AFP 2 Het medisch proces en ziekteoorzaken Flashcards

1
Q

Onderdelen om tot een werkdiagnose te komen (4)

A

Anamnese
Lichamelijk onderzoek
Differentiële diagnose
Aanvullend onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inspectie

A

Kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Palpatie

A

Voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Percussie

A

Kloppen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Auscultatie

A

Luisteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een differentiële diagnose?

A

Mogelijke aandoeningen na anamnese en lichamelijk onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beeldvormend onderzoek (5)

A

• CT- scan (computertomografie)
• MRI (magnetic resonance imaging)
• Echografie
• Rontgen (X-straling)
• Angiografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functieonderzoek (5)

A

• Doppleronderzoek
• ECG = electro cardiogram
• EEG = elektro encephalografie
• EMG = elektro myogram
• Longfunctieonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Degeneratief

A

Afname van weefsel, bouw en functie = atrofie (parkinson, dementie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Congenitaal

A

Aanwezig bij de geboorte, soms erfelijk, soms verworven tijdens zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Familliair

A

Pseudo- erfelijkheid, zit niet in de genen maar zit in het gedrag, leefomgeving en voorkeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderdelen speciële anamnese

A

ALTIS
• Aard
• Lokalisatie
• Tijdsverloop
• Intensiteit
• Samenhang met mogelijke andere gebeurtenissen (wanneer komen de klachten op?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Idiopatisch

A

Onbekende oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inflammatoire (2 soorten)

A
  • Infectieus = door micro organisme
  • Niet infectieus = door weefselschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Neoplasmata

A

Gezwelgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Metabole ziekte

A

Gestoorde stofwisseling op cellulair niveau, bijv. hormonale stoornis, enzymstoornis (diabetes)

17
Q

Iatrogeen

A

Veroorzaakt door de ingreep van een zorgdeskundige

18
Q

Voedingsgerelateerde ziekte

A
  • Deficiëntie: te kort van een bepaalde stof
  • Intoxicatie: te veel van een bepaalde stof
19
Q

Ischemie

A

Doorbloeddingsstoornis