Actuele criminologie H7 + HC7 Flashcards
Er zijn verschillende benaderingen over straffen. Welke benaderingen en welke vragen horen daarbij?
- (Rechts)filosofisch: Wat voor straffen zijn rechtvaardig om op te leggen?
- Juridisch (Strafrecht): Wat voor straffen mogen worden opgelegd?
- Criminologisch - Beschrijvend: Wat is de aard, omvang en ontwikkeling van straffen?
- Criminologisch - Verklarend (met theorieën): Hoe werken straffen?
- Criminologisch - Aanpak van criminaliteit: Hoe worden straffen ingezet als middel om doel te bereiken in beleid?
In hoeverre werken straffen (worden doelen bereikt)?
(Rechts)filosofische theorieën over straffen zijn ook wel normatieve straftheorieën genoemd. Hier vallen onder:
- Retributivisme (Absolute straftheorieën): Straf als doel in zichzelf (vergelding)
- Utilitarisme (Relatieve straftheorieën): Straf als middel tot sociaal doel (preventie)
Wat zijn kenmerken van retributivisme?
- Wrongdoers deserve to be harmed
- Proportionaliteit: Straf moet in proportie zijn met de ernst van het delict (just deserts)
- Kritiek: geen ruimte voor vergeving en genade
Wat zijn kenmerken van utilitarisme?
- Mensen worden ervan weerhouden criminaliteit te plegen, vanwege de straffen die er op staan (afschrikking (potentiële) daders/deterrence; algemene en individuele preventie) -> Instrumenteel
- Kritiek: Mensen blijven uit de criminaliteit vanwege redenen die losstaan van straffen
Wat zijn kritische vragen bij retributivisme?
- Is het wel humaan (bv. voor zwakkeren)?
- Waarom zou overheid straffen als het niet effectief/efficiënt is?
Wat zijn kritische vragen bij utilitarisme?
- Is schuld echt onbelangrijk?
- Is ingrijpen door overheid in persoonlijke levens alleen voor ‘effect’ wel toelaatbaar?
- Waarom niet ook alvast ‘potentiële daders’ straffen/opsluiten?
- Waar ligt de grens van straffen?
- Wat is de achterliggende verklarende theorie?
- Als geen effect van straf te verwachten: dan ook niet straffen?
Wat is de verenigingstheorie?
Een combinatie van retributivistische en utilitaristische straftheorieën
Wat zijn de doelen van straffen als reactie op criminaliteit?
- Vergelding
- Algemene preventie: Normbevestiging en algemene afschrikking
- Individuele preventie: Onschadelijkmaking/incapacitatie; Individuele afschrikking; Resocialisatie/rehabilitatie
Ideeën over straffen in het huidige strafrecht zijn gebaseerd op de klassieke school en de moderne school. Waar gingen die vanuit?
- Klassieke school: Deze gaat uit van ‘vrije wil’ en (klassieke) economische theorieën. Dit zien we terug in nadruk op straffen, maar ook in het gelijkheidsbeginsel, strafbaarheidsbeginsel en de onschuldpresumptie
- Moderne school: Die gaat minder uit van ‘vrije wil’ en economische theorieën, en benadrukt (ook) de invloed van psychologische en sociologische factoren. Dit zien we terug in voorkeur voor resocialisatie en rehabilitatie en dus voor maatregelen (bv. TBS) en alternatieve straffen
Wat zijn de vier voorwaarden voor strafbaarheid?
- Menselijke gedraging
- Wettelijke delictsomschrijving
- Wederrechtelijkheid
- Verwijtbaarheid
Wat denken de verschillende theorieën over straffen?
- Economische theorieën: Gevangenisstraf leidt tot minder criminaliteit -> kosten/baten afweging
- Biologische theorieën -> Gevangenisstraf heeft geen effect -> ‘eens een dief altijd een dief’
- Sociaal-psychologische theorieën: Gevangenisstraf leidt tot meer criminaliteit -> leerschool slechte houdingen en kennis
- Sociologische theorieën: Gevangenisstraf leidt tot meer criminaliteit -> minder sociale bindingen en labeling door omgeving
Wat is het strafdoel, de school en de mogelijke theoretische invalshoek van retributivisme en utilitarisme?
- Retributivisme: absolute theorie, vergelding, klassiek, economisch
- Utilitarisme: relatieve theorie, preventie, modern, psychologisch/sociologisch
Wat zijn de vier hoofdstraffen?
- Vrijheidsstraf: Gevangenis, hechtenis
- Taakstraf
- Geldboete
Wat zijn de maatregelen die kunnen worden opgelegd?
- TBS
- ISD
- Plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis
- Schadevergoeding
- Ontneming crimineel geld
- Onttrekking aan het verkeer
Wat zijn de bijzondere voorwaarden die kunnen worden opgelegd?
- Contactverbod
- Locatieverbod
- Drugs-/alcoholverbod en meewerken aan bloed- en of urineonderzoek
- Verplichte behandeling
- Deelname aan een gedragsinterventie