van restproducten
Controle op water- en zouthuishouding en daardoor op de bloeddruk
Controle op het evenwicht tussen zuren en basen (pH)
= productie van urine
Productie van bepaalde hormonen
Functie ureter
(+ welk soort weefsel heeft invloed op deze functie?)
Transport van urine
Het gladde spierweefsel aan de buitenkant van de urineleider zorgt voor de peristaltiek
Functie vesica (2)
(+ welk soort weefsel heeft invloed op deze functie?)
Het overgangsepitheel aan de binnenkant maakt de blaas heel rekbaar, waardoor de blaas urine kan opslaan
Het gladde spierweefsel aan de buitenkant zorgt voor het uitdrijven van urine
Hoort de m. sfincter urethrea bij het autonome of het animale zenuwstelsel? (+ welk soort weefsel?)
Dwarsgestreept spierweefsel, animale zenuwstelsel
Zet de mictiereflex + onderdrukking in de juiste volgorde;
A. Reksensoren in de blaaswand registreren dat de blaas voller wordt
B. Blaaswand trekt samen en de interne sfincter ontspant = mictiereflex
C. Aandrang voor plassen wordt onderdrukt door seintje dat door het ruggenmerg naar de hersenen gaat
D. Vegetatieve reactie, reflex naar het gladde spierweefsel van de blaas
E. Bewustwording mictiereflex
F. Willekeurige aanspanning van externe sfincter = blaas blijft afgesloten
G. Seintje naar het ruggenmerg
A, G, D, B, C, E, F
Waar liggen de nieren t.o.v het peritoneum?
Retroperitoneaal
Waar ligt de blaas t.o.v het peritoneum?
Subperitoneaal
Wat is cystitis?
Blaasontsteking